Nadere regels Jeugdhulp gemeente Medemblik 2025
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
- 1.
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
- a.
- b.
Lokale jeugdteam: de voorziening die de gemeente heeft ingericht om hulp/ondersteuning te bieden aan de jeugdige en/of het gezin en tevens de toegang tot individuele voorzieningen. De focus van het lokale jeugdteam ligt op het versterken van de eigen regie/kracht van de jeugdige of het gezin, het vergroten van de zelfredzaamheid; - c.
- 2.
Hoofdstuk 2 Individuele voorzieningen
Artikel 2.1 Individuele voorzieningen en componenten
In dit hoofdstuk staan de individuele voorzieningen die zijn ingekocht beschreven. Gelijk aan de verordening zijn de individuele voorzieningen verdeeld in specialistische jeugdhulp, hoog specialistische jeugdhulp en jeugdhulp met verblijf.
Artikel 2.2 Toekennen individuele voorzieningen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
Artikel 2.3 Specialistische jeugdhulp
- 1.
Specialistische jeugdhulp betreft doorgaans enkelvoudige hulpvragen, waarbij de benodigde inzet op basis van de voorinformatie en probleemformulering voorspelbaar is. Het traject is planbaar met een beperkt aantal contactmomenten of beperkte hoeveelheid tijd per maand aan inzet nodig vanuit de jeugdhulpaanbieder. Er is doorgaans inzet vanuit één jeugdhulpaanbieder nodig. Deze houdt oog voor het gehele gezin en eventueel overstijgende zorgvragen voor gezinsleden.
- 2.
- 3.
- 4.
De jeugdhulpaanbieder dient tenminste de volgende taken zelf uit te voeren:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
Waar van toepassing begeleiden van de jeugdige/ gezin naar hulp vanuit bijvoorbeeld Wonen met Ondersteuning, Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Wet Langdurige Zorg (Wlz) en/of het aangaan van een samenwerking. De jeugdige en/of het gezin kan hierbij ook ondersteund worden door een onafhankelijke clientondersteuner.
- 5.
De gemeente heeft specialistische jeugdhulp verdeeld in laag en midden complexe jeugdhulp:
- a.
- b.
Midden complexe jeugdhulp kenmerkt zich door een toenemend risico op een stagnerende ontwikkeling op één of meerdere leefgebieden, zoals gedragsontwikkeling, psychische problematiek, leeftijdsadequate ontwikkeling, (maatschappelijke) participatie, autonomie en/ of identiteitsontwikkeling, veerkracht en weerbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van problematiek bij de ouder(s) en/of veiligheidsrisico’s in het (gezins-)systeem. Bij midden complexe jeugdhulp is altijd sprake van een vorm van behandeling als onderdeel van de inzet om de problematiek te verminderen of op te heffen.
- 6.
Verwijzingen door een Gecertificeerde Instelling vallen per definitie onder midden of hoog specialistische jeugdhulp. Dit komt voort uit het gegeven dat bij gezinnen met een kinderbeschermingsmaatregel, opgelegd door de kinderrechter, sprake is van (ernstige) zorgen over het veilig opgroeien van de jeugdige. Wel kan er sprake zijn van een samenwerking met een jeugdhulpaanbieder voor een deel van de begeleiding, die valt onder laagcomplexe jeugdhulp of algemeen toegankelijke voorziening in de sociale basis.
Artikel 2.5 Hoog specialistische jeugdhulp
- 1.
Hoog specialistische jeugdhulp betreft meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) hulpvragen. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking tussen de ondersteuners van deze verschillende levensdomeinen noodzakelijk.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
De doelgroep voor de hoog specialistische jeugdhulp is een kleine groep jeugdigen met meervoudige, urgente en/of zeer specifieke (niet vaak voorkomende) problematiek met een onvoorspelbaar karakter; de zogenoemde ‘hoog complexe zorg’. Het kan hierbij gaan om jeugdigen/gezinnen waarbij er sprake is van psychiatrische problematiek, een verstandelijke beperking en/of ernstige opvoedproblematiek. Kenmerkend is dat de zorg vaak onvoorspelbaar is en dat er op meerdere levensdomeinen hulpvragen spelen. Om de juiste zorg te bieden is een integrale samenwerking tussen de ondersteuners op deze levensdomeinen, noodzakelijk.
- 7.
De doelgroep voor hoog specialistische forensische jeugdhulp is een kleine, complexe groep jeugdigen die delict gedrag en/of seksueel of agressief grensoverschrijdend gedrag vertoont (of bij wie de dreiging hiertoe in de nabije toekomst groot is). Het gaat hierbij om risico gestuurde zorg gericht op veiligheid, omdat deze jeugdigen zonder passende en tijdige behandeling een gevaar voor zichzelf en hun omgeving vormen.
- 8.
- 9.
Artikel 2.6 Jeugdhulp met verblijf
- 1.
- 2.
De doelgroep voor Jeugdhulp met verblijf zijn jeugdigen met (complexe) eigen problematiek, vaak in combinatie met ouders die zich (ernstig) onmachtig voelen in het ouderschap, vaak als gevolg van complexe (eigen) problematiek bij (één van de) ouders. De jeugdige kan als gevolg van bovenstaande (tijdelijk) niet meer in het eigen gezin wonen, waardoor de jeugdige voor korte of voor langere tijd aangewezen is op een vorm van 24-uursverblijf.
- 3.
- 4.
Er is sprake van deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.i. van dit artikel wanneer de jeugdige voor zes of minder etmalen per week verblijft bij de pleegouders. Deeltijdpleegzorg wordt toegekend op basis van maatwerk. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
- 5.
Deeltijdpleegzorg zoals bedoeld in lid 3.a.ii. van dit artikel wordt ook ingezet bij een crisisplaatsing pleegzorg. Vanaf de 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden de pleegzorg te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie de pleegzorg te beëindigen.
- 6.
Een gezinshuis zoals bedoeld in lid 3.b. van dit artikel is een vorm van jeugdhulp met verblijf – georganiseerd vanuit een natuurlijk gezinssysteem – waar gezinshuisouders volgens het 24×7-principe opvoeding, ondersteuning en zorg bieden aan bij hen in huis geplaatste kinderen en jongeren die tijdelijk of langdurig zijn aangewezen op professionele hulpverlening als gevolg van beschadigende ervaringen en/of kind eigen problematiek. Daarnaast heeft een gezinshuis de volgende kenmerken:
- a.
- b.
Gezinshuis wordt structureel toegekend tot het 18e levensjaar van de jeugdige of op basis van maatwerk. Vanaf het 16e levensjaar kan er, in samenspraak met de jeugdige, besloten worden het gezinshuis te verlengen tot het 21ste levensjaar. Vanaf het 18e levensjaar heeft de jeugdige de optie het verblijf in het gezinshuis te beëindigen;
- 7.
Verblijf zonder behandeling zoals bedoeld in lid 3.c. van dit artikel betreft een combinatie van wonen met 24 uur per dag beschikbare specialistische begeleiding. Behandeling is geen onderdeel van de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven.
- 8.
Verblijf met behandeling zoals bedoeld in lid 3.d. van dit artikel betreft een combinatie van wonen met 24 uur per dag beschikbare intensieve specialistische begeleiding én behandeling op de verblijfslocatie. Enkel wanneer de inzet van ambulante (hoog-)specialistische jeugdhulp aantoonbaar niet binnen de toewijzing Jeugdhulp met verblijf valt kan een tweede toewijzing worden afgegeven.
- 9.
- 10.
- 11.
Zak- en kleedgeld regeling: De financiële verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij de ouders. Als ouders niet kunnen voorzien in zak- en kleedgeld, ligt de financiële verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeenten. De gemeente maakt voor de inrichting van deze regeling gebruik van de ‘Handreiking zak- en kleedgeld’. Deze is ook geldig in geval van verlengde jeugdhulp met verblijf. De jeugdhulpaanbieder draagt zorg voor de daadwerkelijke verstrekking van het zak- en kleedgeld. Hiervoor kan de jeugdhulpaanbieder via het berichtenverkeer een verzoek tot toewijzing doen.
De regeling is van toepassing op de percelen:
- a.
- b.
- c.
- d.
Artikel 3.2 Toewijzing via de lokale toegang van de gemeente
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Als de jeugdige en/of zijn ouder(s) bekend zijn bij de gemeente, kan het lokale team in overeenstemming met de jeugdige en/of zijn ouder(s) afzien van de gesprekken. Daarnaast kan het lokale jeugdteam hiervan afzien in situaties van hoge urgentie zoals een levensbedreigende situatie waarbij de noodzaak tot acuut ingrijpen aantoonbaar is en in geval van onvermogen van de jeugdige of ouders.
- 5.
Het lokale jeugdteam brengt de jeugdige en/of zijn ouder(s) op de hoogte van de mogelijkheid om een familiegroepsplan op te stellen en dit binnen twee weken in te dienen. Als de jeugdige en/of zijn ouders een familiegroepsplan hebben opgesteld, betrekt het lokale jeugdteam dit plan bij de gesprekken.
- 6.
- 7.
- 8.
De zorgaanbieder wordt, na toestemming door jeugdige en/of zijn ouders, op de hoogte gesteld van de te behalen resultaten en het geselecteerde ondersteuningsprofiel en maakt afspraken met de jeugdige en/of zijn ouders hoe de jeugdhulp ingezet wordt. In het perspectiefplan staat binnen welke termijn dit moet worden behaald. Ook wordt in dit perspectiefplan opgenomen wanneer de te behalen resultaten worden geëvalueerd;
- 9.
Een ondertekend perspectiefplan of gespreksverslag wordt aangemerkt als uitkomst van het onderzoek voor een individuele voorziening waarmee de voorbereiding van een besluit als bedoeld in artikel 3.2 van de Algemene wet bestuursrecht voltooid is en het lokale jeugdteam namens het college een beslissing op de aanvraag kan nemen.
Hoofdstuk 4 Persoonsgebonden budget
Artikel 4.1. Persoonsgebonden budget
Indien de jeugdige en of zijn ouder(s) zich gemotiveerd op het standpunt hebben gesteld dat een individuele voorziening via het zorgaanbod van gecontracteerde jeugdhulpaanbieders niet passend is kunnen zij een pgb-plan indienen waaruit blijkt hoe zij de zorg willen gaan inzetten. Op basis van het pgb-plan wordt de aanvraag door het college getoetst op haalbaarheid, kwaliteit en pgb-vaardigheden.
Artikel 4.3 Tarieven en vergoedingen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Niet alle kosten die worden gemaakt in het kader van de inkoop van jeugdhulp met een pgb komen voor vergoeding vanuit het pgb in aanmerking. Deze kosten worden in artikel 6.2 lid 5 van de verordening opgesomd. Daaronder valt, onder andere onderstaande:
- a.
- b.
Kosten als administratiekosten, intakekosten, bemiddelingskosten, deelnemen aan overleggen van hulpverleners en deskundigheidsbevorderingskosten mogen niet vanuit het pgb betaald worden. Als dergelijke kosten zich voordoen, dan is de jeugdige of zijn ouder hier zelf verantwoordelijk voor aangezien hijzelf ook de keuze heeft gemaakt deze financiële verplichting aan te gaan.
- 6.
Bijlage A Combinaties van individuele voorzieningen in het geval dat:
Bijlage B Nadere toelichting van de ondersteuningsprofielen