12 mei 2021 – Column Peter Ursem: Van je terras ras ras …
De horeca kan nu een beetje doorpruttelen dankzij de mogelijkheid de terrassen te openen. Ik weet niet precies wie het afgelopen jaar het hardst gejammerd hebben, de mensen die graag weer gezellig willen bijtanken bij de horeca of de horecaondernemer die dit o zo graag ook wilde faciliteren.
De maatregelen om de coronavirussen een beetje de baas te kunnen worden hebben de uitbaters van cafés en restaurants zeer langdurig tegengewerkt. Maatregelen die werden genomen toen duidelijk werd dat de zorg om de gezondheid van ook de horecaklanten door de overheid serieuzer werd genomen dan door de klanten zelf. Nu de besmetting minder vlot verloopt wordt de speelruimte van ieder vergroot en ook de horecabazen mogen weer voorzichtig met de pauzeknop van Mark Rutte aan de gang gaan. Maar dan alleen nog op de terrassen.
Alleen geheelonthouders zullen hun schouders ophalen.
Bij velen klinkt een zucht van verlichting. We mogen weer en bijna alles, maar alleen buiten. De horecaffers hopen een stuk omzet terug te kunnen winnen via een zo strategisch mogelijk ingericht terras. Elke coronaveilige stoel meer scheelt in de omzet en ook ik, nauwelijks een fervent terrasbezoeker, meen dat dit deze mensen eindelijk toekomt. Mijn eigen zoon heeft vorig jaar zijn baan in de horeca moeten opgegeven, dan ga je hopen dat niet nog veel meer mensen geen emplooi meer zullen vinden in deze branche. Alleen geheelonthouders zullen hun schouders ophalen.
De gegunde uitbreiding van terrassen krijgt niet altijd de gewenste uitvoering. Waar in de ene gemeente extra terrasruimte wordt toegestaan op parkeerplaatsen, is een andere gemeente meer vasthoudend aan de regeltjes van voor de corona. In Westfriesland zie je de verschillen tussen de gemeentes Drechterland en Medemblik. In Medemblik is de horeca na de langdurige sluiting extra gefaciliteerd door het stadsbestuur. Er is hierover overleg geweest met de winkeliersvereniging. In Drechterland wordt uitbreiding van de terrassen niet toegestaan, want dat mag niet door de regels die ooit ergens op Drechterlands bestuurspapier zijn opgeschreven en volgens de regelbewaarders aldaar mag het ook niet volgens de landelijke coronaregels.
Reken maar even mee.
Je zou denken dat men als horecapersoon in Medemblik beter af is, maar ook daar zijn mensen die op strepen staan. De strepen van parkeervakken. Een paar winkeliers die hun nering hebben nabij die op parkeervakken geparkeerde terrasstoeltjes en tafeltjes, vrezen een enorme teruggang in hun omzet. Laat een winkelier maar rekenen en reken er dan maar op dat hij met verbazingwekkende uitkomsten komt. Reken maar even mee. Wanneer er tien parkeerplaatsen permanent bezet worden door terrassen scheelt dat tot eind oktober, wanneer tafels en stoelen weer worden weggeborgen, het bezoek van zevenduizend klanten en winkelier Cees Dekker weet dat die gemiddeld vijftien euro uitgeven in zijn winkel. Hij loopt daardoor dus, je hebt het vast ook uitgerekend, € 105.000,- mis. Ruim een ton en dat geldt voor nog een paar winkels bij de gestolen parkeerplekken.
Misschien dat mensen eens met Cees Dekker iets preciezere sommetjes gaat maken. Iemand die uitgelegd wil krijgen dat die 7000 wegblijvende klanten een reëel gegeven zijn. Iemand die misschien kan duidelijk maken, dat terrasbezoekers ook klanten zijn. Iemand die kan uitleggen dat niet alle klanten wegblijven, omdat ze niet vlak voor de winkeldeur kunnen parkeren.
Misschien kunnen de burgemeesters van beide gemeenten, Frank Streng en Michiel Pijl, afspreken op een klein terrasje in Drechterland en een afzakkertje pakken op een uitgebreid terras in Medemblik en dat Frank Streng dan kopietjes van de benauwende regeltjes van Drechterland symbolisch versnippert. Per slot van rekening mag er in gemeenten ook wel eens gedacht worden aan een revolutionair andere bestuurscultuur.