28 juli 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Zoeken naar misstanden
De zomer is uitermate overtuigend bezig. Er is weer een tropische periode en die zal in de komende jaren vaker optreden. Herinneringen aan lange zonnige zomers zullen zich ongetwijfeld ergens in mijn hersenen hebben genesteld, maar omdat ik niet de gewoonte heb elk jaar een nauwkeurig verslag van de heftigheid van zomertijd te maken, kan men mij van alles wijsmaken over lange hete zomers die ik ook zou moeten hebben meegemaakt. In 1976 schijnt er ook een tropische zomer te zijn geweest. Laat ik nu net die zomervakantie gedurende zes weken hebben doorgebracht in de Verenigde Staten, waar mevrouw Grosthuizen, die toen nog heel anders heette, en ik een soort final test ondergingen voor een huwelijk met een hoge slagingskans.
Voor ons beiden werd het een vakantie om nooit te vergeten en de grote hoeveelheid vaak vertoonde dia’s hebben daaraan meegeholpen. Ik weet niet meer welke zomer bedoeld werd in het liedje van Gerard Cox, maar het zou best wel eens de zomer van 1976 geweest kunnen zijn. De hitte van nu duurt maar voort en langzaamaan stijgt het aantal berichten over zaken die hierdoor volledig in de soep kunnen raken. Ook in Hoorn natuurlijk, al zou ik niet direct de vinger op de diverse stedelijke zere plekken kunnen leggen. Het is ook niet mijn taak.
Aan het Hoornse front nichts Neues? Ik kan het nauwelijks geloven.
Ik laat het signaleren van stedelijke hitteschade graag over aan de mensen die nu een periode van reces doormaken. Vorige week hebben twee partijen zich gemeld met een stukje stedelijk ongemak. Deze week speurde ik vergeefs de krantenkoppen na. Aan het Hoornse front nichts Neues? Ik kan het nauwelijks geloven. Ik wil daarom graag de Hoornse fracties die zich nog niet hebben geroerd oproepen niet te lang te wachten of anders in ieder geval de te spotten ellende wat gelijkmatiger over de recesperiode te verdelen.
Er zijn in het Hoornse twee nieuwe fracties: de ChristenUnie en De Realistische Partij, respectievelijk geleid door Kees Maas en Menno Jas. Beide politieke leiders wil ik onder de aandacht brengen dat het aandacht vestigen op lokale problematiek een goede manier is om tussendoor de burgers de indruk te geven dat politiek niet slechts een hobby is, maar een passie die men ook in vakantietijd altijd mee blijft dragen. Wanneer de weg naar de schrijvende en op andere manieren actieve media een onbekende is, of de pers vindt het onbetamelijk dat nieuwe partijtjes hoog van de toren blazen, dan raadplege men daartoe enkele door de wol geverfde politici van andere partijen.
Ik wil meteen toegeven, dat het niet altijd eenvoudig is, om zomaar uit het niets een maatschappelijke misstand of een irritant wegdekverschijnsel op te merken en er een goed klinkend heikel punt van te maken. De aanhoudende hitte bedreigde ongetwijfeld ook hier het asfalt, maar omdat men in andere gemeenten al door enthousiaste media gevolgde zoutstrooiactiviteiten organiseerde lijkt het voor Hoornse fracties al een onbruikbaar onderwerp te zijn om ermee te scoren.
Ik voorspel nog wel soelaas in door particulieren aangepakt problemen, die door de Hoornse ambtenarij worden gedwarsboomd. Maar dan moet je wel vlot zijn, want sommige partijen pikken dat heel snel op en voordat je het weet, kun je alleen nog maar sympathiek aanhaken bij die partijen. Daarom is mijn tip: richt je partij deels zo in, dat de burgerij je gaat zien als een klachtenbureau dat altijd reageert.
Let wel, je bent daarin natuurlijk niet de eerste. Er is een fractie, die daarmee al jaren goed scoort en ik weet niet of men veel concurrentie op hun terrein graag duldt. Aan de andere kant moet je beseffen dat deze fractie zich ook heeft verbonden met het college. Als je het helemaal goed wilt doen, kijk dan welke portefeuilles hun wethouder heeft en graaf op zijn beleidsterrein naar misstanden.
Dan wordt het voor een aantal mensen toch ook een leuke zomer!