Gedragscode voor raadsleden en commissieleden Gemeente Medemblik 2025
De raad van de gemeente Medemblik,
gelezen het bijbehorend voorstel van het presidium d.d. 23 december 2024,
Gelet op artikel 15 lid 3, 41c lid 2 en 69 lid 2 Gemeentewet
- 1.
In Medemblik vinden we een integere overheid belangrijk, willen we verantwoordelijkheid nemen en kijken we om naar elkaar. Onze democratie en de manier waarop wij in de gemeente besluiten nemen en beleid maken, kunnen niet zonder een integere organisatie en integere politici. De gemeenteraad en het college van B&W zijn hiervoor verantwoordelijk en kunnen daarop worden aangesproken. In het bevorderen van het integere handelen van politici zijn bijzondere rollen weggelegd voor de burgemeester als bevorderaar van bestuurlijke integriteit (artikel 170 lid 2 Gemeentewet), de griffier als eerste adviseur van de raad en de secretaris als eerste adviseur van de burgemeester en het college van B&W.
Niet alleen de vraag wat is toegestaan is belangrijk, maar ook hoe we vinden dat we als gemeente moeten handelen. In Medemblik streven we naar een bestuur, waar onze inwoners en bedrijven vertrouwen in mogen stellen. Dat betekent dat we verantwoordelijkheid nemen en bereid zijn verantwoording af te leggen. Van politieke ambtsdragers wordt het goede voorbeeld verwacht. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat en de overheid worden beschadigd. Startpunt is de formele eed of de belofte die de politieke ambtsdrager bij het aantreden in de functie aflegt.
Integriteit gaat ook over de manier waarop wij ons werk doen en de onderlinge omgangsvormen. Wij vinden een respectvolle omgang met inwoners en organisaties, tussen raadsleden onderling en tussen raadsleden, collegeleden en medewerkers belangrijk, zonder dat dit ten koste gaat van ieders eigen politieke inhoud en stijl. Integer handelen is iets wat steeds opnieuw in de praktijk gebracht moet worden. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat is onvoldoende. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling. De gedragscode helpt om het gesprek tussen politieke ambtsdragers te ondersteunen.
Deze gedragscode heeft betrekking op de raadsleden en commissieleden van Medemblik. Waar raadsleden staat, moet ook commissieleden worden gelezen – tenzij expliciet anders aangegeven. De gedragscode bevat de gemaakte afspraken, richtlijnen en waarden die wij binnen onze gemeente belangrijk vinden. Bij twijfels, vragen of discussies kan de gedragscode houvast bieden of duidelijkheid geven over de norm.
Politieke ambtsdragers moeten zich houden aan de wet en aan de gedragscode. Wanneer zij dat niet doen, kunnen zij daarop worden aangesproken. Om die reden heeft de gemeenteraad van Medemblik ook een Gentle Agreement opgesteld. Dit is een protocol waarin staat hoe te handelen bij twijfel of vermoedens van integriteitsschendingen.
In Medemblik zien en benadrukken we het belang van een integere overheid.
- •
- •
- •
- •
- •
- •
In Medemblik zijn we bereid verantwoordelijkheid te nemen.
- •
- •
- •
In Medemblik kijken we om naar elkaar.
- •
- •
- •
- •
1. Afspraken over het voorkomen van belangenverstrengeling
Artikel 12 Gemeentewet (functies naast het raadslidmaatschap)
Artikel 13 Gemeentewet (onverenigbare functies)
Artikel 15 Gemeentewet (verboden handelingen en overeenkomsten)
Artikel 28 Gemeentewet (onthouden deelname aan beraadslaging en stemming)
Raadsleden zijn gekozen volksvertegenwoordigers en hebben daarom de democratische plicht deel te nemen aan de besluitvorming in de raad. Raadsleden zijn de brug tussen de gemeente en haar inwoners. Het is daarbij belangrijk voor raadsleden om altijd het algemeen belang voor ogen te houden en belangenverstrengeling tegen te gaan. Raadsleden mogen hun invloed niet gebruiken voor hun eigen belang of de belangen van andere mensen of bedrijven waar zij persoonlijk betrokken zijn. Zij handelen altijd met oog voor de hele samenleving.
ARTIKEL 1.1 MELDEN VAN FUNCTIES NAAST HET RAADSLIDMAATSCHAP
- 1.
Raadsleden maken de functies openbaar die zij naast hun raadslidmaatschap vervullen. Dit doen zij door de griffier bij hun aantreden als raadslid de informatie te geven over de functies die zij vervullen. Als zij gedurende het raadslidmaatschap nieuwe functies accepteren of de omstandigheden met betrekking tot bestaande functies veranderen, informeren zij de griffier hierover direct. Ook toekomstige functies worden gemeld, op het moment dat raadsleden weten dat zij deze functies gaan vervullen.
- 2.
- 3.
ARTIKEL 1.3 ONTHOUDEN DEELNAME BERAADSLAGING EN STEMMING
- 1.
Raadsleden doen niet mee aan de beraadslaging en stemming over een onderwerp als er sprake is van een situatie die strijd met artikel 28 Gemeentewet oplevert. Raadsleden melden dit aan de voorzitter voordat de vergadering begint of bij het vaststellen van de agenda. Raadsleden verlaten de vergadering bij de behandeling van het betreffende agendapunt.
- 2.
- 3.
- 4.
Bij veel besluiten die de gemeenteraad neemt, kan direct of indirect een persoonlijk belang van politieke ambtsdragers een rol spelen. Dat is inherent aan wonen, werken en recreëren in Medemblik. Een persoonlijk belang hebben bij besluiten is op zichzelf niet altijd doorslaggevend bij de vraag of sprake is van belangenverstrengeling. Raadsleden dienen zich volgens de wet alleen van beraadslaging en stemming te onthouden als de besluitvorming hen persoonlijk of hun directe familie en vrienden aangaat of wanneer zij als vertegenwoordiger betrokken zijn. Of daar sprake van is, hangt in de eerste plaats af van de aard van het te nemen besluit. Gaat het om iets algemeens, wat gevolgen heeft voor een grotere kring van betrokkenen, dan staat het raadsleden doorgaans vrij om daarover mee te praten en te stemmen – zolang zij daarbij maar het algemeen belang voor ogen blijven houden.
Naast de juridische kaders, waarbinnen niet snel sprake is van belangenverstrengeling, speelt ook de buitenwereld een rol. Die kijkt vaak kritisch mee. Het is belangrijk dat raadsleden aan inwoners en media kunnen uitleggen dat hun persoonlijk belang geen invloed heeft op de besluitvorming. Publieke discussie hierover kan immers afbreuk doen aan het vertrouwen in (de besluitvorming van) de gemeente. Waar voor collegeleden geldt dat zij zich soms beter afzijdig kunnen houden van besluiten als zij de schijn tegen hebben, geldt voor raadsleden dat zij bij uitstek midden in de maatschappij worden geacht te staan. Bij raadsleden gaat het om een juiste balans tussen hun democratische mandaat en voorzichtigheid. Uiteindelijk maakt het raadslid zelf altijd de afweging of het zich dient te onthouden van een stemming of beraadslaging. Is er twijfel dan kunnen raadsleden advies inwinnen bij de griffier en/of de burgemeester.
2. Afspraken over de omgang met geschenken en uitnodigingen
Artikel 14 Gemeentewet (eed of belofte)
Raadsleden leggen een eed of belofte af: zij mogen hun invloed en stem niet laten kopen of beïnvloeden door geld, goederen, diensten of uitnodigingen die zijn gekregen of beloofd.
ARTIKEL 2.1 OMGANG MET GESCHENKEN, FACILITEITEN EN DIENSTEN
- 1.
Raadsleden nemen van derden geen geschenken aan en accepteren geen faciliteiten of diensten waarvan redelijkerwijs mag worden aangenomen dat die hen uit hoofde van of vanwege hun functie als raadslid worden aangeboden, tenzij het gaat om een incidentele, kleine attentie (zoals een bloemetje of een fles wijn) met een geschatte waarde van maximaal € 50.
- 2.
- 3.
- 4.
- 1.
- 2.
Een voorgenomen deelname aan werkbezoeken, excursies en evenementen die in relatie staan met de functie van raadslid en voor rekening van anderen dan de gemeente komen, melden de raadsleden bij de burgemeester voorafgaand aan het werkbezoek, de excursie of het evenement. De burgemeester legt de uitnodiging voor in het presidium. Daarbij moet ook worden gemeld wie de kosten voor zijn rekening neemt wanneer de kosten niet worden betaald door de gemeente. Er hoeft geen melding te worden gedaan wanneer het gaat om een uitnodiging door een andere overheidsorganisatie. Mocht voorafgaande melding niet mogelijk zijn, dan meldt het raadslid het werkbezoek, de excursie of het evenement uiterlijk binnen één week na deelname.
- 3.
ARTIKEL 2.3 (BUITENLANDSE) DIENSTREIZEN
- 1.
- 2.
Raadsleden melden een voorgenomen (buitenlandse) dienstreis als bedoeld in lid 1 aan de burgemeester, die deze voorlegt aan het presidium. Raadsleden geven daarbij informatie over het doel en de duur van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap dat meereist, de kosten voor de gemeente, welke kosten voor rekening van anderen komen en de manier waarop van de reis verslag wordt gedaan. Deze informatie wordt schriftelijk vastgelegd.
Geschenken en uitnodigingen kunnen een sluiproute naar oneigenlijke beïnvloeding zijn. Uitgangspunt bij de afspraken over geschenken, faciliteiten, diensten en uitnodigingen is dat kleine attenties en attenties die een functioneel doel hebben mogen worden aangenomen. Het is belangrijk dat geschenken en uitnodigingen transparant zijn, niet bovenmatig zijn en dat er geen (schijn van) afhankelijkheid ontstaat. Geschenken en uitnodigingen in ruil voor tegenprestatie zijn nooit toegestaan. In de ambtseed of belofte verklaart een raadslid aan niemand iets te hebben gegeven of beloofd om te worden benoemd en ook in de toekomst geen geschenken aan te nemen of beloften te doen in ruil voor een tegenprestatie.
Bij buitenlandse dienstreizen kan snel het beeld ontstaan van een snoepreisje. Om deze beeldvorming te vermijden en raadsleden houvast te bieden over het kader waarbinnen de dienstreizen kunnen worden gemaakt, zijn in deze gedragscode afspraken opgenomen.
3. Afspraken over de omgang met gemeentelijke voorzieningen
Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers
Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden Medemblik 2024
De gemeente werkt met belastinggeld. Raadsleden gaan daarom op een voorzichtige manier om met faciliteiten van de gemeente en financiële middelen en gebruiken die alleen waar ze voor zijn bedoeld.
ARTIKEL 3.1 GEMEENSCHAPPELIJKE RUIMTES
Raadsleden houden zich aan de regels voor het gebruik van algemene interne voorzieningen, zoals vergaderruimtes.
ARTIKEL 3.3 GEBRUIK ICT- MIDDELEN
Raadsleden houden zich bij gebruik van de ICT-middelen van de gemeente aan hetgeen in de bruikleenovereenkomst is opgenomen. Daarbij is daarnaast van belang dat:
- a.
- b.
- c.
- d.
Raadsleden bevinden zich onder een vergrootglas als het gaat over het vergoeden van gemaakte kosten of het gebruikmaken van voorzieningen. Van raadsleden mag een zekere soberheid worden verwacht en zij hebben een voorbeeldfunctie. Het is moeilijk uit te leggen als een raadslid in economisch moeilijke tijden een beroep doet op de soberheid van burgers, terwijl die zelf veel kosten declareert.
Raadsleden dragen immers vaak zelf de eindverantwoordelijkheid voor het kostenniveau van een bepaalde voorziening of verstrekking. Uitgaven die ogenschijnlijk van ondergeschikt belang zijn, kunnen in de publiciteit breed worden uitgemeten en de reputatie van een raadslid aantasten.
4. Afspraken over de omgang met informatie
Artikel 23 en 24 Gemeentewet (beslotenheid)
Artikel 87, 88, 89 en 292 Gemeentewet (geheimhouding)
Artikel 169 Gemeentewet (informatieplicht)
Raadsleden gaan zorgvuldig en correct om met de informatie die zij hebben. Zij streven met elkaar naar een open en transparante overheid. Soms is informatie geheim en daar moeten raadsleden zich aan houden.
Raadsleden handelen in overeenstemming met de letter en de geest van de Gemeentewet en met de Wet open overheid.
ARTIKEL 4.2 OMGANG MET GEHEIME INFORMATIE
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Geheime informatie is informatie waar formeel geheimhouding is opgelegd (op grond van de artikelen 87, 88 en 89 Gemeentewet). Raadsleden zijn dan wettelijk verplicht tot geheimhouding. Daarnaast zijn er situaties waarin raadsleden redelijkerwijs moeten begrijpen dat informatie waarover zij beschikken, (nog) niet bestemd is voor de openbaarheid of voor het delen met derden wanneer daardoor een ongelijk speelveld ontstaat. Het gaat dan bijvoorbeeld om informatie waarover het college van B&W nog tot geheimhouding kan besluiten. Of informatie die raadsleden onder embargo hebben ontvangen en die de volgende dag openbaar wordt gemaakt.
5. Afspraken over omgangsvormen
Artikel 16 Gemeentewet (reglement van orde)
Artikel 26 Gemeentewet (handhaving van de orde)
Raadsleden gaan binnen en buiten de vergaderzaal op respectvolle wijze om met elkaar, collegeleden, medewerkers en inwoners om. Zij gedragen zich als een goede ambassadeur van de gemeente en houden de eer en het aanzien van de gemeente hoog. Raadsleden zorgen er met elkaar voor dat er sprake is van een veilige werksfeer. De manier waarop de raad onderling en met anderen omgaat is van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Het goede voorbeeld geven, ook in de privésfeer, is daarbij de norm.
ARTIKEL 5.1 OMGANGSVORMEN ALGEMEEN
- 1.
Binnen en buiten het gemeentehuis behandelen raadsleden elkaar, collegeleden, de griffie en de griffiemedewerkers, de gemeentesecretaris en andere medewerkers op correcte wijze zowel mondeling als schriftelijk. Zij maken zich niet schuldig aan pestgedrag, (seksuele) intimidatie, discriminatie, agressie en geweld. Ook openlijk grof taalgebruik en ongefundeerde beschuldigingen van strafbaar gedrag worden niet geaccepteerd.
- 2.
ARTIKEL 5.3 GEBRUIK VAN SOCIALE MEDIA
- 1.
Raadsleden hebben in toenemende mate te maken met agressie, belediging of persoonlijke bedreiging op sociale media. Dit kan van grote invloed zijn op de gevoelens van veiligheid, de ervaren werkdruk en daarmee op het functioneren van de raad. Daarom is het belangrijk dat raadsleden zelf ver van dit gedrag blijven, en dit corrigeren of veroordelen wanneer anderen dit doen. Ook is het collegiaal en zeer ondersteunend om voor elkaar op te komen als raadsleden te maken krijgen met intimidatie op sociale media.
- 2.
Iedereen heeft recht op een sociaal veilige werkomgeving, ook raadsleden. Los van de gevolgen van grensoverschrijdend gedrag op individueel niveau, zijn correcte omgangsvormen van raadsleden van belang voor het goed functioneren van de democratie. Een respectvolle omgang met elkaar en anderen is een vereiste om met elkaar tot een werkelijk debat te komen op basis van feiten. Bovendien zijn onderlinge omgangsvormen door raadsleden van betekenis voor de vraag hoe inwoners en bedrijven naar de gemeente kijken. De manier waarop raadsleden met elkaar en anderen omgaan is van invloed op de geloofwaardigheid van de politiek. Het goede voorbeeld geven, ook in de privésfeer, is daarbij in de praktijk de norm.
Politiek is debatteren, en kan daarbij ook een arena van strijd en emotie zijn. Daar mogen verschillen worden uitvergroot. Daarbij geldt wel: we houden oog voor elkaars welzijn. Als raadsleden zichtbaar over elkaars grenzen gaan ligt de verantwoordelijkheid niet alleen bij de persoon die de ongewenste gedraging ervaart, maar ook bij overige politieke ambtsdragers die op dat moment getuige zijn.
ARTIKEL 6.1 EENDUIDIGE INTERPRETATIE
De gemeenteraad bevordert de eenduidige interpretatie van deze gedragscode. Bij niet-geregelde onderwerpen of onduidelijkheden in de gedragscode voorziet de raad daarin op voorstel van de voorzitter.
ARTIKEL 6.2 TOEZICHT OP NALEVING
- 1.
- 2.
Een gedragscode kan onmogelijk in alle situaties voorzien. Het is daarom van belang om regelmatig te reflecteren op de kernwaarden en afspraken uit de gedragscode en op eventuele leemtes of onduidelijkheden. Daarbij kunnen ook de behoefte voor het bespreken van praktijkvoorbeelden of het volgen van trainingsbijeenkomsten worden gepeild. Op die manier blijft de gedragscode een levend document.
Het toezien op naleving van de gedragscode ligt ultimo bij de gemeenteraad als orgaan dat de gedragscodes vaststelt. Bijzondere rollen zijn weggelegd voor de burgemeester als bevorderaar van bestuurlijke integriteit (artikel 170 lid 2 Gemeentewet) en voor de fractievoorzitters, als primus inter pares binnen hun fracties. De griffier en de secretaris zijn als eerste adviseurs van de raad respectievelijk het college beschikbaar voor ondersteuning en advies.
Wanneer sprake is van een concreet vermoeden van niet-integer handelen, dan geldt het Gentle agreement. Dit protocol biedt een met waarborgen omklede procedure om zorgvuldig om te gaan met meldingen en signalen en recht te doen aan zowel de melder als de betrokken politieke ambtsdrager.