13 oktober 2021 – Column Peter Ursem: Expathotel
Er komt een expathotel in Spanbroek. Goed nieuws natuurlijk, want al die arbeiders die tijdelijk hun eigen huis en haard verlaten om hier te komen werken moet je netjes ergens onderbrengen. Dat daarvoor een pand wordt gebruikt dat bij doorverkopen binnen redelijk korte tijd het dubbele opbracht heeft een eigenaar uiteraard erg tevreden gesteld. Het was een projectontwikkelaar die geen bezwaar had tegen de transactie, want hoogst waarschijnlijk ziet die er ook brood in. Een hotelidee met een flink aantal kamertjes die allemaal apart huuropbrengst genereren mag natuurlijk best. En je doet er een aantal expats ook een groot plezier mee.
Er zijn partijen gemoeid die in dit verband liever niet genoemd willen worden, maar die zien graag dat hun ‘hoog gekwalificeerd personeel’ niet de zorg hebben over waar zij hun spullen kwijt kunnen en kunnen overnachten gedurende de tijd dat zij hoog gekwalificeerd werk verrichten. Dat werk heeft, naar we mogen begrijpen, te maken met de bouw van de datacenters op Agriport. Ik ben natuurlijk ook blij dat hoog gekwalificeerde arbeiders de datacenters neerzetten, want er bestaat tegenwoordig bijna geen groter ergernis dan internetverkeer dat ineens kuren vertoont.
Nu hebben bewoners die in de buurt wonen van het in te richten expathotel enige onrustgevoelens. Buitenlandse arbeiders die voor beperkte tijd in je buurt komen wonen schijnen geen pretje te zijn. Parkeeroverlast, overbodig lawaai en nog veel meer ongemakken, waar men in sommige Hoornse buurten ook over mee kan praten, zijn zaken waarmee je niet wil worden geconfronteerd. Dus toog men naar het gemeentehuis van Opmeer, waar de hotelplannen uit de doeken gedaan werden.
‘Die kun je niet als wilde beesten gaan huisvesten.
Het wordt geen Polenhotel kon men horen. S&A Real Estate, die het hotel gaat bouwen noemde de noodzaak te bouwen voor de buitenlandse werknemers – en nu citeer ik gewoon even de krant – ‘Die kun je niet als wilde beesten gaan huisvesten. Daar heb je goed onderdak voor nodig en daarin voorziet het expathotel. Dit is echt een mooie aanwinst voor Spanbroek .’
Andere bezwaarmakers maakten duidelijk dat men eerder aan deugdelijke jongerenhuisvesting zou kunnen denken. De toegestroomde bewoners mochten ook vernemen dat de gemeente inmiddels allerlei vergunningen had verstrekt, zodat er binnen afzienbare tijd in Spanbroek een heus expathotel zal staan, waar de expats niet de vrees hoeven te hebben dat ze zijn ondergebracht in een Polenhotel.
Dat is de gedachte die bij mij opkwam. Een expathotel is niet erg, maar een Polenhotel wel. Kennelijk worden daar wel mensen als beesten ondergebracht. Zij verrichten geen hoog gekwalificeerd werk, dus dan kan dat natuurlijk wel en waarschijnlijk helemaal binnen de regels die we voor huisvesting van minder hoog gekwalificeerd werk verrichtend volk hebben opgesteld. Uitzendbureaus die mensen ronselen uit de EU-landen in het oosten en ze meteen in eigen ‘hotels’ en onderkomens opstapelen, hebben denk ik niet zozeer de beschikking over panden die de titel expathotel waardig zijn.
Hier en daar wordt in de regio Westfriesland gezorgd voor keurige opvang van de agrarische en industriële expats uit de oostelijke EU-landen. Laten we hopen dat makelaars en projectontwikkelaars ook eens denken aan fatsoenlijke onderkomens voor elk van hen. Dan zouden gemeentehuizen ook niet bestormd worden door omwonenden die zich terecht zorgen maken.