8 mei 2024 – Column Peter Ursem: Een echter SED’er
Ojee, alweer SED! was mijn eerste reactie bij het krantenartikel over deze instelling in de krant. Er zijn zorgen over het functioneren en over de centen. SED staat voor Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland, de drie gemeenten die meenden dat gemeentelijke samenwerking op een aantal gebieden die voor kleinere gemeenten apart nogal een opgave zijn, erg handig en kostenbesparend zou kunnen zijn. Het idee lijkt zo ontzettend voor de hand liggend, handig en kostenbesparend te zijn, maar steeds duiken er berichten op die eerder wijzen op het tegendeel.
Is een dergelijke organisatie een brug te ver of iets te prematuur? Of is het eigenlijk onmogelijk om ambtelijke samenwerking tussen drie verschillende gemeenten serieus vorm te geven? Welke taken kunnen gemeenschappelijk worden uitgevoerd en welke kunnen alleen in een eigen gemeentelijke organisatie worden uitgevoerd? Verloopt een en ander stroef omdat er in feite drie kapiteins het schip richting willen geven? Hebben we nu een goed beeld van wat er mis gaat en is er hoop dat het nog goed kan komen? Willen de 22 verschillende politieke partijtjes die de drie gemeenten samen rijk zijn een te grote vinger in de pap?
Kunnen Westfriezen überhaupt wel samenwerken?
Wie deze vragen kan beantwoorden kan zich best melden, maar de vraag blijft of deze persoon dan wel gehoord zal worden. Er is geen enkel Westfries raadslid dat ook maar een ogenblik zal geloven dat zelfs ik op één van deze vragen het juiste antwoord weet. Ik vraag me ook af of bij het SED dezelfde samenwerkingsstoornissen bezig zijn als indertijd bij het SOW. Het SOW was het Samenwerkingsorgaan Westfriesland. In 1968 opgericht omdat de toen nog 29 gemeenten met de kamer van koophandel meenden dat de op- en inrichting ervan tot succes kon voeren om de regio tot grotere en stabiele groei te brengen. Tot 2005 heeft de dienst gefunctioneerd (of gewoon bestaan). Toen werd duidelijk dat een aantal taken overbodig werden, o.a. omdat de landelijke overheid de spelregels van een aantal sociaal-economische, culturele, educatieve en hulpdiensten veranderde.
Ik vraag me ook af of bij het SED dezelfde samenwerkingsstoornissen bezig zijn als indertijd bij het SOW.
Ik werkte in die periode in het basisonderwijs en omdat ook op het gebied van onderwijs gezamenlijke regelingen werden afgesproken was er door Arie van Zoonen en zijn hulptroepen een organisatie in het leven geroepen om het openbaar onderwijs in de SOW-organisaties te vertegenwoordigen. Aanvankelijk onder de afkorting COO (Contactcentrum Openbaar Onderwijs), later als Stichting Contactcentrum Openbaar Onderwijs Westfriesland – Waterland. Ik mocht overigens de laatste voorzitter hiervan zijn. Er kwam een Onderwijs Begeleidingsdienst (OBD) en namens het COO heb ik enige tijd gefunctioneerd als lid van de Adviesraad en later nog eens als bestuurslid van de OBD. Nadat de OBD en ook een onderwijsraad waarin het COO vertegenwoordigd was niet meer als Westfriese organisatie bestonden verloor ook de openbare onderwijsbemoeiclub haar betekenis.
Wie op de website van het SED kijkt, kan lezen welke goede bedoelingen erachter steken. Die bedoelingen zullen vast nog wel onderschreven worden door waarschijnlijk de drie colleges van burgemeesters en wethouders. In hoeverre zij de ruimte krijgen om dit samenwerkingsorgaan de betekenis te laten behouden die bedoeld werd is de vraag. Het gedoe van enige tijd geleden toen Enkhuizen niet wilde bijdragen in de mate die was afgesproken is nog niet vergeten.
In hoeverre bestaat er in de hele regio Westfriesland, in ieder geval in het oostelijke deel, nog de bereidheid om tijd, geld en energie te steken in het laten slagen van het ambitieuze plan ‘Pact van Westfriesland’? Misschien zouden politieke psychologen deze en andere vragen niet eerlijk vinden. Om regionaal draagvlak te vinden bij de bevolking moet er eerst besef komen van het belang van de regio. Zuks moet groeien. De stap waarin van 29 gemeentes nog maar zeven gemeentes is gemaakt is een veel grotere dan een bevolking in pakweg vijftig jaar kan meestappen.
De lokale politieke partijtjes voelen dat en ze weten dat ze de kiezers verliezen wanneer ze iets te ver voor de muziek uit lopen. Wanneer het SED kans van slagen wil krijgen, zullen de drie gemeenten samen ‘meesleepactiviteiten’ moeten organiseren. Ik vrees dat het nog even kan duren eer een burger uit deze gemeenten trots burgers uit andere gemeenten uitlacht, want hij is toch maar een echter SED’er.