• Hoorn.wf
  • Medemblik.wf
  • Enkhuizen.wf
  • Drechterland.wf
  • StedeBroec.wf
  • Opmeer.wf
  • Koggenland.wf
vrijdag, 9 mei 2025
  • Login
OnsWestfriesland
  • Home
    • Sport
    • Vacatures
  • 112NHN
  • Lokaal
    • Drechterland
    • Enkhuizen
    • Hoorn
    • Koggenland
    • Medemblik
    • Opmeer
    • Stede Broec
  • Fotos
  • Adverteren
  • Video’s
  • Contact
Geen resultaat
Bekijken resultaten
  • Home
    • Sport
    • Vacatures
  • 112NHN
  • Lokaal
    • Drechterland
    • Enkhuizen
    • Hoorn
    • Koggenland
    • Medemblik
    • Opmeer
    • Stede Broec
  • Fotos
  • Adverteren
  • Video’s
  • Contact
Geen resultaat
Bekijken resultaten
OnsWestfriesland
Home Bekendmakingen

gmb-2025-100456 : Medemblik – Bekendmakingen

Door Bekendmakingen
11 maart 2025
in Bekendmakingen, Medemblik
Leestijd:109 minuten
A A
0
gmb-2025-100456 : Medemblik – Bekendmakingen
Deel op FacebookDelenDelenDelenDelen


IHP 2024-2040

Integraal Huisvestingsplan voor het primair en voortgezet onderwijs

(tekst gaat door onder deze advertenties)

 


1. Inleiding



Methode van evaluatie

 


1.1 AANLEIDING INTEGRAAL HUISVESTINGSPLAN

Naar verwachting wordt in 2025 de nieuwe wetgeving omtrent doelmatige aanpak onderwijshuisvesting in werking gesteld. Onderdeel daarvan is de verplichting voor gemeenten om een Integraal Huisvestingsplan (IHP) op te stellen.

 

De gemeente Medemblik heeft al sinds 2017 een Integraal Huisvestingsplan, dat elke zoveel jaren wordt geactualiseerd. Dit IHP betreft een actualisatie van het vastgestelde IHP uit 2022. Met de nieuwe wetswijziging in het verschiet en de afgesproken actualisatie, worden met dit geactualiseerde IHP de afspraken voor de komende periode weer herijkt en vastgelegd. Gemeente en schoolbesturen hebben hierin een gezamenlijk belang: goed onderwijs en goede onderwijshuisvesting gaan dan hand in hand.

Samen staan we voor duurzame en toekomstbestendige onderwijsvoorzieningen, die bovendien goed te exploiteren zijn, nu en ook in de toekomst. Deze gezamenlijkheid maakt dat de gemeente Medemblik en de betrokken schoolbesturen dit document samen actualiseren zodat beleidsambities, wet- en regelgeving samen komen in een plan voor de onderwijshuisvesting in de gemeente Medemblik.

 

De gemeente Medemblik draagt de wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting en deze is vastgelegd en geborgd in de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Medemblik’. Dit is de op dit moment geldende wet- en regelgeving voor de zorgplicht van gemeenten aangaande onderwijshuisvesting. Het IHP komt hier als consensus document naast te staan, zolang de wettelijke verankering ervan nog niet is vastgelegd.

 


1.2 DOEL, FUNCTIE EN REIKWIJDTE IHP

Doelstelling

Dit IHP geeft een doorkijk voor een periode van 16 jaar ten aanzien van de onderwijshuisvesting in de gemeente Medemblik. Met dit document willen de schoolbesturen en de gemeente gezamenlijk vanuit een integrale visie kijken naar de onderwijshuisvesting. Hierin worden de visie, demografie, maatschappelijke ontwikkelingen en de financiën meegenomen. Hiermee ontstaat een gezamenlijk beeld en bijbehorende afspraken aangaande toekomstbestendige onderwijsvoorzieningen in de gemeente Medemblik.

 

Het IHP vormt het kader voor afspraken die gemeente en schoolbesturen maken over het investeringsplan voor nieuwe of vernieuwde huisvesting van scholen. Dit leidt tot meer zekerheid voor zowel schoolbesturen als gemeente en overstijgt de jaarcyclus van de verordening.

 

Voortbouwen op het Integraal Huisvestingsplan

Dit Integraal Huisvestingsplan borduurt voort op het IHP uit 2022 en verdiept de diverse onderwerpen naar concrete afspraken naar de toekomst. Met de toevoeging van het Voortgezet Onderwijs wordt het IHP een document voor alle onderwijsvoorzieningen in de gemeente Medemblik. Dat was in 2022 nog niet het geval.

 

Reikwijdte IHP

Dit IHP betreft een toekomstvisie op:

  • •

    23 scholen voor Primair Onderwijs

  • •

    1 school voor Voortgezet Onderwijs

Het IHP wordt de leidraad voor de uitvoering van de vernieuwing van de onderwijsvoorzieningen voor het primair en voortgezet onderwijs. En dat voor een periode van 16 jaar, waarbij de uitvoering is opgedeeld in blokken van 4 jaar.

 


1.3 BETROKKENEN

De gemeente Medemblik heeft bij het opstellen van dit IHP intensief samengewerkt met de schoolbesturen in de gemeente:

 

  • •

    Stichting Allure

  • •

    Stichting Kopwerk

  • •

    Stichting Katholiek Onderwijs West Friesland

  • •

    Stichting Openbaar Onderwijs Present

  • •

    Stichting Het Atlas College

In dit proces zijn vanuit de schoolbesturen de bestuurders en huisvestingsdeskundigen betrokken geweest. Vanuit de gemeente is dit zowel ambtelijk als bestuurlijk ingevuld.

 

Daarnaast zijn aanpalende beleidsterreinen op ambtelijk niveau bevraagd en betrokken.

 


1.4 ACTUALISATIE EN DYNAMIEK

De dynamiek omtrent onderwijshuisvesting is groot. Denk aan prognoses, marktprijzen, politieke ontwikkelingen, etc. Dat vraagt om een dynamisch document dat kan meebewegen met ontwikkelingen en een regelmatige actualisatie behoeft.

 

Urgentie voor het actualiseren van het huidige IHP

In de gemeente Medemblik is na vaststelling begonnen met de uitvoering van de eerste projecten uit het IHP van 2022. Ervaringen bij de uitvoering van deze projecten heeft geleid tot de wens bij de schoolbesturen om de opgedane ervaringen te laten landen in een actualisatie van het IHP uit 2022.

 

Vanuit de betrokkenen is tevens de behoefte om enkele beleidsthema’s te verdiepen op basis van ontwikkelingen zowel binnen de gemeente als in het onderwijsveld.

 

Daarnaast spelen landelijk en Europees ook ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid. Deze krijgen ook binnen de gemeente Medemblik steeds meer beleidsmatig inhoud. Het betreft thema’s die vanuit het Klimaatakkoord van Parijs met duidelijke doelstellingen staan. Deze moeten richting 2030 en 2050 gehaald worden. Dat vraagt om ingrijpende maatregelen, ook voor het maatschappelijk vastgoed, waaronder dus de onderwijshuisvesting.

 

Tot slot blijkt dat het Vastgoedbeleid dat gaat over het maatschappelijk vastgoed in de gemeente Medemblik op sommige aspecten niet synchroon loopt met de afspraken die voor de onderwijshuisvesting en kinderopvang gemaakt moeten worden. Hier wordt bij deze actualisatie ook nader op ingezoomd, met als doel de verschillende beleidsdocumenten elkaar te laten versterken en op elkaar te laten aansluiten.

 

Ten behoeve van de jaarlijkse actualisatie in het belang van de lopende en op stapel staande projecten, wordt ieder jaar een OOGO (Op Overeenstemming Gericht Overleg) tussen gemeente en de schoolbesturen gepland. Hier wordt besproken waar actualisatie aan de orde is.

Dat betreft dan in ieder geval:

  • ➜

    Projecten die in de opstartfase zitten of gaan:

    • ★

      Actualisatie van de kwantitatieve gegevens zoals prognosecijfers

    • ★

      Indexering van de bedragen zoals deze zijn opgenomen in het IHP

  • ➜

    Gewijzigde wet- en regelgeving die van invloed is op het IHP

  • ➜

    Voortgang in de projecten die in de planning staan of in uitvoering zijn

  • ➜

    “Jaartje af, jaartje op”, financieel wordt weer een jaar afgerond hetgeen betekent dat er weer een jaar financieel wordt toegevoegd aan de meerjarenbegroting van de gemeente Medemblik vanuit het voorliggende IHP. Dat gebeurt met geïndexeerde bedragen op basis van de jaarlijkse indexering van Ruimte OK.

Vanaf dit IHP vindt actualisatie iedere 4 jaar plaats.

 


1.5. WERKWIJZE EN PROCES

Bij het opstellen van dit IHP hebben verschillende bijeenkomsten en gesprekken plaatsgevonden:

  • •

    Bilaterale interviews op ambtelijk niveau binnen de gemeente Medemblik.

  • •

    Bijeenkomsten met de betrokken schoolbesturen om visie, ambitie en kaders te bespreken.

  • •

    Ambtelijke afstemming met financiën om de haalbaarheid en betaalbaarheid te bepalen.

  • •

    Bestuurlijke afstemming met verantwoordelijk wethouder en beleidsmedewerkers.

  • •

    Diverse bestuurlijke overleggen met schoolbesturen en gemeente (wethouder en beleidsmedewerkers).

De informatie uit deze bijeenkomsten en gesprekken is samen met de informatie uit het IHP 2022 en gegevens van de schoolgebouwen, zoals ruimtebehoefte en boekwaarden, uitgewerkt naar (bestuurlijke) kaders en een prioritering met de bijbehorende planning voor de projecten.


2. Wettelijk kader en gemeentelijke regelgeving


2.1. WETTELIJK KADER

Wettelijke zorgplicht gemeenten

Aan een Integraal Huisvestingsplan ligt op dit moment de volgende wetgeving ten grondslag:

  • •

    Wet op het primair onderwijs (WPO),

  • •

    Wet op het voortgezet onderwijs (WVO)

  • •

    Wet op expertisecentra (WEC)

Hierin is de zorgplicht van gemeenten voor adequate en voldoende huisvesting voor het primair, voortgezet en speciaal onderwijs, vastgelegd.

 

Wettelijk kader | Huidig

De verantwoordelijkheden van schoolbesturen en gemeente zijn in onderstaand schema weergegeven.

 



 

Daarnaast is een gemeente ook verantwoordelijk voor het voorzien in voldoende ruimte voor het bewegingsonderwijs binnen 2 kilometer afstand van de betreffende school. Zoals vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs.

 

Het juridisch eigendom van schoolgebouwen ligt over het algemeen bij de schoolbesturen. Een gemeente behoudt het economisch claimrecht. Hetgeen inhoudt dat het eigendom van gebouw en terrein terugvalt aan de gemeente als het onderwijsgebruik van de voorziening eindigt.

 

Wet- en regelgeving | Ontwikkelingen

Daarnaast anticiperen we met dit IHP voor op het aankomende wetsvoorstel voor ‘doelmatige aanpak onderwijshuisvesting’. Het wetsvoorstel bestaat in ieder geval uit de volgende onderwerpen:

  • 1.

    De verplichting voor het vaststellen van een Integraal Huisvestingsplan (IHP) voor gemeenten en meerjarenonderhoudsplan (MJOP) voor schoolbesturen.

  • 2.

    Levensduurverlengende renovatie wordt een voorziening in de onderwijshuisvesting waar de gemeente voor verantwoordelijk is.

  • 3.

    Het investeringsverbod (schoolbesturen in het primair onderwijs hebben maar beperkte ruimte om mee te investeren in huisvesting) in het primair onderwijs wordt opgeheven.

  • 4.

    Een zorgplicht voor het schoolbestuur voor een gezond binnenklimaat.

Het wetsvoorstel “Doelmatige aanpak onderwijshuisvesting” is gericht op het verbeteren van de efficiëntie en effectiviteit van het onderwijshuisvestingsbeleid. Het wetsvoorstel stelt een aantal maatregelen te nemen om het proces van onderwijshuisvesting te stroomlijnen en beter af te stemmen op de behoeften van scholen en gemeenten.

 

Het huidige Bouwbesluit is inmiddels vervangen door de nieuwe Omgevingswet en Besluit Bouwwerken leefomgeving (betreft eisen voor nieuwbouw en renovatie van gebouwen).

 

In de Route naar Inclusief Onderwijs 2035 wordt ook ingezet op het formuleren van huisvestingseisen richting meer inclusiviteit naar 2035.

 

Financiering onderwijshuisvesting

De financiering van onderwijshuisvesting is zowel bij schoolbesturen als bij de gemeente belegd.

 

In het schema op de vorige pagina zijn de verantwoordelijkheden in beeld gebracht. De middelen die beide organisaties krijgen zijn als volgt vormgegeven:

 


Gemeenten ontvangen van het Rijk een uitkering uit het gemeentefonds voor onderwijshuisvesting. Deze uitkering is niet geoormerkt, wat betekent dat gemeenten deze middelen naar eigen inzicht mogen besteden binnen hun totale gemeentebegroting.

 

De gemeenteraad beslist hoeveel geld wordt vrijgemaakt voor onderwijshuisvesting om aan de wettelijke verplichting te voldoen. De hoogte van de uitkering uit het gemeentefonds wordt berekend op basis van het aantal leerlingen in de gemeente, waarbij voor het primair onderwijs het aantal leerlingen per school en voor het voortgezet onderwijs het aantal leerlingen per locatie in de gemeente bepalend is.

 


Schoolbesturen ontvangen een lumpsumfinanciering van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), waarbij het bedrag per school varieert op basis van factoren zoals leerlingenaantal, leerlingtype en type vestiging (hoofd- of nevenvestiging). Bij het primair onderwijs wordt de financiering berekend op basis van het aantal leerlingen dat ingeschreven staat bij een Brinnummer; bij het speciaal en voortgezet onderwijs wordt de financiering berekend op basis van het aantal leerlingen dat is ingeschreven op de school, ongeacht woonplaats.

 

Schoolbesturen hebben op dit moment beperkte mogelijkheden om te investeren in huisvesting. Dat is voor het primair onderwijs en het speciaal onderwijs enkel toegestaan als aantoonbaar is dat een dergelijke investering leidt tot een betere exploitatie en dat sprake is van een passende terugverdientijd. Indien een schoolbestuur beschikt over private middelen is er meer ruimte voor investeren in huisvesting. Schoolbesturen voor het voortgezet onderwijs hebben wettelijk meer ruimte om te investeren in huisvesting dan schoolbesturen voor het primair onderwijs.

 

Bouwheerschap

Het bouwheerschap ligt in principe bij het betreffende schoolbestuur, conform artikel 103 in de WPO, 101 in de WEC en 76n in de WVO. Als bouwheer (opdrachtgever) zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor de uitvoering van nieuwbouw en vernieuwbouw. Deze projecten moeten door de gemeente geaccordeerd worden en de gemeente stelt het budget beschikbaar.

Op verzoek van het schoolbestuur kan de gemeente deze rol overnemen, bijvoorbeeld als het een schoolbestuur de expertise niet in huis heeft om het bouwheerschap uit te voeren. Of omdat het om een complexe bouwopgave gaat, zoals bij meerdere partners onder één dak.

 

Afspraken

In de gemeente Medemblik spreken partners af dat het bouwheerschap conform de wettelijke bepaling bij het schoolbestuur ligt. Tenzij hierover wordt besloten dat een andere constructie gewenst is. Indien dit aan de orde is dan bespreken partners dit ruim voor de definitiefase en leggen vast op welke wijze men het bouwheerschap regelt. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als meerdere partners in één gebouw zitten.

 

Bouwheer en gemeente komen overeen datindien een aanbesteding niet aansluit bij de vastgestelde bedragen, partners met elkaar ingesprek gaan.

Dit betreft dan het afstemmen van kwaliteitseisen (Ruimte-OK) in relatie tot het plan en de uitkomsten van de aanbesteding.

 

Didam-arrest

Wanneer de gemeente juridisch eigenaar is van het schoolgebouw, moet zij bij het verhuren van een deel van het gebouw aan een marktpartij, zoals een kinderopvang, rekening houden met het Didam-arrest.

 

Als er meerdere geïnteresseerde partijen zijn, dienen alle partijen gelijke kansen te krijgen via een selectieprocedure. Er is echter een uitzondering op deze regel: als er op basis van rechtmatige (objectieve, toetsbare en redelijke) criteria kan worden aangetoond dat slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt, dan is een selectieprocedure niet verplicht. In het geval dat het schoolbestuur het juridisch eigendom heeft, is het Didam-arrest niet van toepassing en kan het schoolbestuur rechtstreeks een huurovereenkomst sluiten.

Het Didam-arrest is sinds november 2021 van kracht. Het wordt sterk aanbevolen om voorafgaand aan elk project de regels te controleren. Bestaande situaties worden gedoogd en afspraken blijven geldig.

 

Doordecentralisatie

Voor gemeente en schoolbesturen is dit geen interessante optie omdat de middelen, die gepaard gaan met overdracht van de schoolgebouwen naar de schoolbesturen, niet beschikbaar zijn.

 

Opheffingsnorm

Het Rijk stelt een ondergrens aan het aantal leerlingen op een school: de opheffingsnorm of instandhoudingsnorm. Een school met een leerlingenaantal dat drie jaar op rij onder de opheffingsnorm valt, verliest haar bekostiging. In de praktijk betekent dit bijna altijd dat een school moet sluiten. De opheffingsnorm wordt per gemeente vastgesteld en is afhankelijk van leerlingdichtheid. Voor de gemeente Medemblik is de gemeentelijke opheffingsnorm 81 leerlingen.

 

In de WPO zijn uitzonderingsbepalingen op de gemeentelijke opheffingsnorm opgenomen met betrekking tot de gemiddelde schoolgrootte. Een school die drie achtereenvolgende jaren onder de opheffingsnorm valt, blijft voor bekostiging in aanmerking komen indien de gemiddelde schoolgrootte van alle scholen van het desbetreffende schoolbestuur tenminste 10/6e maal de opheffingsnorm (of gewogen gemiddelde van de opheffingsnormen, als een bestuur scholen in verschillende gemeenten heeft) bedraagt.

De school moet dan wel een minimumaantal van 23 leerlingen hebben. Deze minimale norm van 23 leerlingen is landelijk vastgesteld.

 

Afspraak

In de gemeente Medemblik spreken partners afdat de beleidsregel kleine scholen uit 2018 aan de orde blijft voor kleine scholen die onder de gemeentelijke opheffingsnorm zitten.

 

Deze afspraak sluit aan bij Lange Termijn Accommodatiebeleid dat is vastgesteld door de gemeenteraad, waarin het belang van behoud van voorzieningen (waaronder onderwijs) is omschreven.

 

Bij de afwegingen wordt het onderstaande stroomschema gehanteerd.

 



 


Figuur: Beslisboom kleine scholen

 


2.2 STATUS IHP

Met dit IHP loopt de gemeente Medemblik vooruit op de wetgeving omtrent het ontwikkelen van een IHP. Met de nieuwe wetgeving “doelmatige aanpak onderwijshuisvesting” wordt de huidige jaarcyclus in de verordening voor aanvragen voor onderwijshuisvesting vervangen door een langere, meerjarige planningscyclus. Hiermee wordt voor een periode van 16 jaar een gezamenlijke planning gemaakt. Daardoor ontstaat er meer stabiliteit en voorspelbaarheid in de planning en realisatie van onderwijshuisvesting. Hiervan profiteren schoolbesturen en gemeente.

 

Tot die wetgeving van kracht is, blijft het IHP een consensus document waarin schoolbesturen en de gemeente Medemblik met elkaar een visie op beleidskaders en een lange termijnplanning vastleggen. Hierbij worden de onderstaande afspraken gemaakt.

 

Afspraken

  • •

    Het juridische vangnet vande Verordening blijft onder dit IHP liggen als borging aangaande de onderwijshuisvesting in de gemeente Medemblik.

  • •

    Scholen dienen een aanvraag in voorde start van de planvorming. Er wordt vooraf overleg gepland om eventuele knelpunten of vragen te bespreken. Vanuit hier wordt eventuele planvorming aangepast en indien noodzakelijk voorgelegd aan het OOGO.

  • •

    De inhet IHP vastgelegde planning wordt gevolgd.

  • •

    Uitgangspunt is beschikbaar stellen van het voorbereidingskrediet voor alle projecten vier jaar voor gereeddatum.

  • •

    De gemeentelijke begroting neemt ieder jaar het volgende jaar uit het IHP op in haar meerjarenbegroting (‘jaartje af – jaartje op’ principe).

  • •

    Jaarlijks vindt in een OOGO een evaluatie en herijkmoment plaats. Hierin wordt ook besproken wat de gemeente gaat toevoegen aan haar begroting voor het volgende jaar.

 

Afwijken van het vastgestelde IHP betreft enkel de volgende redenen:

  • •

    Op het moment dat leerlingengroei zich voordoet die niet voorzien was in het IHP. Deze wordt op basis van de Verordening beoordeeld.

  • •

    Spoedaanvragen die zich voordoen.

  • •

    Onvoorziene ontwikkelingen die niet zijn vastgelegd in het IHP.


3. Visie en ambities


In dit hoofdstuk worden de ambities van het IHP voor de gemeente Medemblik uiteengezet. Deze ambities vormen de leidraad voor de toekomstige ontwikkeling van de onderwijshuisvesting. Het doel is om een duurzaam, toekomstbestendig en functioneel gebouwenbestand te realiseren zodat alle kinderen van 0-13 jaar en alle medewerkers in onderwijs en opvang optimaal kunnen functioneren.

 


3.1. DOORGAANDE ONTWIKKELLIJN 0 -13 JAAR

Schoolbesturen en de gemeente Medemblik hechten aan een doorgaande ontwikkellijn voor kinderen van in ieder geval 2 – 12 jaar. Een belangrijke ambitie in het IHP is het waarborgen van een doorgaande ontwikkellijn voor kinderen van 0-13 jaar. Het doel is om een samenhangende en doorlopende ontwikkellijn te creëren voor kinderen van de kinderopvang naar het basisonderwijs. Scholen, kinderopvangorganisaties en de gemeente Medemblik werken daarin intensief samen.

Dat vraagt van ons:

  • •

    Dat onderwijs en opvang intensief samenwerken met elkaar.

  • •

    Dat we aansluiten bij de ontwikkelingen in het onderwijskansenbeleid.

  • •

    Dat de kindcentra de ontmoetingsplekken zijn voor alle kinderen, ouders en professionals in de gemeente Medemblik.

  • •

    Dat elke school een plek heeft voor peuters (regulier of VVE).


3.2. THUIS NABIJ ONDERWIJS

In de gemeente Medemblik is de ambitie om alle kinderen thuis nabij onderwijs te bieden, zodat zij in hun eigen omgeving onderwijs kunnen volgen. Dit is vooral belangrijk voor kinderen die in kleine kernen wonen.

 

De schoolbesturen en de gemeente Medemblik streven ernaar zoveel mogelijk scholen in de kleine kernen te behouden. Dit draagt bij aan de leefbaarheid en sociale cohesie in deze gebieden.

 

De beleidsregel voor kleine scholen, zoals opgesteld in het IHP 2022, blijft van kracht in het huidige IHP. De beslisboom helpt bij het maken van strategische keuzes rond investeringen in scholen. De toekomstbestendigheid van scholen wordt beoordeeld op basis van leerlingaantallen, de kwaliteit van het onderwijs en de duurzaamheid van het gebouw.

 


3.3. INCLUSIEF ONDERWIJS

Een andere ambitie is het realiseren van inclusief onderwijs, waarin alle kinderen – met of zonder ondersteuningsbehoefte – samen naar school kunnen gaan in hun eigen omgeving.

Deze ambitie sluit aan bij de landelijke ‘Werkagenda route naar Inclusief Onderwijs 2035’.

Hierbij zetten we in op:

  • •

    Het bevorderen van inclusiviteit op de scholen: Het doel van inclusief onderwijs is dat alle kinderen welkom zijn op de school van hun keuze, ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. Hierbij wordt gestreefd naar gelijke kansen voor alle leerlingen.

  • •


    Passend onderwijs: Dit gaat hand in hand met passend onderwijs, waarbij gekeken wordt naar een maatwerkoplossing voor elke leerling. Er wordt uitgegaan van onderwijs in de buurt van de woonplek, om segregatie tegen te gaan.

  • •


    Vroegschoolse educatie: In dit kader is er ook aandacht voor anderstaligen en het preventieve karakter van de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).


3.4. ONDERWIJSKANSENBELEID

In de beleidsnotitie Onderwijskansenbeleid gemeente Medemblik ‘Gelijke kansen, gelukkige kinderen!’ is met onder andere schoolbesturen het volgende doel geformuleerd:

 

Het bieden van gelijke kansen aan alle kinderen en jongeren, ongeacht hun startpositie. We zetten het ontwikkelen van talenten bij jeugdigen centraal en betrekken ouders/ verzorgers daarbij. Het beleid wordt gekenmerkt door samenwerking met en tussen partners.

 

De ambities die in dit document zijn vastgelegd sluiten aan bij de ambities vanuit dit IHP. In dit document worden de volgende ambities geformuleerd:

  • 1.


    Voldoende gespreid en kwalitatief goed aanbod

  • 2.


    Waarborgen van een doorgaande lijn

  • 3.


    Toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)

  • 4.

    Monitoren van bereik, kwaliteit en resultaten

  • 5.

    Aandacht voor talent

  • 6.


    Samenwerking rondom de ontwikkeling van kinderen

  • 7.


    Voor ieder kind een zo passend mogelijke plek


3.5. DUURZAAMHEID

De gemeente Medemblik sluit aan bij de geldende wet- en regelgeving en bouwt derhalve Bijna Energie neutrale onderwijsgebouwen. Dat geldt zowel voor nieuwbouw als voor vernieuwbouw.

 

Circulariteit is ook onderdeel van milieuvriendelijker bouwen, echter de kosten hiervoor zijn nog aanzienlijk en op dit moment is het financieel niet haalbaar om volledig circulair te bouwen. Derhalve formuleren schoolbesturen en de gemeente Medemblik de ambitie om daar waar mogelijk binnen de beschikbare vergoedingen zoveel mogelijk circulaire maatregelen te nemen.

 

Op het thema duurzaamheid worden de volgende aandachtspunten geformuleerd:

  • •

    De netcongestie is op dit moment een probleem in de regio en zeker als het gaat om bijvoorbeeld ENG bouwen en gasloos bouwen.

  • •

    Bij de afweging tussen nieuwbouw of vernieuwbouw van een school/scholen tevens vanuit de duurzaamheidsambitie bekijken welke optie de meeste kansen biedt.


3.6. SAMENWERKING

Een integraal onderdeel van het IHP is de samenwerking tussen onderwijs en andere sectoren. De ambitie is om een breed aanbod van voorzieningen te creëren voor kinderen, waardoor hun ontwikkeling op meerdere vlakken gestimuleerd wordt.

Hierbij denken we aan:

  • 1.

    Integraal denken vanuit de leefbaarheid in kleine kernen. Het aanbod rondom de kinderen versterken, ook ten behoeve van de sociale cohesie en leefbaarheid in dorpen.

  • 2.

    Kindcentra zijn de basis voor samenwerking onderwijs en opvang.


4. Van ambitie en beleid naar afspraken


4.1. INHOUDELIJK

Spreiding onderwijs

Een goede spreiding van voorzieningen en aanbod voor alle kinderen in de gemeente Medemblik staat zowel opgenomen in de ambities van dit document als in het onderwijskansenbeleid. Daarnaast is de leefbaarheid en het voorzieningenniveau een thema in het Lange Termijn Accommodatiebeleid. Dit raakt tevens de beleidsregel kleine scholen.

 

Afspraak

Partners spreken met elkaar af te blijven streven naar een goede en evenwichtige spreiding van onderwijs over de verschillende kernen in de gemeente Medemblik.

 

Doorgaande ontwikkellijn 0-13 jaar en KC ontwikkeling

Vanuit de ambitie wordt duidelijk dat de gemeente Medemblik samen met de schoolbesturen in het Primair Onderwijs en kinderopvangpartners wil werken aan een ononderbroken ontwikkellijn van kinderen van 0-13 jaar.

 

Om de doorgaande ontwikkellijn te borgen is het van belang om in te zetten op onderwijs en opvang onder hetzelfde dak of in de nabije omgeving van de scholen. Daar wordt invulling aangegeven met de ontwikkeling van Kindcentra (KC).

Hiervoor worden onderstaande afspraken gemaakt.

 

Afspraken

  • •

    Bij nieuwbouw is eenkindcentrum (KC)het uitgangspunt.

  • •

    De ambitie is eengelijk speelveld voor verhuur aan kinderopvangorganisaties. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen bestaande voorzieningen en (ver)nieuwbouw. Dit vraagt echter nog aanvullendonderzoek en gesprek met betrokkenen. Hiervoor wordt in de komende jaren toegewerkt naar afspraken en beleid.

  • •

    Bij (ver)nieuwbouw investeert de gemeente tenzij de kinderopvang kan of wil investeren. Op basis van maatwerk en mogelijkheden worden de afspraken gemaakt.

  • •

    Het juridisch eigendom wordt overgedragen aan het schoolbestuur, die dan een huurcontract afsluit met de kinderopvangorganisatie. Dit contract is langjarig. Indien de gemeente investeert dan wordt de component voor de kapitaallasten, middels een kostendekkende huurvergoeding, overgedragen aan de gemeente Medemblik. De component voor exploitatie/gebruikerslasten is voor het schoolbestuur.

 

Afspraken

  • •

    bestaande bouw is het streven te komen tot een Kindcentrum. Indien het bestaande gebouw leegstand heeft, wordt verhuur aan een kinderopvangorganisatie mogelijk. Voorlopig blijft de huurprijs maatwerk in bestaande voorzieningen, totdat nader onderzoek tot afspraken leidt.

  • •

    Vanuit dewet Markten Overheid is een gemeente gebonden aan specifieke regels aangaande subsidieverstrekking. De te maken afspraken bij zowel bestaande bouw als nieuwbouw dienen te passen in dit kader.

  • •

    Indien sprake is van groei van het onderwijs wordt in onderling overleg, met schoolbesturen, kinderopvangorganisaties en gemeente, gekeken op welke wijze huisvesting voor een kinderopvangorganisatie geborgd kan worden.

 

Onderwijskansenbeleid

De geformuleerde ambities in het vorige hoofdstuk worden door de betrokken schoolbesturen als volgt met afspraken vertaald naar de onderwijshuisvesting:

 

Afspraken

  • •

     Als nieuwe projecten opgestart worden, wordt integraal gekeken naar een visie op samenwerken en samenwonen met andere partners. Hierbij wordt vanuit de inhoud en visie gedacht en gewerkt. Initiatief hiervoor ligt bij de schoolbesturen.

  • •

    Schoolbesturen en gemeente zoeken actief contact met andere ketenpartners om afspraken te maken over de mogelijkheden en uitvoering van een eventueel samenwonen en samenwerken.

  • •

    Uitgangspunt is maatwerk per project.

 

Inclusief onderwijs

In het onderwijskansenbeleid van de gemeente Medemblik wordt gesproken over een inclusieve samenleving waarin kinderen de kans krijgen om mee te doen en zo gewoon mogelijk op te groeien. Scholen dienen de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte dan ook een passende plek te bieden binnen de school. Dit vraagt van schoolgebouwen flexibiliteit in voorzieningen, zoals gespreksruimte, lesruimten, toegankelijkheid en eventueel specifieke inventaris.

 

De eventuele extra ruimtevraag die ontstaat vanuit Passend Onderwijs dan wel Inclusief Onderwijs is nog niet vastgelegd in de Verordening of andere wetgeving aangaande huisvesting.

 

Onderwijs aan nieuwkomers

In de gemeente Medemblik is ook sprake van onderwijs aan nieuwkomers. Huisvesting van deze groep kinderen is niet altijd voorspelbaar en daarom lastig in kwantiteit aan te geven. Het legt extra druk op de capaciteit van de onderwijsvoorzieningen van sommige scholen. Deze doelgroep vraagt om een specifieke aanpak en soms specifieke huisvesting, bijvoorbeeld omdat er in kleinere groepen gewerkt wordt. Het is van belang om in deze aandacht te houden bij uitvoering van projecten uit dit IHP.

 

Afspraken

  • •

    Flexibiliteit in de onderwijsgebouwen is onderdeel van het proces om te komen tot nieuwbouw of vernieuwbouw.

  • •

    Daar waar mogelijk wordt ingestoken opgebouwen die qua toegankelijkheid en gebruik ruimte bieden voor alle leerlingen.

  • •

    Het goed huisvesten van nieuwkomers is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen en vraagt om maatwerk inzake de onderwijshuisvesting.

 


4.2 ONDERWIJSHUISVESTING

Kwaliteitsniveau

Uitgaande van toekomstbestendige onderwijshuisvesting zijn afspraken over het daarbij behorende kwaliteitsniveau gewenst en opgenomen in deze paragraaf. Onderzoek1 heeft uitgewezen dat 80% van de schoolgebouwen in Nederland niet voldoet aan de kwaliteitseisen zoals deze gelden voor duurzame voorzieningen en een gezonde leeromgeving.

 

Afspraken

  • •

     Het Kwaliteitskader van Ruimte OK, opgesteld op initiatief van VNG, PO-Raad en VO-Raad, het uitgangspunt is voor nieuwbouw.

  • •

    Het basisreferentieniveau dat in dit Kwaliteitskader is gedefinieerd vormt de norm. Alleen in overleg kan hiervan worden afgeweken.

 

Gebruiksperiode en afstoten van een gebouw

Schoolbesturen zijn verplicht om de schoolgebouwen deugdelijk te onderhouden. Om te zorgen dat ook hier een gelijk speelveld is wordt afgesproken:

 

Afspraken

  • •

     De norm uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs wordt beschouwd als minimale afmetingen.

  • •

    Afhankelijk van de mogelijkheden op de betreffende kavel wordt op basis van maatwerk gekeken naar een passende omvang van de buitenruimte.

 

Buitenruimte

Landelijk is hiervoor wetgeving opgesteld die vastgelegd is in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. De gemeente Medemblik hanteert voor de buitenruimte geen separaat c.q. vastgesteld beleid anders dan wat landelijk is afgesproken. De normafspraken voor buitenruimte zijn 3 m² (verhard oppervlak) per leerling met een minimum van 300 m². Voor scholen groter dan 200 volstaat 600 m². Echter, is een schoolplein groter dan 600 m² ten alle tijden het streven als dat op de beschikbare kavel mogelijk is.

 

Afspraken

  • •

     De norm uit de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs wordt beschouwd als minimale afmetingen.

  • •

    Afhankelijk van de mogelijkheden op de betreffende kavel wordt op basis van maatwerk gekeken naar een passende omvang van de buitenruimte.

 

Bouwheerovereenkomst

Naast de afspraken aangaande het bouwheerschap wordt ook het volgende afgesproken:

 

Afspraken

  • •

    Er wordt een bouwheerovereenkomst opgesteld om wederzijdse verplichtingen af te spreken en vast te leggen.

  • •

    Hierin worden in ieder geval vastgelegd:

    • –

      Bouwheerschap

    • –

      Financiële afspraken en verantwoording

    • –

      Afspraken omtrent de projectorganisatie

    • –

      Projectkaders

    • –

      Aanbestedingsvorm

 

Om te zorgen dat een kavel passend is en de verkeersveiligheid geborgd wordt/blijft, wordt afgesproken dat bij de uitwerking van de planvorming de afdeling RO van de gemeente Medemblik betrokken wordt. Op die manier is er vroegtijdig zicht op eventuele benodigde aanpassingen aan de openbare ruimte en worden de kosten die daarmee gemoeid zijn tijdig bij de raad aangevraagd.

 

Capaciteit onderwijsgebouwen

De capaciteit van de onderwijsgebouwen moet passend zijn voor het aantal leerlingen volgens inschrijving nu of prognoses op de langere termijn.

 

Wanneer de capaciteit van een school kleiner is dan nodig zou zijn op basis van het aantal leerlingen, dan zijn de volgende mogelijkheden aan de orde:

  • •

    De gemeente verwijst naar een ander schoolgebouw in de omgeving, passend bij de afstandsafspraken uit de Verordening. Waarbij het uitgangspunt is dat dit met minimaal twee groepen gebeurt.

  • •

    Uitbreiding gebouw, tijdelijk of permanent.

  • •

    Wanneer de capaciteit van een schoolgebouw te groot is voor het aantal leerlingen dan zijn de volgende mogelijkheden aan de orde:

  • •

    Onttrekken aan de onderwijsbestemming. Dit vindt plaats in overleg tussen gemeente en schoolbestuur.

  • •

    Behouden van de bestaande capaciteit, exploitatie is voor rekening van het schoolbestuur.

  • •

    Slopen van de overcapaciteit indien daarvoor mogelijkheden zijn.


4.3. DUURZAAMHEID

Binnen de gemeente Medemblik is het duurzaamheidsbeleid vastgelegd in het Programma Duurzaamheid. Hiermee gaat de gemeente Medemblik op weg naar het voldoen aan de afspraken zoals deze in het Klimaatakkoord van Parijs (2015) zijn vastgelegd. Dat betekent dat de gemeente Medemblik toe werkt naar een CO2-reductie van 95% per 2040, (ten opzichte van 1990). De gemeente Medemblik zet hier sinds het Nationaal Klimaatakkoord uit 2019 volop op in.

Voor het maatschappelijk vastgoed binnen de gemeente, dus ook voor onderwijsgebouwen, betekent dit dat de keuzes die in dit IHP gemaakt worden, in lijn liggen met die afspraken. Dat gaat dus niet alleen over de vervanging van onderwijsgebouwen, het gaat ook over het bestaande gebouwenbestand en keuzes die daarin te maken zijn.

 

Er bestaan op dit moment diverse subsidieregelingen waarbij zowel in klimaat als luchtkwaliteit mogelijkheden bieden. In het kader van deze subsidiemogelijkheden is de gemeente Medemblik bereid om samen met schoolbesturen te kijken naar maatwerk middels eventuele voorfinanciering door schoolbesturen. Dat betekent dat schoolbesturen bij toekenning van subsidies in dit kader, bij projecten die in een tijdbestek van maximaal 4 jaar na aanvraag van de subsidie op de planning van het IHP staan, de investering als voorfinanciering op het uiteindelijke project kunnen hanteren. Hiervoor wordt op basis van een businesscase, een subsidieaanvraag en afstemming tussen schoolbestuur en gemeente gekeken op welke wijze dit het best ingericht kan worden.

 


4.4 VOORTGEZET ONDERWIJS

Scholengemeenschap De Dijk uit Medemblik is in eerdere planvorming in de vorige IHP’s niet meegenomen. SG De Dijk heeft in 2019 een renovatie gehad in combinatie met afronding MFA De Muiter. Bovendien maakt de school nog een verduurzamingsslag in de komende jaren. Hiermee is het gebouw voor een periode van 15 jaar weer passend gehuisvest. Afgesproken wordt bij herijking van het IHP over 4 jaar te bekijken wat nodig is. In planning komt SG De Dijk in 2040 te staan.

 

Afspraken

  • •

     We gaan vooralsnog uit van BENG voor nieuwbouw en minimaal BENG voor vernieuwbouw.

  • •

    De kosten voor het verschil tussen BENG en ENG worden in beeld gebracht.

  • •

    Circulaire ambities zijn erbij gemeente en schoolbesturen. Echter hiervoor zijn geen aanvullende middelen beschikbaar. Wel wordt afgesproken dat gekeken wordt welke circulaire keuzes gemaakt kunnen worden binnen de afgesproken vergoedingen.

  • •

    Maatwerk op basis van een businesscase bij eventuele subsidiemogelijkheden aangaande projecten die binnen nu en 4 jaar op de IHP planning staan. Hier is voorfinancieren een mogelijke optie.


5. Feiten en cijfers


5.1 HET ONDERWIJSLANDSCHAP PRIMAIR ONDERWIJS IN DE GEMEENTE MEDEMBLIK



 


5.2 GEBOUWEN EN HUN LEEFTIJD



 


5.3 PROGNOSE EN RUIMTEBEHOEFTE


5.3.1 Prognosecijfers voor het primair onderwijs

De prognosecijfers voor het Primair Onderwijs in de gemeente Medemblik zijn opgesteld conform het Programma van Eisen uit de Verordening voorzieningen huisvesting Onderwijs. Hiervoor heeft de gemeente Medemblik demografische data aangeleverd, als ook alle vastgestelde woningbouwplannen. Prognoses blijven een momentopname en de werkelijkheid kan hiervan afwijken. De algemene trend in de aantallen is echter wel vaak richtinggevend voor de werkelijkheid.

 

XXLLNC Sociaal heeft de prognoses opgesteld in juni 2024, deze worden gebruikt is deze rapportage. Hierbij is de op dat moment bekende en vastgestelde woningbouw meegenomen.

 

Onderstaande grafiek laat zien dat het totale aantal leerlingen in het Primair Onderwijs in de gemeente Medemblik redelijk stabiel blijft gedurende de komende 16 jaar. Dat is ook zichtbaar per school in de onderstaande grafiek.

 



 




5.3.2. Ruimtebehoefte in het primair onderwijs

Prognosecijfers worden doorgerekend naar een normatieve ruimtebehoefte. Deze behoefte wordt voor het Primair onderwijs bepaald door 5,03 vierkante meter per leerling te vermenigvuldigen met het aantal leerlingen. Daar bovenop komt een vaste voet van 200 m² per school.

 

De nevenstaande tabel laat zien dat in de gemeente Medemblik een aanzienlijke overcapaciteit is in de onderwijsgebouwen. Dit is niet per definitie leegstand in de onderwijsgebouwen, omdat vanuit de Kindcentrum ontwikkelingen veel van deze ruimte wordt verhuurd aan kinderopvangorganisaties.

 

Bij de planvorming van dit IHP wordt gekeken op welke wijze capaciteit en behoefte goed met elkaar op één lijn gebracht kunnen worden.

 




6. Planning


6.1 INLEIDING

In het vorige IHP 2022 is een planning opgenomen die zowel door gemeente als schoolbesturen nog steeds gedragen wordt. Dit geactualiseerde IHP wordt dan ook ingevuld op basis van de eerdere planning en de wijze waarop dit in de begroting van de gemeente Medemblik is opgenomen. Wel worden er enkele aanpassingen en aanvullingen gedaan op basis van voortschrijdend inzicht.

 

Het uitgangspunt van toekomstbestendige onderwijshuisvesting zowel uit het oude IHP als nu ook in dit IHP, leidt er op termijn toe dat het gebouwenbestand van de gemeente Medemblik beter voldoet aan de (duurzaamheids-) eisen van deze tijd.

De noodzaak om de komende jaren gericht te investeren ten behoeve van de kwaliteit van de onderwijshuisvesting in de gemeente Medemblik staat niet ter discussie.

In dit IHP gaan we uit van blokken van 4 jaar waarin een aantal scholen voorzien worden van nieuwe/vernieuwde huisvesting. Om hier richting aan te geven is er een prioritering opgesteld, welke in lijn ligt met die van 2022. Hierin wordt duidelijk wanneer welke school in aanmerking komt voor nieuwbouw ofwel vernieuwbouw.

 

Terugblik vorig IHP en in ontwikkeling zijnde projecten In ontwikkeling:

 

  • •

    Maria Bernadette, Medemblik

Vernieuwbouw start 2024

  • •

    Meridiaan, Medemblik

Vernieuwbouw start 2023

  • •

    Jozefschool, Medemblik

Vernieuwbouw start 2025

Daarnaast zijn er in de afgelopen 20 jaar een aantal scholen nieuw gebouwd of gerenoveerd. Dit zijn de volgende scholen:

 

  • •

    Gerardus Majella – Onderdijk

Nieuwbouw 2004

  • •

    De Speelwagen – Wognum

Nieuwbouw 2010

  • •

    St. Hieronymus – Wognum

Nieuwbouw 2010

  • •

    St. Jozefschool – Zwaagdijk-Oost

Nieuwbouw 2010

  • •

    De Kraaienboom – Benningbroek

Renovatie 2019

SG De Dijk (VO) heeft in 2019 een renovatie ondergaan, hier lag een koppeling met MFA De Muiter aan ten grondslag. Dit was destijds geen onderdeel van de financiële planning in het IHP.

 

Blok 0

In blok 0 zijn scholen geplaats die reeds gestart zijn met vernieuwbouw of waar door de gemeenteraad budget voor is vastgesteld en deels ook al is uitbetaald. Voor deze scholen wordt er geen rekening gehouden met financiële lasten t.b.v. huisvesting in dit IHP.

 

Blok 1 en 2

Dit betreft de blokken die vaststaan en een plek krijgen binnen de gemeentelijke begroting. De aangegeven plek in het blok betreft START datum voor uitvoering van het project.

 

Blok 3 en 4

In blok 3 en 4 zijn de scholen geplaatst die op de langere termijn in aanmerking komen voor nieuwbouw of vernieuwbouw.

 


6.2 PRIORITERING

Alle scholen die in aanmerking komen voor nieuwbouw of vernieuwbouw zijn geprioriteerd op basis van een aantal kenmerken. Een belangrijk kenmerk is leeftijd. Hoe ouder het gebouw hoe eerder deze recht zou moeten hebben op nieuwbouw. Naast leeftijd is ook gekeken naar logische en/ of kansrijke combinaties tussen scholen. Wordt één van de twee scholen in een relatief kleine kern nieuw gebouwd, dan is het praktisch en financieel gezien logischer om de andere school hierin mee te nemen. De volledige prioritering is onderverdeeld in vier blokken van 4 jaar.

 

In co-creatie met de schoolbesturen is de prioritering op pagina 21 opgesteld.

Het betreft hier het STARTJAAR van uitvoering van het project. Deze prioritering is vertaald in een planning waarin per school en per jaar maatregelen worden aangedragen.

 


6.3 PLANNING

Onderstaand de planning zoals deze is in samenspraak tussen gemeente Medemblik en de schoolbesturen tot stand is gekomen. Hierin worden de verschillende blokken qua planning uitgewerkt. In ieder blok worden er een aantal scholen aangedragen voor nieuwbouw of vernieuwbouw. Voorafgaand aan ieder bouwplan wordt er een businesscase gemaakt. Hieruit moet blijken of een school beter kan nieuwbouwen of vernieuwbouwen.

 

Op de volgende pagina’s staat de planning per blok met aanduidingen START van het project. In hoofdstuk 7 wordt deze planning financieel uitgewerkt.

Voor SG De Dijk betreft het de start van de voorbereidingen.

 




7. Financieel


Vanuit de planning in hoofdstuk 6 worden in dit hoofdstuk de financiële consequenties vertaald naar een investeringsprogramma. De investeringen zijn per jaar uitgezet. De kaders zijn doormiddel van een co-creatie tussen de gemeente en de schoolbesturen vastgesteld. Alle kaders en uitgangspunten die van toepassing zijn op de financiën worden hieronder uiteengezet. Daarna wordt ingegaan op de financiële overzichten.

 


7.1 UITGANGSPUNTEN INVESTERINGSBEDRAGEN

Normbedragen VNG

De VNG publiceert ieder najaar de nieuwe normvergoedingen voor onderwijshuisvesting. Deze bedragen bieden de gemeenten een richtlijn voor de investeringen voor onderwijshuisvesting. Inmiddels weten we dat deze bedragen en de indexering vaak ruim onder de feitelijke kosten van realisatie liggen.

 

Via Ruimte OK worden ook investeringsbedragen bepaald voor onderwijshuisvesting op basis van wat er werkelijk in de markt gebeurt. Daar waar de VNG voor de normbedragen de CBS-cijfers als uitgangspunt hanteert kijkt Ruimte OK naar de werkelijkheid van dat moment in de aanbestedingen, duurzaamheidsinvesteringen en -eisen en de werkelijke stichtingskosten. Van de CBS-cijfers is algemeen bekend dat deze gekoppeld zijn aan de woningbouwopgave en niet aansluiten bij de actualiteit. Derhalve hanteren wij in dit document de cijfers zoals deze door Ruimte OK in jaarlijks worden gepubliceerd.

 

Investeringsbedrag per m² (ver)nieuwbouw

Vanuit de gemeentelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting wordt vanuit de planning een budget beschikbaar gesteld voor uitvoering.

 

Dit bedrag moet ieder jaar herijkt/geïndexeerd worden aan de hand van de in dat jaar geldende investeringsbedragen gepubliceerd door Ruimte OK. In augustus 2024 heeft Ruimte OK in het Kwaliteitskader Huisvesting de kosten opgenomen die zijn weergegeven in de onderstaande grafiek.

 

Uitgaande van BENG als financiering voor de gemeente resulteert dat voor het primair onderwijs in een budget per m2 bruto vloeroppervlak van € 3.556 per m2 (€3.706 minus €150 eigen bijdrage voor ENG).

Er wordt geen onderscheid gemaakt aangaande de kosten voor nieuwbouw dan wel vernieuwbouw.

 

Onderstaand de investeringsbedragen zoals deze door Ruimte OK in augustus 2024 zijn gepubliceerd.

 



 

Investeringsbedrag per m² Upgrade

Voor de maatregel upgrade, betreft schoolgebouwen die onder de gemeentelijke opheffingsnorm en niet de enige school in een kern zijn, wordt gerekend met €900 per m2 bvo. Hierbij kan sprake zijn van een uitzonderingssituatie, bijvoorbeeld in het geval van constructiefouten, waarvoor de gemeente verantwoordelijk is. In een dergelijk geval wordt op basis van maatwerk gekeken naar een passende oplossing.

 

Prognoses

Uitgangspunt voor de ramingen zijn de prognosecijfers zoals deze door het bedrijf xxllnc Sociaal in juni 2024 zijn opgesteld. Daarbij gaan we uit van het gemiddelde aantal leerlingen over 15 jaar vanaf 2024.

 


7.2 DUIDING INVESTERINGSBEDRAGEN IN DE PLANNING

In de investeringsplanning op de volgende pagina zijn verschillende bedragen opgenomen.

 

Een voorbereidingskrediet wordt 2 jaar voor de start van de bouw ter beschikking gesteld. Dit krediet is bedoeld om alle voorbereidingen uit te voeren, zoals opstellen Programma van Eisen, architectenselectie, ontwerpproces, etc. Dit bedrag bedraagt 8% van de investeringssom.

 


Investering is het bedrag dat nog overblijft nadat het voorbereidingskrediet ter beschikking is gesteld. Dat is dus 92% van de investeringssom en wordt beschikbaar gesteld bij start bouw, voorlopig is dat ingezet op 2 jaar na verstrekking van het voorbereidingskrediet.

 


Kapitaallasten zijn in de planning aangegeven als moment dat de afschrijving van de totale investeringssom een plek krijgt in de gemeentelijke boekhouding. We gaan er op dit moment van uit dat dit ongeveer 2 jaar na start bouw is. Met name omdat de lasten pas in het eerstvolgende hele jaar na oplevering opgenomen worden.

 

De werkelijke planning kan door omstandigheden afwijken van de hier opgenomen planning. Het streven van zowel schoolbesturen als gemeente is echter wel om te deze planning als uitgangspunt te hanteren.

 

De bedragen voor de reeds gestarte of bijna afgeronde projecten betreffen de bedragen zoals deze al zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting. Dat zijn bedragen die afkomstig zijn uit het IHP van 2022 of de inmiddels geïndexeerde bedragen die nu zijn opgenomen in de gemeentelijke begroting van 2025.

 


7.1 PLANNING INVESTERINGSBEDRAGEN



 



 


7.4 UITGANGSPUNTEN INVESTERING EN KAPITAALLASTEN

  • ➜

    BTW: Alle prijzen zijn inclusief BTW

  • ➜

    Nieuwbouw: levensduur van tenminste 50 jaar

  • ➜

    Vernieuwbouw: levensduur van tenminste 40 jaar

  • ➜

    Binnenklimaat: Frisse scholen klasse B

  • ➜

    Verduurzamen: ENG wordt gefinancierd vanuit gemeente

  • ➜

    Prijspeil: september 2024

  • ➜

    Rente: 3%

  • ➜

    Afschrijven nieuwbouw: 50 jaar

  • ➜

    Afschrijven vernieuwbouw: 40 jaar

  • ➜

    Toepassing restwaarde Niet meegenomen, wel onderzoek hiernaar

  • ➜

    Afschrijven: Lineair

  • ➜

    Alle bedragen bevatten de kosten die nodig zijn voor het dekken van de stichtingskosten. Hieronder vallen kosten voor: de bouw, directiekosten en bijkomende kosten zoals honoraria voor architect en adviseurs, onvoorzien, leges en nutsvoorzieningen.

  • ➜

    Op posten, zoals tijdelijke huisvesting (huur), sloopkosten, verhuiskosten en vergroening van pleinen wordt niet afgeschreven. Dit wordt in het jaar van uitvoering opgenomen.

Indexering

Alle investeringen in dit IHP hebben als uitgangspunt prijspeil augustus 2024. Hierbij is uitgegaan van realistische bedragen op basis van de huidige marktprijzen en investeringsbedragen. Bij de daadwerkelijke uitvoering van de projecten wordt op basis van de planvorming een kostenraming gemaakt. Hierbij is het niet uit te sluiten dat er sprake kan zijn van prijsstijgingen. In de planning is rekening gehouden met 0% prijsstijging. Indexering van de investeringsbedragen gebeurt jaarlijks aan de hand van de Ruimte OK index.

 


7.5 VERDELING INVESTERINGSBEDRAGEN

Er zijn afspraken gemaakt tussen de schoolbesturen en de gemeente over het inzetten van financiële middelen. Er is afgesproken dat de gemeente Medemblik budget beschikbaar stelt voor een Bijna Energie Neutrale gebouw (BENG) die voldoet aan de eisen van Frisse scholen klasse B. Indien mogelijk wordt binnen de grenzen van dit budget gezocht naar circulaire mogelijkheden.

 

Voor de stap naar Energie Neutraal gebouw heeft het schoolbestuur de keuze om hierin te investeren. De te verwachten kosten bedragen ca. €150/m2. bvo.

  • •

    Nieuwbouw

    De gemeente draagt de kosten van nieuwbouw, conform de geldende eisen uit onder meer het Bouwbesluit en Frisse scholen klasse B. Ten aanzien van de opvangvoorzieningen (peuter- en kinderopvang) wordt uitgegaan van kostendekkende huur.

  • •

    Vernieuwbouw

    Bij vernieuwbouw gaan we uit van dezelfde regels als voor nieuwbouw. Echter, mocht het schoolbestuur kiezen voor vernieuwbouw in plaats van nieuwbouw, dan zal de gemeente in de basis alleen het budget beschikbaar stellen waar de school recht op heeft ten aanzien van normatieve ruimtebehoefte voor nieuwbouw. De overige m2 in de school worden bekostigd door het schoolbestuur tegen dezelfde investeringsbedragen per m2. Ten aanzien van de opvangvoorzieningen (peuter- en kinderopvang) wordt uitgegaan van kostendekkende huur.

     

    Voorbeeld 1 

    School 1 heeft een bvo van 700 m2 maar heeft door een afnemend leerlingaantal een normatieve ruimtebehoefte van 600 m2. Bij een budgetaanvraag voor vernieuwbouw maakt de gemeente de berekening: normatieve ruimtebehoefte 600 m2 * € 3.556,-per m2 bvo = € 2.133.600,-. De kosten om de overige 100 m2 op orde te krijgen zijn voor rekening van het schoolbestuur.

    Voorbeeld 2 

    School 2 bestaat uit 800 m2 bvo en heeft door toenemende leerlingaantallen een normatieve ruimtebehoefte van 820 m2. Bij een budgetaanvraag voor vernieuwbouw maakt de gemeente de berekening: normatieve ruimtebehoefte 820 m2 * € 3.556,-per m2 bvo = € 2.915.920,-.


7.6 FINANCIËLE CONSEQUENTIES

Het opstellen van een IHP geeft zowel voor schoolbesturen als voor de gemeente Medemblik de mogelijkheid om rekening te houden met investeringen voor de langere termijn. Deze financiële consequenties kunnen worden meegenomen in de Meerjarenbegroting van de betrokken partners.

Per project zijn er drie belangrijke investeringsmomenten:

  • 1.

    Fase 1: verstrekking van het voorbereidingskrediet voor de fases tot aan de start bouw. In de regel is dit 8% van het bouwbudget. Deze 8% wordt in dit IHP aangehouden. Bij uitzonderingen kan maatwerk een optie zijn.

  • 2.

    Na de ontwerpfase, wanneer er aanbesteed moet worden, worden de overige middelen beschikbaar gesteld voor de start van de bouw.

  • 3.

    Het derde moment is wanneer het gebouw in de boeken van de gemeente wordt gezet. Dit is het eerste volledige jaar na oplevering van het gebouw. Vanaf dit moment ondervindt de gemeente kapitaallasten ten aanzien van de schoolgebouwen.

Onvoorziene prijsstijgingen op basis van werkelijke marktprijzen kunnen na aanbesteding leiden tot aanpassingen in budgetten.

 


7.7 INVESTERINGSLAST IN DE VORM VAN KAPITAALLASTEN

n het overzicht op pagina 22 zijn alle scholen die binnen de scope van dit IHP in aanmerking komen voor upgrade, nieuwbouw of vernieuwbouw ergens in de planning opgenomen. Voor iedere school is de hoogte van het investeringsbedrag bepaald op basis van de afgesproken uitgangspunten (zie hoofdstuk 7).

Deze investeringsbedragen zijn tevens vertaald naar kapitaallasten per jaar. Bij het berekenen van de kapitaallast is rekening gehouden met 3% rente en 50 jaar afschrijving voor nieuwbouw, 40 jaar afschrijven voor vernieuwbouw en 10 jaar afschrijven voor een upgrade. Dat resulteert in onderstaande grafiek van de kapitaallasten volgens deze uitgangspunten.

Omdat er slechts 1 schoolgebouw voor nieuwbouw op de planning staat is het verschil in kapitaallasten op 40 of 50 jaar afschrijving minimaal.

 



 


7.8 BIJKOMENDE KOSTEN

Bij de raming van de totale investering dienen de volgende bijkomende kosten meegenomen te worden (vallen buiten de scope van het IHP). Deze kosten zijn op voorhand onderdeel van de businesscase, zodat men niet voor verrassingen komt te staan.

 

De onderstaande bijkomende kosten zijn in de basis voor de gemeente:

  • •

    Bij sloop, de boekwaarde van het bestaande gebouw.

  • •

    Tijdelijke huisvesting.

  • •

    Aanpassingen aan de openbare inrichting t.b.v. parkeren, halen en brengen, verkeer.

  • •

    Sloop van gebouwen (of gebouwdelen).

  • •

    Verwerving van grond (indien nodig).

  • •

    Bouwrijp maken van de grond.

  • •

    Asbestsanering, archeologische vondsten, bodemverontreiniging, paalfundering.

  • •

    Gemeentelijke plan- en apparaatskosten.

  • •

    Extra kosten voor specifieke stedenbouwkundige eisen (beeld-kwaliteitsplan).

De eventuele investeringsbedragen voor de huisvesting van de kinderopvang zijn niet meegenomen in de ramingen omdat dit afhankelijk is van de keuze van de opvangorganisatie. Hierbij zijn de twee opties: zelf investeren door de opvangorganisatie of middels een kostendekkende huurovereenkomst de kapitaallasten van de gemeente Medemblik zoveel mogelijk dekken.

 

De onderstaande kosten zijn in de basis voor het schoolbestuur:

  • •

    Verhuizing

  • •

    Losse inrichting gebouw en terrein (onderwijsleerpakket en meubilair, exclusief eerste inrichting).

  • •

    Bij vernieuwbouw/nieuwbouw, de boekwaarde op het bestaande gebouw die voortkomt uit investeringen gedaan door het schoolbestuur.

De kosten voor bouwbegeleiding en -advies uit naam van het schoolbestuur is onderdeel van het bouwbudget.

 

Als bijlage 2 is een demarcatielijst opgenomen die vaak wordt gebruikt bij de bouw of vernieuwbouw van een schoolgebouw. In dit IHP wordt vastgesteld dat deze demarcatielijst bij nieuwbouw of vernieuwbouw als uitgangspunt wordt gebruikt. Waar nodig kan maatwerk worden toegepast.

 


Dekkingsmogelijkheden

De gemeente krijgt middelen vanuit het Gemeentefonds. Daarnaast kan er extra dekking gevonden worden in:

  • •

    In de vorm van subsidies (bv. verduurzaming, energie, vergroenen van pleinen)

  • •

    Eigen bijdrage van schoolbesturen (bv. Verduurzaming of circulariteit)

Per project dienen de kosten en dekkingsmogelijkheden inzichtelijk gemaakt te worden in het college- en raadsvoorstel zodra de projecten in de voorbereidingsfase komen.

 


7.9 BUSINESSCASE

Er zijn omstandigheden te benoemen, zoals locatie, mogelijkheden hergebruik gebouw, omvang voorzieningen, etc., die maken dat er overwegingen zijn om voor nieuwbouw dan wel vernieuwbouw te kiezen.

 


Nieuwbouw

Bij nieuwbouw is sprake van volledige vervanging van een bestaand pand op de locatie of op een nieuwe locatie.

 


Vernieuwbouw

Bij vernieuwbouw wordt ervoor gekozen om het bestaande pand tot casco te slopen en van daaruit opnieuw op te bouwen en te voorzien van nieuwe installaties, inbouwpakket en eventuele noodzakelijke functionele aanpassingen zoals de indeling van ruimten.

 

Om te komen tot een overwogen keuze voor nieuwbouw of vernieuwbouw is het van belang dat een businesscase de onderbouwing geeft die leidt tot een passend besluit. De kosten voor deze businesscase maken onderdeel uit van het voorbereidingskrediet. Het initiatief voor deze businesscase ligt in bij de bouwheer, in overleg kan besloten worden dat de gemeente het initiatief neemt omdat andere belangen ook een rol spelen.

 

De volgende onderdelen maken o.a. onderdeel uit van de businesscase:

  • •

    Het aantal leerlingen op het moment van bouwen. Het aantal leerlingen in de toekomst (binnen een scope van 10 jaar)

  • •

    Het actuele normbedrag t.a.v. de bouwkosten op basis van BDB (Bouwkostendata) / Ruimte OK

  • •

    Locatiekeuze

  • •

    Bouwheer keuze

  • •

    Inhoud van de inclusieve school (fysio, logopedie enz.)

  • •

    Behoefte aan ruimte

  • •

    Nieuwbouw en/of renovatie voor bewegingsonderwijs in beeld brengen

  • •

    Toekomstige exploitatievoordelen voor het schoolbestuur in beeld brengen. Bij de op te stellen businesscase wordt gekeken naar de Rijksvergoeding Materiële Instandhouding (MI-vergoeding) die scholen krijgen voor energie/ verwarming en onderhoud, behorende bij het nieuw te bouwen of te renoveren schoolgebouw

  • •

    Het juridisch eigenaarschap ligt niet bij alle scholen bij het schoolbestuur

  • •

    Bij een aantal scholen wordt een deel van de MI- vergoeding afgedragen aan de juridisch eigenaar. In de businesscase moet hier rekening mee gehouden worden. Dit in relatie tot de verdeling van de kosten voor verduurzamen en binnenklimaat, maar ook in de aanvulling van BENG naar ENG

  • •

    Bij ‘twee scholen onder één dak’ gaat de keuze voor de kinderopvangorganisatie in gezamenlijk overleg en is nadere afstemming nodig op lokaal niveau, met de schoolbesturen en gemeente

  • •

    Bepaling van bijkomende kosten


BIJLAGE 1: DEFINITIES EN TERMINOLOGIE

 

Er staan een aantal termen in dit IHP waarvan het wenselijk is om de definiëring helder te hebben. Dit betreft de volgende termen:

 


BENG

BENG is de afkorting voor Bijna Energie Neutraal Gebouw. Hetgeen wil zeggen dat het energie verbruik van het gebouw (verwarming, verlichting, ventilatie, warm water en koeling) evenveel is als wordt opgewekt. Daarbij zijn niet meegenomen de niet gebouw gebonden kosten zoals energieverbruik van elektrische apparaten in het gebouw.

 


ENG

Een gebouw is energieneutraal als het evenveel energie opwekt als dat het op jaarbasis verbruikt. Uitgaande van normale klimaatcondities in Nederland en een gemiddeld gebruikersgebonden energie verbruik. Het betreft hier dus het totaal van zowel de gebouwgebonden energiekosten als het gebruikersgebonden verbruik.

 


Nieuwbouw; afschrijvingstermijn 50 jaar

Nieuwbouw gaat uit van sloop van bestaande huisvesting en het opnieuw bouwen van de school volgens de Verordening huisvesting onderwijs.

 


Vernieuwbouw; afschrijvingstermijn 40 jaar

We spreken over vernieuwbouw als het schoolgebouw gerenoveerd wordt op een niveau dat gelijkwaardig is aan nieuwbouw. Hierbij wordt dan ook een afschrijvingstermijn gehanteerd van 40 jaar.

 


Upgrade; afschrijvingstermijn
10 jaar

Bij een upgrade wordt het gebouw technisch en functioneel verbeterd waarbij de levensduur van het gebouw met minimaal 10 jaar wordt verlengd.

 


Kindcentrum
(KC) en Integraal
Kindcentrum
(IKC)

Vaak wordt gesproken over Integraal Kindcentrum (IKC) als zijn de een samenwerking of samen gehuisvest zijn van onderwijs en opvang. Formeel is er echter pas sprake van een IKC als het één organisatie betreft met een voorziening waar kinderen van 0-12 jaar gedurende de dag komen om te leren, spelen, ontwikkelen en ontmoeten.2 Er is sprake van een Kindcentrum wanneer er geen sprake is van één organisatie, maar van twee of meerdere organisaties die binnen een voorziening een gezamenlijk dagaanbod aanbieden voor kinderen van 0-12 jaar. In dit IHP wordt gekozen voor de term Kindcentrum, omdat dit de vorm is waarop het op dit moment binnen de gemeente Medemblik wordt vormgegeven.

 


NEN2767

NEN 2767 is dé norm voor conditiemeting van gebouwen, infrastructuur en andere beheerobjecten. Hiermee kan gestuurd worden op prestatie-eisen, zodat een eigenaar of beheerder inzicht heeft in de aanwezige gebreken en weet welke risico’s hij loopt als die niet worden opgelost. De norm zorgt ervoor dat inspecteurs betrouwbare informatie aanleveren waardoor meerjarenprogramma’s kunnen worden ontwikkeld. Hiermee krijgt de eigenaar/beheerder input voor zijn beleid en kan zo ook richting geven aan het stellen van prioriteiten voor herstel van gebreken. Zo is er grip op de technische toestand, de risico’s en kosten op korte en lange termijn.3

Scores kunnen zijn:

  • 1.

    zeer goed (nieuwbouw);

  • 2.

    goed (vergelijkbaar met nieuwbouw, wel veroudering, geen onderhoudsschade of onderhoudsbehoefte);

  • 3.

    redelijk (geen nieuwbouw, beperkte onderhoudsschade of onderhoudsbehoefte);

  • 4.

    matig (duidelijke onderhoudsschade en onderhoudsbehoefte);

  • 5.

    slecht (grote onderhoudsschade en grote onderhoudsbehoefte);

  • 6.

    zeer slecht (grote onderhoudsschade echter door zeer slechte staat kan geen onderhoud meer gepleegd worden: vervangen is noodzakelijk).


BIJLAGE 2: DEMARCATIELIJST

 

Thema

Bouwbudget

Inrichting

Opmerkingen


Algemeen

Vloerbedekking


X

–

(inbouw) Meubilair, losse kasten en alleoverige losse elementen

–


X

Klokken, plantenbakken, afvalbakken, etc.

Buitenzonwering op zonbelaste gevels


X

–

Buitenzonwering opnoord gevels

–


X

Binnenzonwering, gordijnen etc.

–


X

Databekabeling incl.patchkast en outlets


X

–

Exel. alle overige (actieve) apparatuur, wifi-routers.


Centrale rulmten(entree, leerplelnen, 
keuken, 
verkeersrulmten, etc.)

Naamaanduiding/gevelbelettering


X

–

Eenvoudige uitvoering, niet verlicht enter plaatse van deentree.

Brievenbuskast (losstaand of in gevel)


X

–

Schoonloopmatten


X

–

Mededelingenbord /centraal informatiepaneel

–


X

Voorziening elektraen data in bouwbudget.

Bewegwijzering/ruimtebenaming

–


X

Lestijdensignalering


X

–

Garderobes/garderobehaken oflockers


X

–


Groepsrulmten

Schoolborden

–


X

Voorz. (bouwkundig, elektra en loze leiding t.a.v. data/hdmi) inbouwbudget

Garderobe voor personeel


X

–

Eenvoudig voorziening (haakje), geen garderobekast in lokaal.

Werkwand, prikwand, leeslijst

–


X

(tenzij noodzakelijk voor een akoestisch binnenklimaat)

Bouwkundige/vaste kastenin groepsruimte

–


X

Kasten zijnvoorde gebruikers. lnpandige bouwkundige kasten passenin het bouwbudget

Pantryblokjes {aIleen koud water)


X

–

Exel. zeepdispencers/handdoekautomaten (inrichting). (excl. de aanvullende kasten)

Vensterbanken


X

–


Ondersteunende ruimten (kantoor, personeelskamer, serverruimte, werkkast, etc.)

Werkblad reproruimte

–


X

Keeling serverruimte


X

–

lndien van toepassing.

Pantry personeelskamer


X

–

lnclusief vaatwasser, koelkast, magnetron, kookplaat, afzuiging en warmwater.

Stellingen enlegplanken in bergingen

–


X

Uitstortgootsteen in werkkasten


X

–

Warm en koudwater.


Sanltalre rulmten

Closetten, wastafels en kranen


X

–

Incl. toiletbril en spiegel, excl. overige accessoires.

Zeepautomaten, handdrogers, handdoekhouders, toiletrolhouders/dispence

–


X

Verschoontafels

–


X


Speellokaal

Sportvloer


X

–

lnrichting speellokaal

–


X


Buitenterrein


Terre
i
nverhard
i
ng en groenvoorzieningen


X

–

Terreinafscheiding


X

–

Parkeren en fietsstalplaatsen


X

–

Zitbanken enzandbakken


X

–

Zandbak


X

–

Spee!-, en klimtoestellen

–


X

Buitenberging speelterrein


X

–

Vlaggenmast


X

–

Vlaggenmast per gebruiker.

Kunstgras en overige valdempende ondergronden

–


X


BIJLAGE 3: INVESTERINGSPLANNING A3

 



Link naar bekendmaking

Tags: BekendmakingenGemeente Medemblik
Deel3Tweet2VerstuurDeel1Verstuur
Advertenties van onze sponsoren
• BHV materialen nodig? BHVtotaal uw partner in veiligheid!
• Ook hier adverteren? Vanaf €25,- p/maand
• Renovatie badkamer, keuken, toilet? Vertelman Tegelwerken
• De HorlogeSmit voor horlogereparaties en onderhoud 0611040316

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Inschrijven voor Nieuws Updates:

Skoftig; Nieuws uit jouw regio in je mailbox Abonneren

Advertentie

Populair afgelopen 24 uur

  • Westfriesland SEW strijdt om landstitel; wedstrijd zondag live bij NOS

    Westfriesland SEW strijdt om landstitel; wedstrijd zondag live bij NOS

    220 lezers
    Deel 88 Tweet 55
  • 37 nieuwe duurzame woningen aan Spanbroekerweg 162

    1394 lezers
    Deel 558 Tweet 349
  • Hoornse wijkenlopen start met grote groep deelnemers in Kersenboogerd

    121 lezers
    Deel 48 Tweet 30
  • Gerard en Els uit Bovenkarspel winnen 100.000 euro in loterijtrekking

    357 lezers
    Deel 143 Tweet 89
  • Nieuwe sportaccommodatie s.v. Enkhuizen

    79 lezers
    Deel 32 Tweet 20

Lokaal nieuws en bekendmakingen

  • Drechterland
  • Enkhuizen
  • Hoorn
  • Koggenland
  • Medemblik
  • Opmeer
  • Stede Broec
Facebook Twitter Instagram Telegram LinkedIn

Nieuws, informatie en bekendmakingen per gemeente

  • Drechterland
  • Enkhuizen
  • Hoorn
  • Koggenland
  • Medemblik
  • Opmeer
  • Stede Broec
Volg OnsWestfriesland en mis geen nieuws
  • Bluesky:  ons.wf/bluesky
  • Instagram:  ons.wf/Instagram
  • Twitter: ons.wf/twitter
  • facebook: ons.wf/facebook
  • Youtube: ons.wf/youtube
  • Telegram: ons.wf/telegram
  • Threads: ons.wf/threads
  • Mastodon: ons.wf/mastodon
  • Whatsapp Channel: WestfrieslandNieuws
  • whatsapp: 06-49 522 000 (nieuws, tips en foto's)
Samen groeien wij door naar de nummer 1 nieuwswebsite gericht op Westfriesland.

Laatst toegevoegd

Check wat vaker uw snelheid

Check wat vaker uw snelheid

Subsidie voor isolatie kan alleen via Klimaatroute

Hoornse wijkenlopen start met grote groep deelnemers in Kersenboogerd

De Seniorenraad van Stede Broec is op zoek naar een penningmeester

Nieuwe sportaccommodatie s.v. Enkhuizen

Glaspoort legt glasvezel aan in Opmeer

© 2013-2024 OnsWestfriesland.nl een Westfriesland Media productie. Alle rechten voorbehouden. | Disclaimer

Welkom terug!

Login op je account

Wachtwoord vergeten?

Retrieve your password

Vul je username of e-mailadres om wachtwoord te resetten

Log In
  • Drechterland
  • Enkhuizen
  • Hoorn
  • Koggenland
  • Medemblik
  • Opmeer
  • Stede Broec
Geen resultaat
Bekijken resultaten

© 2013-2024 OnsWestfriesland.nl een Westfriesland Media productie. Alle rechten voorbehouden. | Disclaimer