Verordening op de heffing en invordering van de riool- en waterzorgheffing Drechterland 2025
De raad van de gemeente Drechterland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2024, nummer 2024-60
gelet op de artikelen 216 en 228a van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van de riool- en waterzorgheffing Drechterland 2025
Artikel 1 Aard van de belasting
Onder de naam ‘rioolheffing’ wordt een directe belasting geheven ter bestrijding van de kosten die voor de gemeente verbonden zijn aan:
- a.
- b.
Artikel 2 Belastbaar feit en belastingplicht
- 1.
- 2.
Voor de belasting wordt, als het perceel een onroerende zaak is, als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die bij het begin van het belastingjaar als zodanig in de basisregistratie kadaster is vermeld, tenzij blijkt dat diegene die op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De “Verordening riool- en waterzorgheffing Drechterland 2024” van 18 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, het tweede lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.