3 februari 2021 – Column Peter Ursem: Westfriese humor
Humor in Westfriesland, is dat mogelijk dan? Jazeker! Elke week lig ik even plat om de grappen van een flinke handvol Westfriese grappenmakers en verhalen vertellers. Ik mag al heel wat jaar een radioprogramma presenteren over cabaret. Dat begon in het begin van deze eeuw bij Radio Hoorn. Michel van der Brink was een paar jaar daarvoor begonnen met een wekelijks programma over cabaret en omdat hij mijn columns af en toe erg grappig vond, vroeg hij me zijn programma te helpen ondersteunen.
Nu is het is de kringen van radioamateurs zo, dat wanneer je er eenmaal aan bent begonnen, je er niet zo snel meer van af wil. Cabaret heeft mij al sinds mijn studiejaren erg geïnteresseerd. Op de Helderse kweekschool heb ik een paar jaar deel uitgemaakt van het cabaretgroepje Proberen. Ik zong er, speelde sketches en schreef ook stukjes. In het laatste jaar van de studie werd de focus helemaal verlegd naar de studie zelf.
Na een niet al te lange tijd vond Michel de tijd rijp om mij om de week het programma maar te laten presenteren, zodat hij ook af en toe een zondag vrij had. Dat ben ik vanaf die tijd blijven doen. Enkele jaren later, toen Michel er mee stopte ging ik door met Jos Gitzels als de andere presentator en toen hij er na heel wat jaar ook mee stopte ben ik maar alleen doorgegaan. Ook in de paar jaar dat Radio Hoorn was opgegaan in Weeff bleef het radioprogramma over cabaret in de lucht. En toen Weeff geen ruimte meer bood voor dit soort programma’s was ik meer dan welkom bij Radio Bontekoe, dat nu Hoorn Radio heet.
Een vast onderdeel in het programma was een stukje Westfries cabaret. Michel had dat ingebracht en het is er nooit meer uit gegaan. Elke week een liedje in het Westfries of een verhaal. Voor de vaste luisteraars werden de namen van een groep Westfriese kleinkunstbeoefenaren vertrouwde namen. Bijna namen van goede bekenden. Hannus Knoin, Cor Steur, Piet Zee, Gerdje Klaibroek, maar ook Fred Rootveld, die zelf geen Westfries is. Piet en Ria Braakman, Rem Zwummer en Jaap Jaspers kwamen wat minder vaak langs. Maar Jo de Leeuw als Tante Saar en Kees Stet zijn in de loop der jaren meermaals langs gekomen in de uitzendingen. Allemaal namen die passen in ‘de stal’ van Ted Rootveld.
Ik spreek het zelf niet en eigenlijk vind ik dat jammer.
Een collega bij Radio Hoorn overhandigde mij ooit een cd met weer heel andere namen. Noh Heui is de titel van de cd en dat was geen Vietnamees. Siem de Haan en Marjan Beenken staan er op en Ina Broekhuizen. Kees Ruiter, Cor Meurs, Vera Dekker en Bob Lingerak vertelden en zongen hun Westfriese teksten. Op een andere cd staan de namen van Jan en Greet Krul, Jan Pannekeet en Nel van Laren-Zwuup. Allemaal mensen die in het dialect van onze streek hun beste beentje voor zetten. En hoewel ik al een flink aantal namen heb genoemd, zijn er ook de namen van een nieuwe lichting. Ik heb nog geen geluidsmateriaal van hen maar ik hoop daar ooit aan te kunnen komen.
Het Westfries is een mooi dialect met prachtige eigen vocabulaire en een zangerige uitspraak. Ik spreek het zelf niet en eigenlijk vind ik dat jammer. De meeste inwoners van Westfriesland spreken het dialect niet. Er is heel wat import komen wonen. Mensen uit gebieden met een ander dialect of nagenoeg geen dialect. Waar een dialect niet of nauwelijks meer wordt gebezigd, sterft dat uit, hoe jammer we het ook vinden. Zou het een malle eis zijn, om aan ieder die in Westfriesland komt te wonen het plaatselijke dialect te laten leren? Als een onderdeel van culturele integratie?
Ik vrees dat er maar heel weinig nieuwkomers zullen zijn, die na enige tijd vlekkeloos Westfries zullen spreken. Ik hoop wel dat ze de verhalen en liedjes zullen verstaan en waarderen. Ook wanneer er iets anders dan humor mee wordt bedoeld. Elke week zit er daarom in mijn zondagse radioprogramma Vitamine C bij Hoorn Radio (te beluisteren via de website en DAB+) een stukje Westfries. En ik ben van plan dat nog heel lang te blijven doen.