29 januari 2020 – Column Peter Ursem: Staak
Vanaf 1970 tot 2013 werkte in het basisonderwijs. Een aantal jaren was ik in de afdeling Hoorn bestuurslid van de vakbond. We hebben toen de eerste onderwijsstakingen meegemaakt en voor de afdeling mee georganiseerd. Dat was nodig, vonden wij. De verwaarlozing van het onderwijs door diverse regeringen bereikte soms het punt dat we meenden niets anders meer te kunnen. Voor de beslissing mee te doen, moest eerst een knop omgezet worden. Aanvankelijk als onderwijzer (leraren vond je pas in het voortgezet onderwijs) en later ook als leraar was je voornamelijk bezig om de kinderen die aan jou waren toevertrouwd zo goed mogelijk te begeleiden naar een volgende stap in hun ontwikkeling.
De geldkraan ging steeds verder dicht en dat heeft diverse gevolgen gehad, die de kwaliteit van het onderwijs ondermijnden. Zeker, ik moet toegeven dat maatregelen om de klassen te verkleinen prima waren. Had ik begin zeventiger jaren nog klassen van 35 of meer leerlingen, dat liep langzamerhand terug naar hoeveelheden in de twintig. Er kwamen meer vakleerkrachten, duobanen werden mogelijk en leerlingen kregen een ‘gewicht’ mee, waardoor er bij een groot aantal allochtone kinderen en kinderen uit een achterstandssituatie meer leerkrachten konden worden ingevoerd. Zelfs werd het mogelijk schoolassistenten aan te stellen.
Daar staan echter andere, slopende activiteiten van onze grote werkgever in Den Haag tegenover. Heel lang stegen de salarissen niet mee met de landelijke trend, waardoor het verschil met andere HBO-opgeleide mensen erg opliep. Een tijdlang waren de toelatingseisen voor de opleidingen versoepeld, zodat een uitgebreider instroom naar de PABO’s mogelijk werd. De mogelijkheden om te groeien in je werk met bijpassende salarisgroei bleef lange tijd minimaal. Dit heeft een hoop mannen afgeschrikt om zich met onderwijs op de basisschool te gaan bezighouden. Elders kon je betere carrièrevooruitzichten scoren. Het lespakket werd veranderd met meer zaken die vast wel heel nuttig waren voor het kind in de basisschool.
Het speciaal onderwijs groeide uit haar voegen en de politiek vond het een heel goed idee om al die kinderen met een rugzakje gewoon in de reguliere basisschool te zetten met een minimale financiële ondersteuning waarmee de school een adequate aanpak diende te leveren. In de laatste jaren dat ik met stug volharde vreugde aan het werk ging kwamen de inspecteurs van het onderwijs met organisatorische eisen waaraan een school moest voldoen om nog een voldoende te kunnen scoren. De onvoldoendes werden breeduit gemeten op de website van de inspectie.
Ik mocht met pensioen gaan op een moment, dat in onze school nagenoeg alle rest-energie werd besteed aan het bijhouden van een administratie waaraan de inspecteur kon zien dat het allemaal in orde was. Voor het vertalen van nieuwe onderwijsinzichten in actuele lessen was eigenlijk geen tijd, ruimte en energie meer beschikbaar. De plaats die het onderwijs in Nederland inneemt op een vergelijkende lijst van andere landen is tot een bedroevend niveau gezakt. Alle factoren om de zaak grondig te laten vastlopen waren aanwezig.
Geen wonder dat het nu een tijd van stevige actie is geworden. Ook in Westfriesland. Er gaat weer gestaakt worden en dat wordt niet overal meer gewaardeerd. Er zijn gelukkig schoolbesturen die pal achter hun leerkrachten staan en blijven staan. Hoe mag je de houding noemen van Stichting Katholiek Onderwijs De Streek, die de stakende leraren niet willen doorbetalen wanneer zij staken? Zij zien meer in een overlegmodel.
Overleggen zij dan al met Den Haag en hebben zij al zicht op een wenselijke oplossing? Lekkere bestuurders! Dit is een duidelijk signaal naar je leerkrachten, dat je hen gewoon in de steek laat. Leerkrachten van Westfriesland: blijf geloven in de mogelijkheid om het onderwijs weer goed en leerkrachtvriendelijk te krijgen. Sta(ak) sterk!