12 februari 2025 – Column Peter Ursem: Een dijk van bescherming
Maar liefst 126 km lang is hij: de Westfriese omringdijk. Gisteren nog reed ik met een Alkmaarse neef in de buurt waar deze dijk Alkmaar raakt en onmiddellijk dacht ik aan vroegere keren dat deze dijk mijn aandacht welwillend kreeg. Toen ik als 11-jarig gozertje Alkmaar verliet om in Den Helder te moeten wonen, had ik nog nauwelijks benul van deze dijk. Het is natuurlijk goed mogelijk dat ik op de lagere school (zo noemde men in die tijd deze instelling) ooit een lesje heb meegemaakt waarin de functie van een dijk is uitgelegd, maar een eventuele verwijzing naar ‘onze’ dijk zit niet in mij actieve herinnering.
Die dijkenuitleg heb ik ergens in onderwijsland in Den Helder wel gekregen, maar het besef van wat een dijk is ontwikkel je pas echt wanneer je over zo’n dijk loopt of rijdt. De dijk bij Den Helder is een duidelijke dijk. De Noordzee klotste daar onophoudelijk tegenaan en bij flinke stormen togen we er wel eens naar toe om te zien of de dijk een beetje deed waar hij voor was aangelegd. Daar waren we zelfs met stormkrachten boven 8 Beaufort behoorlijk tevreden over. Schuin tegen de wind in leunend, de ogen ondanks de bril tot kleine spleetjes geknepen was ik menigmaal zelfs een beetje trots op de manier waarop ons land nu met zeewering aan de slag ging.
Gas!’ riep broerlief wanneer door het stuurwerk bij veel bochtjes de snelheid terugliep.
Toen ik met mijn pas behaalde rijbewijs in de auto van mijn broer Ton de Westfriese omringdijk iets onder Schagen op reed, kreeg ik de benodigde aanwijzingen van mijn iets jongere broer, die echter veel eerder zijn rijbewijs had en bovendien over een eigen autootje beschikte, een Renault Dauphine. Geen racemonster, maar op een kronkelende dijk wordt een snelheid boven de 70 km per uur voor een nog iets onervaren chauffeur toch wel een uitdaging. ‘Gas!’ riep broerlief wanneer door het stuurwerk bij veel bochtjes de snelheid terugliep. Ik heb er wel van geleerd en dat heeft mij in berggebieden met haarspeldbochten veel voordeel opgeleverd.
De behoefte om daar overheen te scheuren is mettertijd een heel stuk verminderd.
Toen ik me in Hoorn kwam vestigen, werd het stukje omringdijk dat daar ligt, een stuk vertrouwder. Het was echter, ondanks artikeltjes over het ontstaan of onderhoud gewoon een dijk. Hoog genoeg en met een degelijke uitstraling om niet bevreesd te hoeven zijn voor dijkbreuken. De behoefte om daar overheen te scheuren is mettertijd een heel stuk verminderd. De andere stukjes omringdijk werden af en toe bezocht om te genieten van landschapjes. Ik denk dat het echte besef van de noodzaak van de dijk kwam toen we een overzeese buitenlandse gast het Hollandse landschap toonden en het hoogteverschil van water en land ter weerzijden van de dijk lieten ontdekten.
Als schrijver van jeugdboeken koos ik twee keer voor een verhaal dat zich in het gebied afspeelt dat we nu Westfriesland noemen. Allereerst een verhaal over de bronstijd en daarna over Westfriesland in de 13e eeuw. Het verhaal begint in 1286 en dat is de tijd waarin de graaf van Holland, toen Floris V, probeerde de Westfriezen de baas te worden. Wat later in het verhaal, op St. Aaghtendag brak de dijk door en zette een groot deel van het land onder water. Voordat het verhaal helemaal opgeschreven kon worden heb ik het nodige leeswerk moeten verrichten op me een beeld van die tijd te kunnen vormen. Ook de dijk kreeg mijn aandacht, onder andere om een beetje duidelijk te krijgen waar de dwangburcht bij Wijdenes precies heeft gestaan. Ligt die plaats nu binnen- of buitendijks?
De dijk wordt aan de kant van het Markermeer verstevigd en de aanleg van vooroevers en strand moet de veiligheid van het dieper gelegen land erachter veilig houden. Daar wordt aan gewerkt en af en toe staat de dijk genoemd in de media. Ook wanneer motoren erover torren. Misschien door figuren die net als ik vroeger het betere bochtenwerk aan den lijve willen voelen. Er wordt door nabij wonenden niet altijd enthousiast op gereageerd. Wellicht wel wanneer fiets- en wandeltochten over de dijk worden georganiseerd. Je hoeft niet alle 126 km af te leggen om toch een medaille te kunnen krijgen.
De Westfriese omringdijk zal nog heel lang deel gaan uitmaken van ons landschap. Water mag worden buitengehouden. Hopelijk niet mensen van buiten of ver buiten de dijk.