29 december 2018 – Column Sjaak Grosthuizen: Geschiedenisles 2118
‘Onze Jan hier is een nazaat van burgemeester Jan Nieuwenburg, die zoals je weet in de twintiger jaren van de vorige eeuw burgemeester was van Hoorn, toen nog een zelfstandige stad. Jan heeft voor ons foto’s, geluidsopnames (die toen al digitaal waren) en videobeelden uit hun familiearchief kunnen opdiepen. Het leek mij leuk om eens wat feitjes van 100 jaar geleden op te diepen, uit de tijd dat onze gemeente Westfriesland nog verdeeld was in maar liefst zeven gemeentes. Ja, ik zou zeggen: steek maar van wal.’
‘Nou, ik weet eigenlijk ook maar sinds kort dat mijn overgrootvader burgemeester is geweest van de wijk Hoorn. Ik dacht altijd dat hij bij de krant werkte en dat hij in zijn vrije tijd mensen hielp tegen eenzaamheid. Hoorn was toen nog een stad van ruim 72.000 inwoners. Mijn vader heeft me verwezen naar mijn oom, want die heeft het familiearchief. Maar ik heb ook in andere archieven gesnuffeld en ik heb gezocht naar leuke en spannende ontwikkelingen die plaats vonden in Westfriesland en in Hoorn, maar er was eigenlijk niet veel gebeurd.’
‘Ik denk dat je iets meer kunt vertellen over de verkiezingen in 2018. Je hebt daar vast wel iets over gevonden.’
‘Nou, de verkiezingen waren toen in maart en Hoorn was zo’n beetje de laatste gemeente die een nieuw college voor elkaar had. Het was allang zomer. Ze hadden toen nog gemeenteraden die bestonden uit mensen van partijen waarvoor de mensen stemden. Dat was in 2018 nog met potlood, las ik. Een rood potlood en daarmee moest je een hokje rood maken van één persoon, van wie je dacht dat die de stad goed kon besturen. En mijn overgrootvader dus was de burgemeester en die kon niet worden gekozen door de kiezers. Hij was de laatste burgemeester die op de ouderwetse manier werd aangesteld. En aan de verkiezingen van 2018 in Hoorn deden veertien partijtjes mee. Veertien! Echt waar meneer, het stond er echt!’
‘Dat klopt meisjes en jongens, Jan heeft dat goed uitgezocht. Weet je toevallig ook nog namen van partijen?’
‘Ik heb er een paar kunnen vinden, er waren ook partijen bij die aan het einde van de vorige eeuw ook nog bestonden, maar ik weet niet meer welke dat waren. Er was één raadslid die al in de twintigste eeuw was begonnen en tot diep in de eenentwintigste eeuw is aangebleven. Ik heb zijn naam ergens genoteerd, maar ik weet niet meer waar.’
‘Niet erg, Jan, zolang er geen straat naar hem vernoemd is of dat er een standbeeld van is. Maar Jan, heb je iets kunnen vinden over de eerste tekenen van democratische vernieuwingen? Democratie hebben we de vorige maand behandeld. Het principe dat het volk zijn bestuurders kiest, en daar dan vier jaar tevreden of ontevreden over mocht zijn. Kijk niet zo ongelovig Yavuz, dat was in die tijd nog zo.’
‘Maar Jan, wat was die verandering in democratisch raadswerk wat in Westfriesland op bescheiden wijze een aanvang name?’
‘In Enkhuizen waren ze begonnen met het afschaffen van coalitie- en oppositiepartijen. Dat was nadat de Enkhuizen raad voor de verkiezingen al hun wethouders hadden weggestuurd, omdat ze te eigenwijs waren en niet wilden toegeven. En na de verkiezingen van 2018 zijn ze tot inkeer gekomen. In heel 2018 is daar nog geen enkele wethouder weggestuurd.’
‘Alleen in Enkhuizen, Jan?’
‘Nee, in Drechterland klonk dat samenwerkingsgeluid ook een beetje en in nog meer gemeentes. In Hoorn werd een poging gedaan door de coalitie om dat verschil weg te nemen, maar dat mislukte. Maar mijn overgrootvader kon daar niks aan doen! Die heeft in die tijd zijn stinkende best gedaan om de boel draaiende te houden.’
‘Kun je ons een paar zaken noemen die zich toen hebben voorgedaan?’
‘In Hoorn werd begonnen met de bouw van een torenflat. Die vonden ze toen enorm hoog, ja echt en dat terwijl hij net aan vijftig meter hoog was. En de Westfrisiaweg was toen vierbaans geworden. De witte vloot kreeg een beetje walstroom en in dat jaar begonnen ze in Hoorn te praten over het huis van de stad in plaats van stadhuis, omdat er een nieuwe moest komen. Dat is een paar jaar later nog genoemd in het televisieprogramma Kanniewaarzijn, omdat de kosten zoveel hoger uitvielen. Dat huis van de stad is in de zestiger jaren van de vorige eeuw gesloopt, omdat het al lange tijd niet meer voldeed en omdat het stadhuis van Westfriesland ergens anders kwam te staan. Op die plek staat nu het Samir Basharacollege.’
‘Jan, de tijd is op. Ik hoop dat dit je klasgenoten op het idee brengt je bevindingen op te zoeken in de digitale leeromgeving. Dankjewel. Volgende week krijgen we de presentatie van het werkstuk van Rachelle Stiemer en jouw voorvader heeft wel echt bij de krant gewerkt. Veel succes!’