22 september 2018 – Column: Sjaak Grosthuizen: Over USM (uniek soort mensen)
Met enige regelmaat hebben mevrouw Grosthuizen en ik een gesprek over ons woongenot. Zij vindt ons huis eigenlijk iets te groot geworden en zolang ik me minder vaak met aardse zaken als schoonhouden en onderhoud dan met meer verheven zaken bezig houd, ziet zij meer heil in het huren van een appartement. Ons huis zou dan worden verkocht en de zorg voor het onderhoud van de woning zou niet meer op onze schouders rusten.
‘Ik weet een leuke plek om dan te huren,’ liet ze weten. ‘In de Nieuwe Steen, in de voormalige Copernicus, want daar wil men ook huurappartementen neerzetten.’ Ze had er over gelezen in de krant. Ik schrok eerlijk gezegd even. Ze wil vaak van die onmogelijke zaken. Over huurwoningen in dat pand in De Nieuwe Steen hoorde ik ook spreken in de raadzaal. ‘Lieverd, over een huurappartement wil ik het best met jou hebben, maar niet in De Nieuwe Steen.’
‘De mensen daar willen geen huurders in hun mooie wijk’
‘Waarom daar niet? Het is daar best prettig wonen en bovendien ben je daar dichter bij het gemeentehuis,’ zei ze.
‘Omdat wij huurlingen zijn en iedereen in die wijk huizenbezitters,’ probeerde ik uit te leggen. ‘De mensen daar willen geen huurders in hun mooie wijk. Die misstaan daar, die horen er niet bij. Als wij gaan huren passen wij niet goed bij HSM.’
‘HSM? Wat is dat nu weer?’
‘Hun soort mensen. Ze zijn het niet gewend. Ze vrezen dat er alleen maar ellende kan ontstaan wanneer er ook huurders komen in hun keurige wijk.’
‘Maar wij zijn toch ook keurige mensen? Bovendien zijn wij nu ook huizenbezitters. Ik snap je niet. Zijn wij minder dan?’ Als mevrouw Grosthuizen het ergens niet mee eens is, kan ze heel koppig zijn.
‘Wie zegt dat dan?’ wilde ze weten.
‘Mensen in de raad,’ zei ik. ‘Diverse fracties. Chris de Meij van de VVD en de unieke voorman van FT en nu ook Menno Jas van De Realistische Partij hebben gehoord dat veel mensen in die wijk bang zijn voor de gevolgen van sociale huurwoningen in die wijk. Menno Jas beweert zelfs dat clusteren van sociale woningbouw niet altijd een succes is gebleken en als er iemand is die weet heeft van wijkjes met problemen is hij het wel, denk ik.’
‘Hebben die mensen bezwaren dat wij daar komen wonen?’ Haar ongeloof was evident.
Wij stammen af van generaties van huurders. Dat krijg je er niet zomaar uit.
Ik probeerde uit te leggen hoe dat allemaal kon werken. Wij zijn jarenlang huurders geweest van woningen en nog vooral in De Grote Waal ook. Wij stammen af van generaties van huurders. Dat krijg je er niet zomaar uit. En we kennen ook nog steeds veel mensen die huren. Onder onze beste vrienden zijn bewoners van sociale huurwoningen. Onze eigen kinderen hebben weliswaar ook gehuurd, maar lijken nu langzaam op te krabbelen en hebben veel omgang met mensen die ook maatschappelijk geslaagd zijn, gestudeerd hebben enzo. Wij sjouwen ons wezenloos van het ene museum naar de andere, hebben belangstelling voor fantastische culturele hoogstandjes in schouwburgen en muziekzalen, ik ben zelfs verslingerd geraakt aan opera en heb daar jarenlang radioprogramma’s over gemaakt, maar dat telt nauwelijks. Wij kunnen ons nu eenmaal niet meten met de UNS (Uniek Soort Mensen), de bewoners van De Nieuwe Steen. Wij moeten het ook niet willen.
Een zo unieke bevolkingsgroep dien je te beschermen.
Ik heb gehoord van de grote behoefte aan sociale woningbouw. Ik heb er alle begrip voor dat men op alle mogelijke plekken in Hoorn wil bouwen om in die behoefte te voorzien, maar je kunt onmogelijk een bestaande goede leefsfeer in een wijk verpesten door daar zomaar allerlei volk in te dumpen. De fabelachtige voorganger van FT voelt dat goed aan. Hij woont er ook zelf. Ik voel met hem mee. Een zo unieke bevolkingsgroep dien je te beschermen. Ik zal een eventueel voorstel van hem om ter bescherming een hoog hek te plaatsen rondom De Nieuwe Steen van harte steunen. Het Nieuwe Steenkamp zal ik maar zeggen. Ook Menno Jas zal ik bemoedigend toeknikken wanneer hij in de raad begrip vraagt voor het unieke cultuurgoed van deze bewoners, zoals hij dat ook vroeg voor de bewoners van woonwagens.
En dan het gebouw waarin men sociale huurders wil onderbrengen! Bij opening als school heb ik bewonderend rondgelopen, maar nu wil men er (speelt satanische moedwil een rol?) een lomp bakstenen gevaarte van maken. En dan ziet een meerderheid van de raad er geen enkele beletsel in!
‘Goed,’ zei mevrouw Grosthuizen ferm. ‘We blijven hier gewoon wonen.’
Ik heb haar een lieve knuffel gegeven.