14 april 2021 – Column Peter Ursem: Bedvrees
Tot mijn opluchting las ik dat het in het Dijklander ziekenhuis al wat minder coronapatiënten worden opgenomen. Westfriesland stond enige tijd in de kopgroep van zwartste gebieden van Nederland. De ziekenhuizen in Hoorn en Purmerend konden de toestroom van patiënten nauwelijks aan en er werden coronapatiënten ‘afgevoerd’ naar ziekenhuizen elders.
Beroerd voor die patiënten en voor hun familie, ben ook ik geneigd te zeggen, maar persoonlijk begin ik ook meelevende gevoelens te ontwikkelen voor alle patiënten met reguliere klachten, andere klachten dan de besmetting met covid. Mensen die, ik denk even aan een zwager van me, nu eindelijk eens de heupoperatie hopen te mogen ondergaan. Een operatie waar al zeer lang op gewacht wordt. Er zijn nog veel meer vaak voorkomende ongemakken, allerlei soorten operaties en gewoon kanker natuurlijk.
In de felle discussies over wel of niet openen van horecaterrassen zou ik ook kiezen voor het opengooien ervan. Dat het OMT daar zeer terughoudend in is en dat een vooraanstaand arts als Diederik Gommers kritisch is over het openen van allerlei andere zaken, waar de naar vrijheid smachtende bevolkingsgroepen om schreeuwen, kan ik ook begrijpen. Ik denk dat een meerderheid van ons dat best wil begrijpen, met het oog op de roofbouw die al ruim een jaar op ziekenhuispersoneel wordt gepleegd.
geef het één openingetje en het eist een complete bres op
Geef het volk één vinger en het graait naar de hele hand, geef het één openingetje en het eist een complete bres op. Wanneer we nu eens zeker wisten dat er niet met driehonderd man op één terrasstoeltje wordt afgestoven, dan zou er meer mogelijk zijn, maar we kennen allemaal beelden van volksmassa’s, die door de massale beleving van de ultieme vrijheid om zonder mondkapje tegen elkaar op geperst te staan, alle gevaren vergeten. Zoals vissen in het centrum van een school vast het idee hebben dat zij zolang de massa soortgenoten om hen heen blijven drommen hen de kauwende kaken van de orca bespaard blijven.
Ik kijk met persoonlijk belang naar de mogelijkheid van het Dijklander ziekenhuis om andere dan coronapatiënten te behandelen. Ik kreeg in het begin van dit jaar te horen dat er tumorcellen zijn aangetroffen bij mijn prostaat. Niets aan de hand, je kunt er 100 mee worden! Ik grapte dat ik daar blij om was, want ik had altijd gedacht niet ouder dan 90 te worden. De kanker kan zich lange tijd heel rustig houden en regelmatig zal worden gecontroleerd of alles nog binnen de perken blijft.
Ik ben een flinke tijd gerustgesteld geweest, in het vertrouwen, dat wanneer de tumor werkelijk vervelend gaat doen, er direct adequaat gehandeld gaat worden. Wanneer je weer dichter bij een controlemoment komt, kijk je anders aan tegen berichtgeving dat reguliere zorg afgeschaald moet worden. Ik zal grappen blijven maken over mijn prostaat, maar die nemen niet de toenemende ongerustheid weg. Ik heb zachtjes, maar zeer hartgrondig gevloekt toen ik vernam dat het ziekenhuis van Westfriesland overvol raakte met coronapatiënten.
Hoeveel van die patiënten mag ik verwijten dat ze zo stom zijn geweest een besmetting op te lopen? Wat mag ik denken over zanikers die zich niet willen laten vaccineren, omdat je maar nooit weet of je daar niet dood aan gaat? Ik maak me zorgen over wat er met mij kan gebeuren, maar er zijn kankercollega’s die er veel erger aan toe zijn en acute ziekenhuishulp behoeven. Die ook ooit met dierbaren naar café, schouwburg of pretpark willen, wanneer hun eigen ‘reguliere’ ziekteongemakken ook achter de rug zijn. En zelf wil ik er ook naar kunnen verlangen zonder de beklemmende gedachte dat er geen bed beschikbaar is.
Eigenlijk wil ik gewoon zorgeloos grappen blijven maken, ook over mijn eigen leed. Desnoods tot mijn honderdste verjaardag.