Het VNG Jaarcongres in regio Westfriesland schuift door naar juni 2022. Dat hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de regio Westfriesland samen besproken en besloten. De VNG organiseert daarom dit jaar een digitaal Jaarcongres. Data van het digitale congres in 2021 en het congres in 2022 zijn nog niet bekend.
Westfriesland zou in 2020 de gastregio zijn voor het jaarlijkse congres van de VNG. Door de uitbraak van het coronavirus is toen besloten het congres te verzetten naar 2021. De pandemie is nog niet achter de rug. Het is te onzeker hoe de zomer van 2021 eruitziet. Het is niet realistisch om ervanuit te gaan dat de regio 2500 bezoekers veilig kan ontvangen. Ook vraagt het VNG Jaarcongres organiseren om maandenlange voorbereiding, en daarom is nu al duidelijkheid gewenst. Niet alleen voor de VNG en de regio Westfriesland, maar ook voor de vele partners. Het team dat het congres voorbereid gaat samen met de Westfriese partners later met dezelfde energie en betrokkenheid verder om het congres in Westfriesland tot een succes te maken.
Westfriese beleving
Het VNG Jaarcongres organiseren is een invulling om de regio nog steviger op de kaart te zetten, om een impuls te geven aan bijvoorbeeld toerisme en horeca en om te laten zien dat Westfriesland in de top tien van meest aantrekkelijke regio’s behoort. Door 2500 lokale bestuurders zoveel mogelijk te laten zien, proeven en beleven van de regio, maken ze kennis met het échte Westfriesland en komen ze mogelijk vaker deze kant op. Om de congresbezoekers het beste van de regio te laten beleven is het nodig om ze te kunnen ontvangen.
Over het VNG Jaarcongres
Het VNG Jaarcongres is het jaarlijkse, meerdaagse congres van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Er komen ruim 2500 lokale bestuurders op af. In het middagprogramma gaan zij verdeeld over ongeveer 50 excursies, workshops en sessies de regio in. Het diner dat wordt georganiseerd is voor 1600 gasten. De overige 900 congresbezoekers dineren zelfstandig op een andere plek in de stad of regio.
Bron tekst en foto: Gemeente Drechterland