12 juli 2023 – Column Peter Ursem: Strand
Ik beken het meteen maar: ik ben geen fanatiek strandmens. Vroeger toen ik nog elf moest worden had het strand nog wel een magische klank. We togen met de fiets vanuit Alkmaar naar het strand van Egmond. Mijn moeder had een tent gemaakt, zodat we zonder op te vallen onze zwemkleding konden aan- en uittrekken. We konden ons uitleven op het strand en af en toe een paar stappen in – brrr! – het zeewater zetten.
Het jaar daarna werd een heel andere ervaring. Mijn vader bedacht een tent waarin we met het hele gezin en zeven kinderen konden kamperen op het strand. De tent was zelf gemaakt. Metalen elektriciteitsbuizen werden in de juiste vorm gebogen en met verbindingsstukken aan elkaar gezet. Zes weken bivakkeerden we op het strand van Egmond en het werd de mooiste vakantie uit het begin van mijn leven. De zelfgemaakte tent doorstond een complete zomervakantie stormen, een springvloed en uitbundige kindervreugde.
We hadden een eigen wc. In een soort hokje van gejutte planken stond een stoel met een gat in de zitting, omlijst met een oude wc-bril. Daaronder was in het zand een gat gegraven waarin de poepton was neergezet. De tent en de wc stonden zo dicht mogelijk tegen de duinrand. Daar kwamen geen andere badgasten. Het plassen deed je gewoon even in de zee. We liepen toch de hele dag in ons zwemgoed.
Het plassen deed je gewoon even in de zee.
In het jaar na de strandvakantie verhuisden we naar Den Helder. In Nieuw Den Helder kwam onze straat uit in de duinen. We hoefden niet op vakantie naar het strand, we liepen er vaak naar toe. De zee zagen we ook wanneer we in Huisduinen naar de dijk gingen. Bij flinke storm had dat zijn aantrekkelijke kanten. Het strand werd iets gewoons. Bij vakantie dacht je gaandeweg meer aan heel andere oorden. Zeker toen ik klaar was met de studie en met eigen auto eropuit kon trekken en menig Europees land afschuimde. Met mijn lief – we ontmoetten elkaar tijdens een rondreis door de Sovjet-Unie – werden de reizen nog uitgebreider, met zeer weinig strandvertier.
De magie met zon, water en zand werd herontdekt.
Totdat we kinderen kregen. Toen kwamen ineens uitstapjes naar het strand weer terug. De magie met zon, water en zand werd herontdekt. De kinderen werden groot en de uitstapjes werden weer uitstappen naar oorden waar wij ons roestige schoolduits, -frans en -engels weer konden uitproberen. En nu hebben we kleinkinderen en we hebben weer het strand ontdekt! Strand om de hoek, het stadsstrand van Hoorn. Een breed strand met speelgelegenheid en de mogelijkheid om vlak bij het water kuilen te scheppen die vol lopen. We waren beslist niet de enigen met waterkuiltjesbehoeftige peuters en kleuters. Op het wat hogere strand zag je geen grote zitkuilen met een dammetje eromheen. De Duitse toeristen hebben het nieuwe strand nog niet ontdekt wist ik toen.
Van geen enkel strandje kun je meer zeggen: daar komt geen hond.
Wat een rijkdom voor een gemeente om over zo’n strand te kunnen beschikken. Hoorn is niet de enige Westfriese waterkantgemeente met een strand. De blijde Henkuzer kan nu ook in de eigen gemeente strandtoerist spelen. Er ligt een flinke hoop zand meer om verwerkt te worden met kleine schepjes en strandemmertjes in de bekende primaire kleuren. Heerlijk voor de burgers van die stad, want ze hoeven niet naar Hoorn te komen om het strand daar te bevolken. Strandbezoek wordt weer populair. Van geen enkel strandje kun je meer zeggen: daar komt geen hond. Dat zeg ik fout, want er mag geen hond meer op de Westfriese strandjes tussen de kinderen in het water in spurten en zich naast neergelegde handdoeken lekker droog schudden. Voor mij en veel andere strandbezoekers is dat bepaald geen ramp. Dat schijnt het wel te zijn voor hondenbezitters die de hond hebben als vervanging voor kinderen.
Neem van mij aan dat die lieden de argumentatie van onze bestuurders die strand en water schoon willen houden helemaal niet zullen willen begrijpen. Ik kan bij voorbaat al genieten van hun argumenten om honden, in ieder geval hun hond wel bezit te laten nemen van een stukje strand. Voor mij is dat ook strandvermaak. Ik zou zeggen houd je poot stijf!