Met name dit jaar is de energierekening voor vrijwel alle Nederlandse huishoudens fors gestegen. Een belangrijke reden daarvoor is de zogeheten Opslag Duurzame Energie (ODE). Dit is een belasting van de overheid die benut wordt om de vergroening van het opwekken van energie te stimuleren, zoals dat bijvoorbeeld bij het project Hoorn 80 Energiepositief en de Zonnecoöperatie West-Friesland gebeurt. De afgelopen jaren is er dankzij deze specifieke energiebelasting 7,7 miljard euro beschikbaar gekomen voor allerlei projecten die onder meer aan moeten tonen dat duurzame energie vergelijken met traditionele fossiele brandstoffen realistisch is. Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt echter dat een derde van die inkomsten, oftewel 2,5 miljard euro, tot op heden nog nooit aan subsidies is uitgegeven.
Het overschot blijft groeien
Als we over meerdere jaren de inning van energiebelasting voor de stimulering van duurzame energie vergelijken met de uiteindelijk verstrekte subsidies, dan levert dit het volgende beeld op. In 2016 werd er al 234 miljoen euro meer aan energiebelasting geïnd dan dat er aan subsidies werd uitgedeeld. In 2017 kon nog eens 305 miljoen euro aan dit duurzame spaarvarken worden toegevoegd, want toen werd er 626 euro aan ODE-belasting opgehaald terwijl er slechts 321 miljoen euro aan subsidies werd besteed. Tenslotte bleef van het ruime miljard dat de overheid vorig jaar aan energiebelasting binnenkreeg opnieuw 571 miljoen euro ongebruikt op de plank liggen.
Bedenkingen van de Rekenkamer
De Rekenkamer vindt dit oppotten van steeds groter wordende miljoenenbedragen een opmerkelijk situatie, mede omdat het aandeel voor ODE op de energierekening door de jaren heen ogenschijnlijk onnodig hard stijgt. Volgens de begroting wordt er dit jaar zelfs 1,7 miljard euro aan ODE-inkomsten aan de subsidiepot toegevoegd. Het is overigens niet de eerste keer dat de Algemene Rekenkamer dit soort kwesties bij overheidsinstanties aan de kaak stelt. In 2015 werd het Ministerie van Economische Zaken al eens op de vingers getikt omdat er stelselmatig meer geld werd geïnd dan dat er aan subsidies werd verstrekt.
Gebrek aan duidelijke communicatie
Volgens de Rekenkamer schort het ook aan een heldere uitleg van de kant van de overheid over wat er precies met het geïnde geld gebeurt. De inkomsten van de ODE zijn weliswaar specifiek geoormerkt voor het verstrekken van de duurzaamheidssubsidies, maar dat zou duidelijker gecommuniceerd moeten worden. Heldere communicatie voorkomt ook dat de belastingbetalers de indruk krijgen dat het overschot aan ODE-opbrengsten in de centrale schatkist terecht komt en dat dit geld uiteindelijk aan andere zaken wordt uitgegeven. Daarnaast is het opmerkelijk dat de overheid ook duurzaamheidssubsidies, zoals de subsidieregeling energiebesparing eigen huis (SEEH) verstrekt die niet uit het overschot in de ODE-pot gefinancierd worden.
Verruiming van de subsidiemogelijkheden
De overheid is inmiddels overigens al enigszins in beweging gekomen om de miljardenbuffer aan stimuleringssubsidies sneller kleiner te maken. De huidige SDE+ subsidieregeling, die het opwekken van duurzame energie middels biomassa, aardwarmte, waterkracht, wind of zon stimuleert, krijgt vanaf 1 januari volgende jaar een opvolger met de naam SDE++. Deze nieuwe regeling geeft dan ook initiatieven die de CO2-uitstoot willen verminderen de mogelijkheid om aanspraak te maken op de beschikbare ODE-gelden.