19 januari 2022 – Column Peter Ursem: De maat
Handhaven met menselijke maat. Dat is wat in het afgelopen weekend in alle Westfriese gemeenten werd gehanteerd door het bevoegd gezag bij tijdelijke demonstratieopeningen van horecagelegenheden. Mijn eerste gevoel bij het lezen van deze mededeling was: goed zo en natuurlijk mag dat ook wel eens. Het is voor een heel groot deel terecht dat men zich afvraagt waarom horeca, musea en theaters gesloten moesten blijven.
Natuurlijk is het gevaar van felle besmettingsuitbraken groot op alle plekken waar mensen elkaar erg dichtbij ontmoeten. Ik zie in supermarkten zo duidelijk het verschil tussen mensen die zich bijna angstvallig aan de anderhalve meter willen houden en hen die soms met het mondkapje onder de neus schouder aan schouder komen staan om iets uit hetzelfde koelvak te pakken. Het is moeilijk uit te leggen waarom de ene situatie grotere risico’s oplevert dan de andere. Zeker wanneer je zelf ziet dat het oplopen van besmetting op de ene plaats serieuzer en consequenter wordt voorkomen dan elders waar men in redelijke vrijheid naar toe mag.
Het woord vrijheid is de afgelopen twee jaar zo vaak misbruikt
Ik gebruikte daarnet het woordje vrijheid en dat had ik me voorafgaand aan het schrijven van dit stukje verboden. Het woord vrijheid is de afgelopen twee jaar zo vaak misbruikt dat het dankzij die devaluatie een nietszeggend woord is geworden en uit de mond van veel tegenwoordige gebruikers ervan tenenkrommend werkt. Ik denk dan terug aan de verwoede pogingen die eerder in de coronatijd werden ondernomen om via horeca of zelfgeorganiseerde feestjes de besmettingscijfers omhoog te jagen, terwijl ik ook ervaren heb dat diverse cafés of restaurants die ik bezocht een duidelijk en geordende procedure kenden van zitplaatsen kiezen en aangepast terrasgedrag. Het zijn overenthousiaste ‘vrijheidszoekers’ geweest die de horeca werkelijk in het verdomhoekje deed plaatsen.
burgemeesters vinden dat de sluitingsmaatregelen te veel lijken op onterechte uitsluitingsmaatregelen
Ik lees: ‘met menselijke maat.’ Misschien is dat de woordkeuze van de journalist, maar het kan ook een werkelijk uitgesproken zinstukje geweest zijn van een of misschien wel meer van onze burgemeesters. Ik hoop niet dat ik mag begrijpen dat het eigenlijk normaal is bij handhaving niet de menselijke maat te hanteren. Onze gemeentebestuurders dienen natuurlijk de regeltjes te volgen om uitwassen en willekeur te voorkomen. Bedoeld is te zeggen dat ook de burgemeesters vinden dat de sluitingsmaatregelen te veel lijken op onterechte uitsluitingsmaatregelen en dat ze voor eventjes de ogen willen toeknijpen, met de hand over het hart strijken en slechts manen er geen zootje van te maken, opdat ze niet het gevoel krijgen te toegeeflijk te zijn geweest. Ik hoop dat het hanteren van de menselijke maat niet slechts gebruikt gaat worden voor incidentele gelegenheden.
Ook de stiekeme openlijke toegang tot een paar theaters met een trucje dat voor een gehaaide advocaat de mogelijkheid biedt bij een eventuele rechtsgang vrijspraak te claimen. Het kabinet met voornamelijk zakenliedenfans is nu afgelost door een nieuw kabinet. En voor velen is het nog volstrekt onduidelijk hoeveel fans van culturele activiteiten er nu in het kabinet zitten en is er voor de cultuursector nu een minister of staatssecretaris van of voor cultuur? Dat schijnt ook heel veel uit te maken.
De berichtgeving over het verloop van de coronapandemie lijkt steeds optimistischer te worden. Sommige grote gebeurtenissen betekenden een omslag in de geschiedschrijving. Misschien dat onze nazaten ooit in de geschiedenisles horen over deze pandemie. En dat er dan in de geschiedenisboekjes iets staat geschreven over de veranderingen die daardoor plaats vonden. En dat er dan een alinea wordt besteed aan de manier waarop sinds die beruchte coronatijd nadrukkelijker sprake was van de menselijke maat, dat een andere betekenis kreeg dan de relatie tussen gebruiksmaten menselijke afmetingen bewegingen en handelingen.