8 november 2019 : Column Peter Ursem: Wonen in Westfriesland
Woonruimte veroveren is een activiteit geworden, waar een flinke groep woningbehoevenden niet meer aan kan meedoen. Oorzaken zijn de beperkte hoeveelheid woonruimte die vrij komt en de prijs die ervoor moet worden betaald. Op het moment dat er oplossingen in zicht lijken te komen, wordt dat zich direct weer vertroebeld door maatregelen van de overheid, de werking van de huizenmarkt, met daarin de vastgoedjongens, die het grote geld ruiken.
Gemeenteraden beraden zich overal in Westfriesland op slimme maatregelen, waardoor de schade binnen de eigen gemeentegrenzen beperkt blijft. Maar de invloed van de raden blijft frustrerend beperkt. Zomaar wat krantenkoppen over de Westfriese huizenmarkt: ‘Inwoners gaan voor bij huis’, ‘Voorrang mocht helemaal niet’, ‘VVD-plan claimt plek voor betaalbaar wonen’, ‘Huurhuizen te duur door ozb’. Het probleem van het kunnen aanbieden van betaalbare woningen geldt voor elke gemeente. In elke gemeente weten mensen ook wie ze moeten aanwijzen voor het ontstaan en veel erger, het continueren van het woonprobleem.
De vraag is waar de zwarte piet nu ligt.
In Stede Broec werd de onroerendzaakbelasting met dertig procent verhoogd. De Woonschakel ziet zich daardoor gedwongen de huren op te trekken en de gemaakte afspraak om 1200 betaalbare huurhuizen aan te bieden kunnen zij naar eigen zeggen niet meer waar maken, hoe graag ze dat ook zouden willen. De vraag is waar de zwarte piet nu ligt. Bij de raad die de verhoging van de ozb op 31 oktober goedkeurde? Bij wethouder Bart Nootebos die waarschijnlijk namens het College met het onzalige voorstel aan kwam? De landelijke overheid, die de woningcorporaties extra belasting oplegt? Of zijn het de kapitaalkrachtige huisjesmelkers die buiten de corporaties om alles opkopen om te verhuren tegen exorbitante bedragen, zodat de gemiddelde huizenprijs stijgt?
En wat te denken van de oplossing die de gemeente Medemblik dacht te hebben uitgedacht, door nieuwe woningen bij voorkeur aan de eigen woningzoekenden te gunnen? In Drechterland is men zeer gecharmeerd geraakt voor dit idee en een meerderheid ziet veel rechtvaardig heil in ook zo’n maatregel voor de gemeente. En er lijkt heel wat voor te zeggen om juist in de kleine woonkernen de regel van eigen volk eerst toe te passen. Wethouder Yvonne Roos-Bakker meent dat dit te regelen is, zeker omdat het Medemblik ook gelukt is.
Maar nu blijkt dat het juridisch helemaal niet mag.
Maar nu blijkt dat het juridisch helemaal niet mag. De gemeente Medemblik had de notaris die de verloting van huizen regelde niet mogen vragen om de Medemblikse woningzoekenden voorrang te verlenen. In de huisvestingswet van 2014 zijn wel artikelen opgenomen, die een gemeentebestuur de mogelijkheid geven categorieën van woningzoekenden aan te wijzen die voorrang mogen krijgen. Een verloting van woonruimtes onder woningzoekenden mag kennelijk wel worden georganiseerd door de projectontwikkelaar zelf. En die zal veel meer interesse hebben in categorieën die het geld makkelijker kunnen ophoesten.
Ook in Hoorn speelt het probleem van woningtoewijzing. Daar doet men beslist niet voor de andere gemeenten onder in het formuleren van wensen om sociale woningbouw wat meer aandacht te geven. Maar de gemeente is zelf geen projectontwikkelaar. Dat is dan weer even anders bij de gemeente Koggenland, waar zelfs de VVD betaalbare woningbouw en -verbouw wil plegen om in de vraag te kunnen voorzien. Daarbij worden vooral de eigen woningzoekenden deze dienst bewezen.
Starters op de woningmarkt of zoekers naar een betaalbaar huurhuis, zullen nog een flinke tijd kunnen wachten voor alles zelfs volgende de regeltjes prettig geregeld wordt. Hoeveel stikstof en CO2 we intussen allemaal zullen in- en uitademen is niet te zeggen. Misschien dat een oprecht stuk samenwerking in Westfries verband meer mogelijkheden biedt? Hoewel, wanneer zeven colleges en zeven gemeenteraden zich ermee gaan bemoeien, zou dan veel tijdwinst kunnen worden geboekt?