8 november 2023 – Column Peter Ursem: Inflexibel tegen flex
Ik probeer met enige regelmaat te begrijpen waarom het zo ingewikkeld is voor mensen om categorieën mensen huisvesting in een eenvoudige woongelegenheid te ontzeggen. Wat zijn eigenlijk de bezwaren tegen flexwoningen?
Er zijn verschillende soorten bezwaren. Zo kan het gebeuren dat een gemeente niet de juiste procedures heeft gevolgd. Het bestemmingsplan kan niet goed bijgesteld zijn of er is onduidelijkheid over wel of niet ‘duurzaam met de grond’. Het Rijk heeft 2000 flexwoningen gekocht, maar het plaatsen ervan, waar dan ook in ons land, gaat moeizaam of niet. Er zijn er nog 700 te koop. Ook wanneer procedureel en zakelijk alles voor elkaar lijkt te zijn, kan het neerzetten ervan gefrustreerd worden.
De grootste te nemen hobbel zijn de mensen die in de gemeenten wonen. Niet de mensen die naarstig op zoek zijn naar zo’n flexwoning, maar mensen die al een woning hebben. Zij melden er grote overlast van te zullen ondervinden, wanneer in hun woonomgeving flexwoningen worden geplaatst. Natuurlijk kan er dan een probleem ontstaan met parkeerruimte. Natuurlijk zal er sprake kunnen zijn van iets meer verkeer. En hier en daar worden speelplekken en sportvelden aangewezen als bruikbare locatie.
NIMBY, not in my backyard, dat is wat helaas de sterkste motivatie is voor bewoners
In veel te veel gevallen gaat het niet eens zo zeer om de bijkomende ongemakken. Er komt een emotioneel aspect in het afwijzen van flexwoningbouwplannen. NIMBY, not in my backyard, dat is wat helaas de sterkste motivatie is voor bewoners om flexbouwplannen te verhinderen. Het besef bij een aantal NIMBY-tegenstanders dat het wellicht onfatsoenlijk of niet beschaafd overkomt wanneer je de bouwplannen afwijst omdat je de toekomstige bewoners daar niet in je woonomgeving niet duldt. Het leidt zelfs tot uitspraken dat je het niet in het voordeel vindt van de komende bewoners om juist daar te worden gedropt. Je toont mededogen, terwijl het eigenlijk schijnheiligheid is, opdat men je niet kan betichten van discriminatie.
Ik heb een bijeenkomst meegemaakt waarin verontruste bewoners te hoop liepen tegen flexwoningen tijdens een raadsvergadering over het onderwerp. Ik heb dezelfde woordvoerders gesproken in de studio van Radio Hoorn, die er een uitzendingsitem van maakte. Bijna schuimbekkend werd door de minst beschaafden onder hen afgegeven op het in hun ogen schorremorrie dat daar een woning toegewezen zou krijgen. Ook de meest beschaafde woordvoerders werden gevoed door dezelfde afkeer van de bedoelde woningzoekenden. Vooral statushouders en mensen die hun leven weer op de rit wilden krijgen worden gezien als de woonvervuilers van de wijk. Ik heb zelfs politici schaamteloos kulargumenten horen slaken.
Ik heb zelfs politici schaamteloos kulargumenten horen slaken.
Ook het aantal huizen voor sociale huur mag bij nette wijken niet te hoog zijn. Je moet er niet aan denken wat er kan gebeuren wanneer die lui daar ook nog hun kroost willen sturen naar de school waar jouw hoogbegaafde kinderen een begin dienen te maken aan een goede carrière met uitzicht op het kunnen betalen van net zo’n woning in een keurige wijk als pa en moe bezitten. Ik moet je bekennen dat ik gruw van de reacties van Westfriezen die vernemen dat de gemeente flexwoningen wil neerzetten op steenworp afstand van hun keurige woonwijk.
Ik heb te doen met de echt fatsoenlijke burgerij in de bedreigde wijken. Wellicht vinden zij het ook jammer dat plekjes in de wijk vol gezet gaan worden met woningen, maar geen verzet willen plegen omdat de woningnood zo hoog is, zeker voor hen die het al genoeg voor de kiezen hebben gehad. Hun schaamte voor hun onverdraagzame buren zullen zij misschien te vaak voor zich houden. De wetenschap in een straat te wonen met een aantal brulapen zonder fatsoen zal juist voor hun woonpret bedervend zijn. Moet je dan eigenlijk blij zijn te wonen in een helemaal volgebouwd centrum van een gemeente?