STEDE BROEC –
In zes Westfriese gemeenten wordt volop ecologisch onderzoek gedaan. Het doel: in kaart brengen waar huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen leven en nestelen. Deze beschermde diersoorten mogen niet zomaar worden verstoord – ook niet bij het isoleren van woningen. Daarom werken medewerkers van Vonk Ecologie, onder leiding van ecoloog Dave Vonk, aan een zogenoemd Soortenmanagementplan (SMP). Zo’n plan zorgt ervoor dat natuur en woningisolatie hand in hand kunnen gaan.
Waarom is juist nu zo’n groot ecologisch onderzoek nodig in Westfriesland?
Dave: “De wet die beschermde soorten zoals vleermuizen en huismussen moet beschermen, bestaat al jaren. Maar bij woningisolatie werd daar soms weinig mee gedaan. Nu de laatste jaren steeds meer woningen worden verduurzaamd, komt er ook meer aandacht voor deze wet en de bescherming van dieren. Dat is mooi, maar het is niet handig is om steeds per woning een plan te moeten maken en een vergunning aan te vragen. Daarom heeft de overheid aan gemeenten gevraagd om hier één slim, overkoepelend plan per gebied voor te maken.
Dat is het Soortenmanagementplan waar veel gemeenten nu aan werken, zoals de zes Westfriese gemeenten waar ik deze opdracht voor uitvoer.”
Je werkt met je bureau vanuit Hem. Kun je vertellen over Vonk Ecologie en wat jullie doen?
“Ik woon en werk zelf inderdaad ook in Westfriesland, dus ik ben goed bekend in de regio. Gemeenten en andere organisaties vragen hulp en advies van een ecologisch bureau als er bijvoorbeeld een gebouw wordt gesloopt of als er bomen gekapt moeten worden. Zulke werkzaamheden hebben invloed op de dieren die in een pand of in- en bij die bomen leven. We kijken dan hoe natuurbescherming in het plan ingepast kan worden. En nu werken we dus aan dit grote project rondom het isoleren van woningen om uiteindelijk te komen tot een Soortenmanagementplan.”
Wat houdt het ecologisch onderzoek voor Westfriesland in?
“Twee jaar lang doen we onderzoek naar huismussen, gierzwaluwen en diverse vleermuissoorten. Het vleermuisonderzoek bestaat uit drie fasen. Eerst onderzoeken we vooral op welke plekken er veel vleermuizen voorkomen en of er kraamverblijven zijn van de laatvlieger. In de tweede fase zoeken we vanaf twee uur voor zonsopkomst naar kraamverblijfplaatsen van meerdere soorten vleermuizen.
In de laatste fase zoeken we rond middernacht naar aanwijzingen of de verblijfplaatsen ook gebruikt worden als winterverblijfplaats. Dit eerste jaar doen we onderzoek voor de korte termijn, zodat gemeenten een tijdelijke gebiedsvergunning kunnen aanvragen. Het tweede jaar doen we vervolgonderzoek voor de lange termijn, voor het definitieve Soortenmanagementpan.”
Wat gebeurt er met de gegevens die jullie verzamelen?
“We zetten alle waarnemingen die we zelf doen op een kaart in een speciaal ontwikkelde app. Daarnaast verzamelen we ook informatie van inwoners die ons laten weten waar ze huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen hebben gezien. En er zijn bijvoorbeeld ook woningcorporaties die hun gegevens met ons delen. Zo hebben we uiteindelijk heel veel gegevens en die gaan we analyseren. Vervolgens geven we een advies: we vertellen per wijk op welke manier de drie diersoorten daar het beste beschermd kunnen worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld met nestkasten die aan gebouwen worden gehangen: hoeveel nestkasten zijn er nodig en waar moeten ze komen? Dit alles komt uiteindelijk allemaal samen in een Soortenmanagementplan. Al met al is het een heel precies klusje, omdat je de dieren zéker niet tekort wilt doen, maar je wilt óók geen overbodige maatregelen nemen. Dat zou extra tijd en geld kosten en dat is zonde.”
Heb je al iets bijzonders gezien in je onderzoek in Westfriesland?
“Ik kan nog geen resultaten of conclusies delen, maar we zien weleens iets dat opvalt. Zo zijn er plekken waar we echt ontzettend veel huismussen zagen, terwijl er dan in de straten eromheen nauwelijks een mus te zien is. Dat is bijzonder, omdat die aangrenzende straten in principe ook goede plekken zijn voor huismussen. De vraag is dan: waarom is dat? Kunnen we daar een verklaring voor vinden? Daar proberen we antwoorden op te vinden zodat we straks een goed eindadvies kunnen geven.”
Wat maakt dat je dit werk met zoveel plezier doet?
“Het buiten zijn is fantastisch en juist de combinatie met het analyseren van de gegevens vind ik mooi, ook al brengt het ook het nodige administratieve werk met zich mee. En als ecoloog heb ik natuurlijk sowieso het beste met onze natuur en onze dieren voor, maar vogels zijn bij mij wel favoriet. Ik vind wettelijke richtlijnen voor natuurinclusief bouwen en verbouwen dan ook van grote waarde. Door de jaren heen zie je bijvoorbeeld steeds minder open stootvoegen in muren. Deze open stootvoegen dienen als in- en uitvliegopening voor vleermuizen. En in huizen die wel open stootvoegen hebben worden de spouwmuren opgevuld met isolatiemateriaal, dus op verschillende manieren verdwijnen er verblijfplaatsen voor vleermuizen en in het ergste geval worden ze gedood. Verder vormen ook vlakke dakpannen of het toepassen van vogelschroten een probleem: dit zorgt voor een afname van de populatie van diverse soorten die onder pannen nestelen of verblijven, zoals huismussen en gierzwaluwen. Daarom is het goed dat er nu zoveel aandacht voor is en dat we hier zorgvuldig mee omgaan. Zo zorgen we voor fijne woonplekken, voor mensen én dieren.”
Extra informatie: hoe zit het ook alweer?
Het onderzoek door VONK Ecologie vindt plaats in de gemeenten Hoorn, Medemblik, Opmeer, Stede Broec, Enkhuizen, en Drechterland en loopt tot en met september 2025. In deze periode trekken ecologen van Vonk Ecologie meerdere keren per wijk door de buurten, ook in de avond en de vroege ochtend.
Meer weten?
Er is ook een algemene informatieve website over natuurvriendelijk isoleren op de website www.natuurvriendelijkisoleren.nl. U kunt ook contact opnemen met Duurzaam Bouwloket. Zij kunnen ook helpen met vragen over subsidies voor isolatiemaatregelen.
Woont u in Westfriesland en heeft u belangstelling voor een inbouwvoorziening (voor vleermuizen) en/of nestkast aan uw woning? Laat het ons weten, daarmee helpt u ons enorm! Stuur een mail met uw gegevens naar stedebroec@vonkecologie.nl.
Bron tekst en foto: Gemeente Stede Broec