ENKHUIZEN –
Het aantal thuiszittende kinderen in Nederland groeit al jaren. Ook in regio West-Friesland is dit een zorg. Reden voor de regio om de handen ineen te slaan en met een nieuwe, gezamenlijke oplossing te komen. Doel is om kinderen sneller terug te laten keren naar school, passend onderwijs en de juiste hulp te bieden.
In het vorige schooljaar telde regio West-Friesland ongeveer 264 thuiszitters. Dit zijn kinderen en jongeren die, om verschillende redenen, kort of langdurig geen onderwijs volgen.
Landelijke groei, regionale aanpak
Volgens oudervereniging Balans zitten in Nederland inmiddels minimaal 70.000 kinderen thuis. Het aantal kinderen met psychische problemen en/of die speciale hulp nodig hebben stijgt, de wachtlijsten in de jeugdzorg worden langer en ook in het (speciaal) onderwijs ontstaan lange wachtlijsten omdat er meer vraag is dan aanbod. Er kan daardoor geen of onvoldoende passend onderwijs of zorg worden geboden. Personeelstekorten in onderwijs en jeugdzorg maken de situatie lastiger.
Daarom is er binnen regio West-Friesland nu een nieuw plan gemaakt. Dit plan moet zorgen voor een betere samenwerking tussen alle partijen: scholen, leerplichtambtenaren, (jeugd)zorg, ouders én de kinderen zelf. In moeilijke situaties werken deze partijen nog te vaak langs elkaar. “Juist door samen eerder te schakelen, kunnen we voorkomen dat kinderen tekort schieten,” aldus bestuurder Iris Stuifbergen. “Met deze aanpak willen we ervoor zorgen dat kinderen niet langer onnodig thuiszitten en dat er snel passende hulp beschikbaar is.”
Samenwerkingspact
De nieuwe aanpak is vastgelegd in een samenwerkingspact, ondertekend door bestuurders van de zeven West-Friese gemeenten. De betrokken partijen spreken hiermee af om beter samen te werken en de hulp rondom een thuiszittend kind beter te organiseren. Zo moet ieder kind zich veilig, gezien en gehoord kunnen voelen op school. Dat is de basis om goed mee te kunnen doen in de samenleving.
Wethouder Sjon Wagenaar ondertekent namens gemeente Drechterland.
Bron tekst en foto: Gemeente Enkhuizen