Artikel 1 Instelling en begripsbepaling

• 1.

  Er is een auditcommissie ingesteld op grond van het bepaalde in artikel 84 Gemeentewet.

• 2.

  In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raad: gemeenteraad;

  • b.

    college: college van burgemeester en wethouders;

  • c.

    commissie: de auditcommissie, zoals bedoeld in art. 84 Gemeentewet;

  • d.

    rekenkamer: de rekenkamer als ingesteld o.g.v. art. 81a Gemeentewet;

  • e.

    wet: Gemeentewet;

  • f.

    accountant: de in de Verordening voor de controle op het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Drechterland bedoelde accountant die belast is met de controle op de jaarrekening als bedoeld in artikel 197 van de wet;

  • f.

    griffier: de op grond van artikel 107 Gemeentewet door de raad benoemde functionaris;

Artikel 2 Doel

• 1.

  De commissie geeft uitvoering aan de taken omschreven in artikel 3.

• 2.

  De commissie treedt niet in de onderscheiden bevoegdheden van de raad en het college.

Artikel 3 Taken

De commissie is belast met:

• a.

  het voorbereiden van de aanbesteding van de accountantscontrole;

• b.

  het voeren van afstemmingsoverleg als bedoeld in artikel 1, onder g. van de Verordening voor de controle op het financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Drechterland;

• c.

  het zijn van eerste aanspreekpunt voor de accountant richting raad over de opzet, coördinatie en uitvoering van de accountantscontrole;

• d.

  het aandragen van onderzoeksonderwerpen, zogenaamde speerpunten, ten behoeve van de interim controle door de accountant;

• e.

  het voeren van technisch overleg met de accountant over de managementletter, de jaarrekening en het rapport van bevindingen naar aanleiding van de jaarrekeningcontrole;

• f.

  het adviseren van de raad over de wijze van behandeling van de rapportages van de accountant;

• g.

  het evalueren van de werkzaamheden van de accountant;

• h.

  het adviseren van de raad over de uitvoering van de door het college voorbereide aanpassingen van de verordeningen gebaseerd op de artikelen 212, 213 en 213a van de Gemeentewet;

• i.

  het namens de raad overleggen met de Rekenkamer over de door de Rekenkamer uit te voeren onderzoeken.

Artikel 4 Samenstelling van de commissie

• 1.

  De commissie bestaat uit ten minste drie raadsleden en/of fractievertegenwoordigers.

• 2.

  De leden worden voorgedragen en door de raad benoemd.

• 3.

  Leden van de commissie worden bij afwezigheid niet vervangen.

• 4.

  De commissie wijst uit haar midden een voorzitter, zijnde een raadslid, en een plaatsvervangend voorzitter aan.

• 5.

  De griffier is de vaste adviseur en secretaris.

• 6.

  De commissie kan interne en externe adviseurs verzoeken de vergadering bij te wonen en advies uit te brengen aan de commissie.

• 7.

  Als interne c.q. externe adviseurs worden in ieder geval aangemerkt: de portefeuillehouder Financiën, de controller, het afdelingshoofd financiën, de gemeentesecretaris en de accountant.

Artikel 5 Zittingsduur

• 1.

  De leden van de commissie worden voor de duur van een raadsperiode benoemd. Dit geldt eveneens voor tussentijdse benoemingen.

• 2.

  De leden kunnen worden herbenoemd.

• 3.

  Het lidmaatschap van de auditcommissie vervalt door het verlies van de hoedanigheid van raadslid en/of fractievertegenwoordiger, door ontslagname, of door een door de raad met redenen omkleed besluit.

• 4.

  In tussentijds in de commissie opengevallen plaatsen, wordt zo spoedig mogelijk voorzien.

Artikel 6 Voorzitter en secretaris

• 1.

  De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en het bevorderen van een heldere besluitvorming over commissieaangelegenheden.

• 2.

  De commissie wordt ondersteund door een secretaris. Dit is de griffier, die de voorzitter ondersteunt bij de taken genoemd onder lid 1, de commissie inhoudelijk voorbereidt en de verslaglegging faciliteert.

Artikel 7 Vergaderingen en verslaglegging

• 1.

  De commissie vergadert tenminste drie maal per jaar en voorts zo vaak als de voorzitter of twee van haar leden dit noodzakelijk achten.

• 2.

  De voorzitter deelt tenminste een week tevoren aan de leden mee dat een vergadering wordt gehouden.

• 3.

  De commissie vergadert niet als niet tenminste twee van de leden aanwezig zijn.

• 4.

  De commissie besluit bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies.

• 5.

  De vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar, tenzij de commissie anders bepaalt.

  Raadsleden en fractievertegenwoordigers, niet lid van de commissie zijnde, is het toegestaan de vergaderingen als toehoorder bij te wonen.

• 6.

  Van iedere vergadering wordt een verslag gemaakt onder verantwoordelijkheid van de secretaris. Het verslag wordt vastgesteld door de commissie en ter kennisname aangeboden aan de raad, tenzij de commissie anders bepaalt.

• 7.

  Het vastgestelde verslag van niet openbare vergaderingen ligt voor de raad en het college ter inzage bij de griffie.

Artikel 8 Informeren raad

Op verzoek van de raad geeft de voorzitter van de commissie een toelichting in een raadsvergadering.

Artikel 9 Inwerkingtreden en citeertitel

• 1.

  De verordening wordt aangehaald als “Verordening auditcommissie Drechterland 2025”

• 2.

  Deze verordening treedt in werking op de dag na de bekendmaking.