Reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad Enkhuizen 2025
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 7. Benoeming wethouders
- 1.
Bij de benoeming van een wethouder stelt de raad een commissie in bestaande uit drie raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de wet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
- 2.
- 3.
- 4.
Hoofdstuk 2. Raadsvergaderingen
Artikel 15. Aantal spreektermijnen en spreektijd
- 1.
- 2.
- 3.
De spreektijdregeling houdt in dat elk van de in de vergadering aanwezige fracties voor de ter bespreking en besluitvorming geagendeerde voorstellen in eerste termijn maximaal vijf minuten en in tweede termijn maximaal drie minuten het woord mogen voeren; voor het college geldt per termijn een maximale spreektijd die het dubbele is van de spreektijd van een fractie.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Artikel 16. Handhaving orde; schorsing
- 1.
- 2.
Indien een spreker zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaat, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering waarin zulks plaats heeft over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
- 3.
Artikel 17. Deelname aan de beraadslaging door anderen
Onverminderd artikel 21, eerste en tweede lid, van de wet, kan de raad besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
Artikel 19. Voorstellen van orde
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over, nadat de voorzitter de deelnemers in de gelegenheid heeft gesteld kort hun standpunt hierover te geven.
Artikel 20. Primus bij hoofdelijke stemming
Alvorens de aangekondigde onderwerpen aan de orde te stellen deelt de voorzitter mede, bij welk lid van de raad, de hoofdelijke stemming zal beginnen. Daartoe wordt bij loting een volgnummer van de presentielijst aangewezen; bij het daar genoemde lid begint de hoofdelijke stemming.
- 1.
- 2.
Nadat de beraadslaging over alle onderwerpen – met uitzondering van de onderwerpen die worden aangehouden tot een volgende vergadering – is gesloten, vindt besluitvorming plaats. De voorzitter formuleert eerst het voorstel voor de te nemen beslissing. Vanaf dat moment is het niet meer mogelijk om amendementen of moties in te dienen óf inhoudelijk nog het woord te voeren aangaande dat voorstel.
- 3.
- 4.
Artikel 22. Stemming; procedure hoofdelijke stemming
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen tot het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
- 7.
Paragraaf 5. Besloten raadsvergaderingen
Artikel 27. Toepassing reglement op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Artikel 28. Verslag besloten vergadering
- 1.
- 2.
Deze besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet opheffen van de geheimhouding op het vastgestelde verslag en de besluitenlijst. Indien nodig vindt dat gedeelte van de vergadering in beslotenheid plaats.
- 3.
Artikel 29. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 89, vierde lid, van de wet voornemens is de geheimhouding van aan de raad verstrekte informatie op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Paragraaf 6. Digitaal vergaderen, toehoorders en pers
Artikel 31. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare raadsvergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
Tijdens de behandeling van agendapunten wordt niet gecommuniceerd door de deelnemers aan de vergadering over de raads- of commissievergadering via sociale media over het onderwerp dat op dat moment wordt behandeld.
Hoofdstuk 3. Bevoegdheden, instrumenten raadsleden
Artikel 36. Initiatiefvoorstel
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Als het college een reactie wil geven heeft het vijftien werkdagen de tijd om wensen en bedenkingen schriftelijk kenbaar te maken aan de voorzitter met een afschrift aan de raad. Indien beantwoording niet binnen deze termijn kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijk lid van het college of de burgemeester de initiatiefnemer hiervan via de griffier gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn aangegeven wordt, waarbinnen beantwoording zal plaatsvinden.
- 5.
De griffier zorgt er voor dat in het geval van wensen en bedenkingen van het college de initiatiefnemer vijf werkdagen de tijd krijgt, vanaf het moment van ontvangst van de wensen en bedenkingen gerekend, om het voorstel in te trekken of (on)gewijzigd door te zetten. Indien de initiatiefnemer niet binnen vijf werkdagen reageert wordt het voorstel als niet ingediend beschouwd.
- 6.
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Het college kan de raad door tussenkomst van de griffier schriftelijk of digitaal verzoeken reeds aan de raad aangeboden voorstellen en/of andere informatie aan te vullen met een addendum. In de raadsvergadering bepaalt de raad via een voorstel van orde of het addendum onderdeel uitmaakt van de beraadslaging en besluitvorming.
- 5.
- 6.
- 1.
- 2.
- 3.
Technische vragen waarvan het college acht dat die (te) politiek zijn, bijvoorbeeld omdat deze vragen om een oordeel of mening over het onderwerp, worden niet door ambtenaren beantwoord. Deze vragen kunnen wel tijdens de raadsbehandeling aan collegeleden worden gesteld en door hen worden beantwoord.
- 1.
- 2.
- 3.
De voorzitter kan weigeren een onderwerp aan de orde te stellen, indien hij het onderwerp niet voldoende nauwkeurig geformuleerd acht of indien aan het onderwerp naar zijn inzicht de lokale actualiteit ontbreekt. De voorzitter maakt aan het begin van de raadsvergadering bekend welke onderwerpen niet aan de orde gesteld zullen worden.
- 4.
- 5.
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.