NEDERLAND – De Hoge Raad heeft op 22 oktober 2024 besloten dat de veroordeling van een man voor de dood van Sumanta Bansi en het verbergen van haar lichaam in februari 2018 definitief blijft. Dit betekent dat de opgelegde straf van vijftien jaar gevangenisstraf niet meer kan worden aangevochten.
De zaak
Sumanta Bansi verdween in de nacht van 18 op 19 februari 2018, en lange tijd was onduidelijk wat er met haar gebeurd was. De man bij wie ze inwoonde, werd verdacht van betrokkenheid. Het gerechtshof stelde vast dat hij haar met een mes had gedood en haar lichaam had begraven. De man hield haar dood bijna vier en een half jaar verborgen. Sumanta was zwanger van de verdachte op het moment van haar dood. Tijdens zijn proces bekende de verdachte uiteindelijk dat hij haar had gedood en vertelde waar hij haar lichaam had begraven, bij een industrieterrein in Hoorn.
Beroep bij de Hoge Raad
De verdachte ging in cassatie bij de Hoge Raad en zijn advocaat voerde twee klachten aan. De eerste klacht ging over het verbergen van het lichaam; de advocaat betoogde dat het hof ten onrechte had geoordeeld dat de man het doel had om de doodsoorzaak te verhullen. De tweede klacht betrof de strafmaat: de advocaat vond het onbegrijpelijk dat de bekentenis van de man niet had geleid tot een lagere straf.
Oordeel Hoge Raad
De Hoge Raad oordeelde dat de cassatieklachten van de verdachte niet geldig zijn en de uitspraak van het hof blijft gehandhaafd. Daarmee is de opgelegde gevangenisstraf van vijftien jaar definitief.
Veel tekort