28-11-2019 – Column Peter Ursem; Onderkomen (Over polen en tegenpolen)
Wanneer in een gesprek woorden als arbeidsmigrant, huisvesting, Polen, Oostbloklanden vallen, dan gaat dat gesprek meestal over problemen die worden ervaren. Het Malieveld stroomt nog niet meteen vol, wanneer deze woorden leiden tot iets te breed gevoelde ongenoegen, maar soms lijkt er enige gretigheid te zijn om dat maar wel te doen.
Wat een contrast daarmee is het artikel over de huisvesting van Polen bij en door een grote bollenboer in Drechterland. De breed glunderende burgemeester, Michiel Pijl, samen met de gul lachende Commissaris van de Koning Arthur van Dijk en de stralende wethouder Yvonne Roos-Bakker in gezelschap van de tevreden lachende Poolse arbeidsmigrant Mariusz Skowronek alle vier op een foto, lijken het bewijs te vormen van de in het bijbehorende artikel genoemde geslaagde huisvestingsoplossing. Bij het bedrijf is met toestemming van de gemeente Drechterland een woonverblijf gebouwd, waar de arbeidsmigranten, die in het bedrijf werkzaam zijn, op een nette manier zijn ondergebracht.
Wanneer een Commissaris van de Koning een deel van zijn allereerste werkbezoek aan een gemeente onthaald kan worden in een verblijf waarvan op veel andere plekken in deze regio en in ons land doorgaans met grote zorg, zo niet met afkeer gesproken wordt, dan moet er wel iets kloppen van de vrolijke gezichten. Dat doet deugd! Het is natuurlijk gebruikelijk om bij dit soort bezoeken de boel van te voren goed op te poetsen, zodat de hoge gast ook zonder problemen zijn waardering kan uitspreken, want dat hoort er bij. Toch ben ik zelf bereid om het verhaal 100% te geloven.
Burgemeester Michiel heeft mij enige tijd geleden verteld dat hij zolang dat mogelijk is, persoonlijk goed contact wil houden met de bedrijven in zijn gemeente, door daar ook op bezoek te gaan. Op de boerenplaats waar ik hem dat tijdens een interview in de stal heb horen zeggen, werd dat bevestigd door de boer zelf, die kon verklaren dat dit niet eens de eerste keer was dat hij de burgemeester trots kon laten zien hoe hij met zijn bedrijf bezig was. Dan ben je echt burgemeester denk ik nog steeds.
Opvang van arbeidsmigranten is in veel gemeenten een hoofdpijndossier. Om de inhuur en huisvesting van deze tijdelijke arbeidskrachten hangt vaak de sfeer van louche zaken doen. Ze worden uitgebuit, ze worden primitief gehuisvest en er is overlast voor de buurt waar ze hier en daar illegaal zijn ondergebracht. De Drechterlandaanpak kan als voorbeeld dienen voor andere bedrijven en gemeenten, maar dan moet daar wel aan de juiste voorwaarden worden voldaan. In Drechterland zou je met enig heen en weer delibereren kunnen zeggen dat de huisvesting is overgelaten aan de markt. Het daar wel afgesproken dan elk boerenbedrijf de toestemming heeft om 120 mensen te huisvesten en wanneer dat problemen oplevert, dan is er over te praten.
Zul je in de gemeente Drechterland dan nog veel huisjesmelkers aantreffen die graag willen binnenlopen met de verhuur aan een flinke groep migranten per huisje, zoals dat bijvoorbeeld in Hoorn het geval is? Is dit Drechterlandse model uit te rollen over heel Westfriesland of zouden er meer ondersteunende faciliteiten moeten worden waargemaakt door gemeentebesturen? Misschien wel.
Ik besef wel, dat er op meerdere plekken in onze regio al migranten op een keurige manier zijn ondergebracht. Dat er uitstekende verhoudingen bestaan tussen Westfriezen en bijvoorbeeld Poolse werkers. Dat er al heel wat Westfriese ondernemers op uitnodiging van hun medewerkers in Polen een of ander feest hebben meegevierd. Ik vind het juist goed en prettig om te lezen dat er rond het vocabulaire over deze groep werknemers positieve geluiden in de krant verschijnen, en nog veel belangrijker, in de discussies over deze materie de tevredenheid ermee de boventoon gaan voeren.