19 juni 2024 – Column Peter Ursem: Vrijwillig naar het museum
Museumbezoek is iets wat mijn vrouw en ik vaak doen. Vaak zijn het musea waar we al eerder rondliepen, omdat de tentoonstelling veranderde. In Westfriesland hebben we heel wat musea en ik moet tot mijn schande bekennen, dat wij ze nog niet allemaal bezocht hebben. Met onze museumkaart is het makkelijk binnenkomen in heel wat instellingen en dat doen we dan ook. Deze week gingen we weer naar het Zuiderzeemuseum, het buitengedeelte, eigenlijk alleen maar om daar een kopje koffie te drinken. We stalden onze auto voor de verandering weer eens bij de toegang aan het begin van de Houtribdijk.
Tijdens het boottochtje werd het idee van een kopje koffie veranderd in het plan ook maar te lunchen en na het verlaten van de boot ging onze wandeling niet meteen rechtstreeks naar het restaurant, maar lieten we ons verleiden om op plekjes te gaan kijken waar we niet eerder waren. Die waren er volop! Ook kwamen we op Urk aan, waar een aantal buren in een kringetje gezellig zaten te koffiedrinken terwijl de uien werden gesneden voor het middagmaal. Het waren vrijwilligers in klederdracht van het voormalige eiland en ze speelden dat het op dat moment 1905 was. Met één van de vrijwilligers spraken wij over de toestand in Nederland op dat moment. Hij bleef ontzettend goed in zijn rol en lepelde langs de neus weg historische gebeurtenissen op.
Hij bleef ontzettend goed in zijn rol
Vrijwilligers die weten waar ze het over hebben zijn onmisbaar voor een museum. Of het nu grote instellingen zijn of heel kleine, vrijwilligers maken het museum beleefbaar en dat is de kracht van het museum. En juist dat is tevens het risico. Waar haal je nieuwe vrijwilligers vandaan, wanneer anderen wegvallen? Betaalde krachten zul je alleen tegenkomen in zwaar gesubsidieerde musea en ook daar kan men niet zonder onbetaalde krachten. Heel kleine museumpjes die zelfs buiten alle subsidiemogelijkheden vallen hebben het zwaar. Zwaarder dan nodig is. Ik ga het nu niet hebben over de regeltjes waaraan men moet houden om een museum te mogen exploiteren.
Hoe oubollig een museum ook zou kunnen lijken voor ons, je zult daar altijd zaken aantreffen die je doen verbazen
In Enkhuizen is ook het Flessenscheepjesmuseum. Ik ben er nooit geweest. Dat lijkt niet verwijtbaar te zijn. Er zijn heel wat meer musea die onze belangstelling nauwelijks hebben. Toch denk ik nu dat wij onszelf tekort doen. Hoe oubollig een museum ook zou kunnen lijken voor ons, je zult daar altijd zaken aantreffen die je doen verbazen en achteraf het tevreden gevoel opleveren dat je toch maar besloten hebt om even rond te neuzen. Ik tikte bij de zoekmachine musea in Westfriesland. In onze eigen regio kun je zo’n 30 musea bezoeken. Wanneer je de Alkmaarse musea niet meerekent, dan zijn het er evengoed nog 27. Daarvan zijn 19 musea nog onbekend voor ons.
Ik vrees dat er nu een tijd aan komt waarin het voor onze musea wat moeilijker kan zijn. Er zijn musea, ook bij ons in de buurt, die hebben aangetoond in staat te zijn om lange tijd het hoofd boven water te houden, zelfs zonder ondersteuning vanuit de overheden. Ik weet dat er nu nog een BTW-tarief van 9% geldt voor de entreekaartjes. Waar regeringspartijen zonder enig schaamtegevoel op boeken 21% BTW wil vragen, zou dat zomaar ook voor andere cultuurparels kunnen gaan gelden. Wie een museum wil bezoeken, zal zelf in de bus moeten blazen. Zover is het nog niet voor musea, dus eigenlijk is de te overwinnen hobbel om musea te bekijken niet al te hoog.
Ik weet nu dat ik in Westfriesland nog steeds niet uitgekeken ben. Het bericht dat het Flessenscheepjesmuseum in Enkhuizen een dag minder per week te bezoeken is mag ons er niet van weerhouden daar echt eens te gaan rondneuzen en alle Westfriese museumpjes staan nu op een nieuw lijstje van leuke uitstaptipjes niet te gek ver van huis. En ik hoop dat we daar net zulke enthousiaste vrijwilligers aantreffen als in de ons bekende musea. Eerlijk gezegd verwacht ik niks anders.
Wie weet blijven of mijn vrouw of ik daar hangen voor een vrijwillige bijdrage een dag per week. Vrijwillig komen en als vrijwilliger blijven hangen. Mooi toch?