4 augustus 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Hoornaar steekt vrouw dood
‘Hoornaar steekt vrouw dood’ luidde een kopje op de voorpagina van het NHD op dinsdag 31 juli. Ik vermoedde een stukje over een op hol geslagen stadsgenoot, wie de hitte in de bol geslagen is. Maar dat was het niet. Het voorval speelde zich af in het Franse Vercheney in de Drôme, waar een 59-jarige Nederlandse vrouw op een camping verbleef. De schuldige hoornaar die haar de doodsteek toebracht is een wesp. De wespensoort hoornaar (vespa crabro) is een stuk groter dan de doorsnee wesp. Zo’n 3,5 cm kan het diertje worden. In Frankrijk zijn in de dagen ervoor twee mannen aangevallen door deze wespensoort en één man is daaraan overleden.
En toch, de naam hoornaar steekt me een beetje.
Een hoornaar is dus een nare wespensoort. En toch, de naam hoornaar steekt me een beetje. Ik ben namelijk officieel een hoornaar, want ik ben inwoner van Hoorn. Ik ben er niet geboren, anders had ik veilig voor iedereen horinees genoemd mogen worden. Ik heb in principe geen bezwaar tegen het geven van bijnamen aan burgers in een bepaalde gemeente. Ikzelf ben van geboorte een kaaskop en mevrouw Grosthuizen is een echte mug, omdat wij respectievelijk uit Alkmaar en Haarlem komen. Die bijnaam mag je je hele leven meezeulen en gebruiken op de momenten dat de hele wereld in bewondering naar prestaties van die gemeentes kijkt. Op een bepaalde manier kun je daar enige trots aan ontlenen want lang niet alle gemeentes bieden de kans op een bijnaam.
Sommige gemeenten bieden een bijnaam die je aan onwetenden niet gauw zult openbaren. Je zult maar kruikezeiker zijn, zoals in Tilburg, keuter in Onderdijk, asbak in Sassenheim, vissekop in IJmuiden, stoepenschijter in Amsterdam of strontraper in Lieshout. Dan valt hoornaar een beetje mee, hoewel dat nu net de benaming is voor de importburgers. In Volendam heeft men ook een aparte naam voor import. Daar ben je geen palingkop, maar een jas. Palingkop ligt lekkerder in de mond wanneer je het wil gebruiken als scheldwoord.
Een horinees is geen eng, dood verspreidend insect.
Hoornaar is een weinig dankbare benaming. Het overgrote deel van Hoorn komt van buiten. Ook het stadsbestuur bestaat grotendeels uit hoornaars en misschien is de liefde van deze lieden voor de stad groter dan van de horinezen. Een horinees is geen eng, dood verspreidend insect.
Nu besef ik wel dat ik als columnist geen buitenpoorter ben. Sjaak Grosthuizen is in Hoorn geboren. In augustus 1999 begon hij voor het eerst zijn commentaren over de stad in de radiomicrofoon te lispelen. Ik beschouw dit als een steekhoudend argument. Sjaak Grosthuizen is dus geen hoornaar. Sjaak Grosthuizen is een horinees! Mijn commentaren zijn niet dodelijk, hooguit steken onder water.
En toch kan ik als door een wesp gestoken blijven reageren wanneer ik wordt betiteld als hoornaar. Stel je voor dat we dat woord aanpassen aan de titel horinees en er horinaar van maken? Zou dat steekhoudend kunnen zijn of wordt je daar op een of andere manier ook naar van?