Verordening Maatschappelijke Ondersteuning gemeente Opmeer 2025
De raad van de gemeente Opmeer;
- •
- •
- •
- •
- •
- •
burgers die zelf, dan wel samen met personen in hun omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen en maatschappelijke kunnen participeren;
- •
het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van het beleidsplan als bedoeld in artikel 2.1.2 van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 juni 2025;
- 1.
- 2.
Hoofdstuk 1 Algemene Bepalingen
- 1.
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
Beschermd Thuis: Wonen in een (huur)woning met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Er is sprake van een woonruimte waar de cliënt, ook nadat de zorg stopt, kan blijven wonen. Er is sprake van 24 uurs bereikbaarheid en aanwezigheid binnen 30 minuten. Beschermd Thuis is één van de voorzieningen van Wonen met Ondersteuning;
- g.
Beschermd Wonen: wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. Er is sprake van 24 uurs toezicht en nabijheid en aanwezigheid binnen 10 minuten. Beschermd Wonen is één van de voorzieningen van Wonen met Ondersteuning;
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
- m.
- n.
- o.
- p.
- q.
- r.
- s.
- t.
- u.
- v.
- w.
- x.
- y.
- z.
Maatschappelijke opvang: onderdak en begeleiding voor personen die de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving. De volgende groep valt niet onder de doelgroep: personen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met acute risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld;
- aa.
mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep;
- bb.
- cc.
- dd.
onafhankelijke cliëntondersteuning: vanuit een externe, gecontracteerde partij geboden onafhankelijke ondersteuning met informatie en advies, die bijdraagt aan het versterken van de zelfredzaamheid en participatie en het verkrijgen van een zo integraal mogelijke dienstverlening op het gebied van maatschappelijke ondersteuning, preventieve zorg, zorg, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen;
- ee.
- ff.
Ondersteund Wonen: een woonvoorziening van een aanbieder met veelal gedeelde voorzieningen waarbij ondersteuning op geplande en ongeplande momenten wordt geboden. Er is sprake van 24 uurs bereikbaarheid en aanwezigheid binnen 30 minuten. Ondersteund Wonen is een van de voorzieningen van Wonen met Ondersteuning;
- gg.
- hh.
perspectiefplan: ondersteuningsplan zoals bedoeld in de wet, dat wil zeggen een document waarin de ondersteuningsbehoeften van de inwoner zijn onderzocht en zijn vastgelegd samen met de resultaten en waarin op verschillende leefgebieden de situatie in kaart is gebracht om een effectieve ondersteuning van de inwoner mogelijk te maken;
- ii.
- jj.
- kk.
- ll.
- mm.
- nn.
- oo.
- pp.
- qq.
- rr.
Wonen met Ondersteuning: een reeks van maatwerkvoorzieningen met ondersteuning voor inwoners met psychische kwetsbaarheden die 24-uurs toezicht en ondersteuning op geplande en ongeplande momenten nodig hebben. De reeks bestaat uit vijf voorzieningen binnen Wonen met Ondersteuning: Kortdurende Opvang, Ondersteund Wonen, Beschermd Wonen, Beschermd Thuis en Overbruggingszorg. Binnen Wonen met Ondersteuning zijn de voorzieningen Maatschappelijke Opvang en Beschermd Wonen ondergebracht;
- ss.
- tt.
- uu.
- 2.
Artikel 1.2 Doelgroep van deze verordening
- 1.
Deze verordening richt zich op personen:
- a.
- b.
die samen met personen in hun naaste omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, en die in hun zelfredzaamheid en/of in hun participatie onvoldoende worden gecompenseerd met de inzet van een algemene of een algemeen gebruikelijke of een voorliggende voorziening;
- c.
- d.
- e.
Artikel 2.2 Mandatering Toegang Wonen met Ondersteuning
Het college kan via een mandaatbesluit de beschikkingsbevoegdheid voor maatwerkvoorzieningen overdragen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn.
- 1.
Het college verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 2.3.2, eerste lid, van de wet, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de inwoner en zijn situatie. Zo nodig wordt de inwoner gevraagd alle gegevens en bescheiden die naar het oordeel van het college hiervoor nodig zijn en waarover de inwoner op dat moment redelijkerwijs de beschikking kan krijgen, ter beschikking te stellen aan het college.
- 2.
- 3.
Het college stelt na zorgvuldig onderzoek ten minste vast:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
hoe door middel van samenwerking met zorgverzekeraars, zorgaanbieders (als bedoeld in de Zorgverzekeringswet) en partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, er tot een zo goed mogelijk afgestemde dienstverlening gekomen kan worden om de zelfredzaamheid van de cliënt te verbeteren;
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
- 10.
Artikel 2.6 Beoordeling aanwezigheid Gebruikelijke hulp
- 1.
- 2.
- a.
- b.
- 3.
- 4.
- 5.
Artikel 2.7 Advisering door deskundigen
- 1.
Het college kan om deskundigenadvies vragen als zij dat nodig vindt voor een zorgvuldig onderzoek rond een melding, aanvraag of heronderzoek. Als de deskundige niet werkzaam is onder de verantwoordelijkheid van het college is artikel 3.9 van de Awb van toepassing. Dit betekent dat het college moet controleren dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen. Deze zorgvuldigheid heeft zowel betrekking op de totstandkoming, de vorm en de inhoud van het advies. Hiervoor moet het college in ieder geval vaststellen:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
- f.
- g.
- h.
- 2.
- 3.
Hoofdstuk 4 Maatwerkvoorzieningen
Artikel 4.1 Criteria Maatwerkvoorzieningen
- 1.
- 2.
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid of participatie die de cliënt ondervindt, voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
- 3.
Een cliënt met psychische of psychosociale problemen en/of een cliënt die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening. Dit ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving, voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 2.4 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan Wonen met Ondersteuning en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
- 4.
- 5.
- 6.
- 7.
Roerende zaken die aan de cliënt in gebruik zijn verstrekt als onderdeel van een maatwerkvoorziening dan wel zijn aangeschaft met een persoonsgebonden budget, zijn niet vatbaar voor vervreemding, verpanding, belening of beslag, gedurende de periode waarvoor de beslissing, bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6, geldt.
Artikel 4.2 Aanvullende criteria voor woonvoorzieningen
Het college beoordeelt, in aanvulling op artikel 4.1, eerst of de cliënt kan verhuizen naar een geschikte woning of een gemakkelijker geschikt te maken woning en of die verhuizing kan leiden tot het te bereiken resultaat. Deze beoordeling zal alleen plaatsvinden indien de aanpassing van de woning een bedrag zoals genoemd in het financieel Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Opmeer te boven gaat.
Artikel 4.3 Aanvullende criteria voor vervoersvoorzieningen
Het college beoordeelt, in aanvulling op artikel 4.1, eerst of de cliënt gebruik kan maken van een aanwezige en bruikbare algemene voorziening of van collectief vraagafhankelijk vervoer van deur tot deur die in de individuele situatie van de cliënt kan leiden tot het te bereiken resultaat.
Artikel 4.8 Weigeringsgronden voor maatwerkvoorzieningen
- 1.
Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:
- a.
- b.
als de cliënt de gevraagde voorziening voor de melding heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij er sprake is van een acute noodsituatie waardoor het voor de cliënt dringend noodzakelijk was de voorziening te treffen. Tenzij het college in het specifieke geval noodzakelijk acht om de gevraagde voorziening voor de melding toe te kennen, gebeurt dit met maximaal 3 maanden vanaf datum melding;
- c.
- d.
Als de gevraagde voorziening al eerder aan de cliënt is verstrekt op grond van enige wettelijke bepaling en de normale afschrijvingstermijn van die voorziening nog niet verstreken is tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
- j.
- k.
- l.
- 2.
Het college verstrekt geen maatwerkvoorziening gericht op zelfredzaamheid en participatie
- a.
- b.
- c.
een uitzondering op bovengenoemde artikelen wordt gemaakt wanneer het een mantelzorger van de cliënt betreft. Een mantelzorger kan in een andere gemeente wonen dan de cliënt. De mantelzorger kan voor een voorziening in aanmerking komen wanneer dat nodig is om de cliënt die ingezetene is van de gemeente Opmeer te ondersteunen.
- 3.
Het college verstrekt geen woonvoorziening:
- a.
- b.
- c.
- d.
Als het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingenbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte. Er kan dan wel een voorziening voor verhuizing en inrichting worden verstrekt;
- e.
- f.
- g.
- h.
- i.
Artikel 4.9 Inhoud beschikking
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- a.
- b.
- c.
- 5.
- 6.
Hoofdstuk 5 Persoonsgebonden budgetten
Artikel 5.1 Criteria voor een pgb
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Artikel 5.3 Kwaliteit van de in te kopen ondersteuning bij pgb.
De ondersteuning moet voldoen aan artikel 3.1 lid 2 van de wet.
Artikel 5.4 Onderscheid professionele en niet-professionele ondersteuning
- 1.
- 2.
Van professionele ondersteuning is sprake als de ondersteuning geleverd wordt door onderstaande personen, met uitzondering van bloed- of aanverwanten in de 1e of 2e graad van de inwoner:
- a.
personen die werkzaam zijn bij een instelling die ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staat in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en die beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken, of;
- b.
personen die aangemerkt zijn als Zelfstandige zonder personeel. Daarnaast moeten ze ten aanzien van de voor het pgb uit te voeren taken/werkzaamheden ingeschreven staan in het Handelsregister (conform artikel 5 Handelsregisterwet 2007) en beschikken over de relevante diploma’s die nodig zijn voor uitoefening van de desbetreffende taken.
- a.
- 3.
Artikel 5.6 Wijze van berekening van een persoonsgebonden budget voor vervoerskosten
Als het noodzakelijk is om individueel vervoer zoals een taxi of rolstoeltaxi te gebruiken en de Regiotaxi (collectief vervoer) is niet geschikt, wordt het pgb toegekend op basis van een gemiddelde reis van 20 kilometer per keer en een jaarlijks bereik van 1.500 kilometer:
- a.
- b.
- c.
- d.
Artikel 5.7 Wijze van berekening van een persoonsgebonden budget voor een autoaanpassing
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Artikel 5.8 Wijze van berekening van een persoonsgebonden budget voor woningaanpassingen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Artikel 5.9 Wijze van berekening van een persoonsgebonden budget voor maatwerkvoorzieningen Huishoudelijke Ondersteuning
Artikel 6.1 Bijdrage in de kosten voor maatwerkvoorzieningen
- 1.
- 2.
De bijdragen voor maatwerkvoorzieningen of pgb zijn gelijk aan de kostprijs, tot aan ten hoogste het bedrag als genoemd in artikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015 per maand voor de ongehuwde cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4a, vijfde lid, van de wet of hoofdstuk 3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.
- 3.
- 4.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is toegewezen, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
- 5.
- 6.
Artikel 6.2 Omvang en duur eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening
De verschuldigde eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening, niet zijnde collectief vervoer, wordt afgestemd op de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt, met een maximum van het in artikel 2.1.4a lid 4 van de Wet genoemd bedrag.
- 1.
- 2.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is cliënt gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per maand een eigen bijdrage verschuldigd, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening, inclusief eventueel kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende de gebruiksperiode.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
Artikel 6.3 Start- en stopmoment eigen bijdrage
De gemeente Opmeer heeft het start- en stopmoment van de eigen bijdrage uitgewerkt in de nadere regels
Hoofdstuk 7 Toezichthouder en handhaving
Artikel 7.1 Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen pgb’s en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo 2015
- 1.
- 2.
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet en/of een algemene voorziening zoals bedoeld in artikel 3.1 van deze verordening.
- 3.
- 4.
- 5.
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, heeft ingetrokken en de verstrekking van de onjuiste of onvolledige gegevens door de cliënt opzettelijk heeft plaatsgevonden, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, geheel of gedeeltelijk de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening, algemene voorziening of het ten onrechte genoten pgb.
- 6.
- 7.
- 8.
- 9.
Artikel 7.2 Opschorting betaling uit het persoonsgebonden budget
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting van ten hoogste dertien weken van betalingen uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen dat er sprake is van een omstandigheid als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d of e van de wet.
Artikel 7.3 Tegengaan van oneigenlijk gebruik en fraude
Het college treft de nodige maatregelen om oneigenlijk gebruik van maatwerkvoorzieningen tegen te gaan en fraude te bestrijden. Tot deze maatregelen behoren in ieder geval:
- a.
- b.
- c.
- d.
- e.
Hoofdstuk 8 Kwaliteit en Klachten
Artikel 8.1 Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
- 1.
Aanbieders zorgen voor een goede kwaliteit van voorzieningen, door:
- a.
- b.
- c.
- d.
voor zover van toepassing, erop toe te zien dat de kwaliteit van de voorzieningen en de deskundigheid van beroepskrachten tenminste voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de in de toepasselijke sector erkende keurmerken of een extern deskundig getoetst kwaliteitsmanagementsysteem.
- 2.
- 3.
- 4.
Het college neemt in de contracten en subsidieafspraken met aanbieders op aan welke kwaliteitseisen de maatschappelijke ondersteuning moet voldoen. Hierbij sluit het college zoveel als mogelijk aan bij artikel 3.1 van de wet en de kwaliteits- en deskundigheidseisen die in de desbetreffende branche gelden.
Artikel 8.2 Verhouding prijs en kwaliteit levering voorziening door derden
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Het college kan het eerste lid, onderdeel b, buiten beschouwing laten indien bij de inschrijving aan de derde de eis wordt gesteld een reële prijs voor de dienst te hanteren die gebaseerd is op hetgeen gesteld is in het tweede en derde lid. Daarover legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad.
Artikel 8.3 Meldingsregeling calamiteiten en geweld
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Zowel gecontracteerde aanbieders als aanbieders die vanuit een pgb zorg leveren doen altijd melding van calamiteiten en geweld bij de toezichthouder. De verantwoordelijkheid van de aanbieder blijft om passende maatregelen te treffen ten aanzien van de melding en van het voorkomen van meldingen in de toekomst.
- 6.
Artikel 9.1 Betrekken van inwoners bij het beleid
- 1.
Het college betrekt ingezetenen van de gemeente, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, bij de voorbereiding van het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning, overeenkomstig de krachtens artikel 150 van de Gemeentewet gestelde regels met betrekking tot de wijze waarop inspraak wordt verleend.
- 2.
Het college stelt ingezetenen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid over maatschappelijke ondersteuning te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
- 3.
Artikel 11.1 Hardheidsclausule
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt of mantelzorger afwijken van de bepalingen in deze verordening, als toepassing van de verordening tot bijzondere en onvoorziene nadelige gevolgen leidt.
Het college kan aan het verstrekken van een voorziening voorwaarden verbinden, die verband houden met de aard en het doel van een bepaalde voorziening.
Artikel 11.3 Financieel besluit en nadere regels
Het college stelt een financieel besluit en nadere regels vast. Hierin wordt de uitvoering van deze verordening, de omvang van verstrekking en de omvang van de eigen bijdrage meegenomen.
Het college kan jaarlijks per 1 januari een indexatie uitvoeren op de bedragen die zijn gebaseerd op deze verordening en het financieel besluit. In deze verordening en in het financieel besluit gemeente Opmeer is opgenomen voor welke bedragen dit geldt, welk prijsindexcijfer gehanteerd wordt en over welke periode van 12 maanden de index berekend wordt.