Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2025
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
- j.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam “precariobelasting” wordt over het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond een belasting geheven.
Artikel 5 Maatstaf van heffing en tarief
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Onder gebied Centrum moet worden verstaan: het gebied dat wordt omsloten door Keern, Hoge Vest, Westerdijk tot waar het pad begint richting het Visserseiland, het Visserseiland, de Grashaven, Oostereiland, Mallegomsteeg, Oosterkerksteeg, Bagijnensteeg, Overslagkade, Draafsingel, Spoorsingel en de van Dedemstraat.
- 5.
- a.
- b.
- c.
- 6.
Artikel 6 Berekening van de precariobelasting
Voor de toepassing van de tarieven gelden de volgende bepalingen:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- a.
- b.
- 1.
In de gevallen waarin de gemeente een vergunning heeft verleend voor het hebben van het voorwerp of de voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond, is het belastingtijdvak de periode waarvoor de vergunning is verleend, met dien verstande dat bij een kalenderjaar overschrijdende geldigheidsduur van de vergunning het belastingtijdvak gelijk is aan het kalenderjaar.
- 2.
Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang
- 1.
- 2.
Als de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak aanvangt is de naar jaartarieven geheven precariobelasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat tijdvak verschuldigde belasting als er in dat tijdvak, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
- 3.
Als de belastingplicht in de loop van het heffingstijdvak eindigt, kan op verzoek van de belastingplichtige ontheffing worden verleend over zoveel maanden als na het tijdstip van de beëindiging van de belastingplicht volle maanden in het heffingstijdvak overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan € 5,00.
- 4.
Artikel 10 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
- a.
- b.
- 3.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geldt voor de belasting geheven op grond van artikel 5.2.1 en 5.2.2 van de tarieventabel behorende bij deze verordening, dat ingeval machtiging is verleend tot automatische incasso, de aanslag moet worden betaald in maximaal vier termijnen. Als betaaltermijnen worden de volgende data aangemerkt: 31 maart, 30 mei, 31 juli en 30 oktober van het kalenderjaar waarbinnen de aanslag is gedagtekend. Als de aanslag in de loop van het kalenderjaar wordt opgelegd gelden alleen die betaaltermijnen die nog resten in het kalenderjaar. Tenzij geen betaaltermijn meer rest, dan wordt de termijn zoals benoemd in het eerste lid van dit artikel toegepast.
- 4.
Artikel 11 Inwerkingtreding en citeertitel
- 1.
De “Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2024” wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan of totdat de Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting 2025 rechtskracht krijgt.
- 2.
- 3.
- 4.
Hoofdstuk 2 Liggeld woonschepen
Voor het innemen van een ligplaats met een woonschip en aanhorigheden per vierkante meter ingenomen wateroppervlakte bedraagt het tarief per jaar |
Voor het hebben van voorwerpen ten behoeve van het organiseren van een evenement, per vierkante meter bedraagt het tarief voor een week of een gedeelte van een week |
Hoofdstuk 5 Markten en braderieën