19 maart 2025 – Column Peter Ursem: Build, baby, build!
Ooit werd op de lagere school waar ik werkte een leesmethode gebruikt met daarin een verhaaltje over Asker, een Germaans jongetje dat zijn vader hielp een nieuw onderkomen te bouwen. Ik schreef lagere school en niet basisschool, zodat je een beetje een indruk krijgt hoe lang het geleden is. Asker hielp zijn vader met het sjouwen van alle benodigde bouwmaterialen. Boomstammetjes voor het geraamte van de boerderij, klei om de muren te maken en riet om het dak te kunnen voltooien. De boerderij werd in een paar dagen tijds voltooid. De eerste keer dat ik met dit verhaaltje bezig was, had ik alleen oog voor de didactische doelen, want het ging gewoon over een les met het doel iets meer van de taal op te steken.
Niet lang daarna raakte ik betrokken bij de bouw van een boerderij, zoals die in de Bronstijd in Westfriesland heeft gestaan. Er was een bouwploeg van toch heel wat volwassenen, die elke weekend bouwwerkzaamheden verrichtten en er is ook een periode geweest dat er dagelijks door enkele mensen aan gebouwd werd. Wij hadden om de boerderij goeddeels klaar te krijgen een flinke tijd nodig. Zeker meer dan een jaar. De bouw van de boerderij die nu te bewonderen is in het buitenmuseum van het Zuiderzeemuseum, vergde ook een heel wat langere bouwtijd dan de paar dagen waarin de vader van Asker zo’n duizend jaar later actief was om een bewoonbare boerderij neer te zetten. Ik ga ervan uit dat zo’n boerderij in de Bronstijd in veel kortere tijd dan wij nodig hadden kon worden neergezet, wanneer een hele dorpsgemeenschap daar wat vrije uurtjes in zou steken. En dat zonder graaf- en hijsmachines.
Meestal duurt dat minstens tien jaar, vertelde ze mij.
Gisteravond werd tijdens de vergadering van de Hoornse raadscommissie gesproken over een bouwplan van een appartementencomplex aan de Maelsonstraat. In 2023 zijn daar de eerste gesprekken over gevoerd en wanneer alles vlot verloopt, zullen in 2029 de eerste bewoners hun felbegeerde woningen kunnen betrekken. Toen ik de bij de bouw betrokken wethouder vroeg waarom het zo lang moest duren eer een gebouw was gerealiseerd, keek ze mij verbaasd aan. Meestal duurt dat minstens tien jaar, vertelde ze mij. De meeste jaren zitten natuurlijk niet in het verzamelen van bouwmaterialen en de arbeid van de bouwvakkers en andere deskundigen. Die zijn waarschijnlijk in staat een dergelijk complex gebouw binnen één jaar neer te zetten.
mensen die vreselijk lijden door het neerzetten van weer een woonnoodoplossing
Veel tijd zit in de procedure die aan bouw vooraf gaat. Het zijn niet alleen de mensen in de gemeentekantoren die veel tijd nodig hebben. Onlangs werd weer eens duidelijk gemaakt dat er vaak bezwaarprocedures in gang worden gezet door mensen die vreselijk lijden door het neerzetten van weer een woonnoodoplossing. Hier en daar wordt zelfs bezwaar aangetekend omdat het een verdienmodelletje is. Veel mensen zouden het verschil met chantage of afpersen niet kunnen uitleggen. Naast het in ons land gedurende eeuwen zorgvuldig opgetuigde bouwritueel is er een nieuwe bedreiging die het schrijnende karakter van woningnood langer in stand houdt: de stroomvoorziening.
Het netwerk is vol
In Hoorn rees in de vergadering al de vraag naar de zekerheid dat de woningen in 2029 opgeleverd kunnen worden mét elektriciteit en het schokkende antwoord was dat dit nog niet zeker is. In de gemeente Medemblik hebben ze wel te maken met een zekerheid. De stroom is er voor de nieuwe wijk Bloesemgaerde-Noord de eerste zeven jaar nog niet! Liander, die dit voor elkaar zou moeten boksen, heeft dit als primeur in Noord-Holland medegedeeld. Het netwerk is vol en zelfs wanneer er meer stroom wordt opgewekt is het niet mogelijk die ook in de nieuwe woningen te bezorgen. Veel bedrijven waar ons bruto nationaal inkomen van zou moeten stijgen kennen het probleem ook al. En ik ben, net zo min als veel anderen, niet de deskundige die meteen de vinger kan leggen op de plek waar het echt mis gaat.
Eer je het weet zou ik dingen kunnen gaan zeggen over echte maatregelen om energiecongestie, stikstofuitstoot, bezwaarprocedure en ambtelijke molens aan te pakken. Het gekke is dat ik ieder die ik spreek die met deze probleemgebieden te maken heeft, zijn of haar stinkende best doet om het allemaal goed te laten komen. Zal ik dan maar zachtjes zeggen: het komt wel een keer goed hoor? Misschien kunnen we nog wat leren van de oude Germanen.