9 maart 2022 – Column Peter Ursem: Verkiezingsgok
De verkiezingen van nieuwe gemeenteraden is volgende week al. Spannend? Voor een iets te kleine groep in onze samenleving wel. Er zijn in de zeven gemeenten van de regio oostelijk Westfriesland ruim vijftig verschillende partijen waaruit gekozen kan worden. Gelukkig is het grootst aantal partijen per gemeente twaalf, waarvan de meeste bestaan uit hoogstens drie raadsleden. Iets preciezer is het aantal Westfriese raadsleden (149) gedeeld door het aantal fracties (56) afgerond 2,66 lid per fractie.
De problemen die het hardst om aandacht schreeuwen zijn voor alle gemeenten het wonen, de jeugdzorg en de duurzaamheidseisen. Om goedbeslagen ten ijs te kunnen komen zal er per raadslid vele pagina’s tekst moeten worden doorgeworsteld. Het is mooi meegenomen wanneer een partij beschikt over ter zake kundige personen die de fractie kunnen bijpraten en van allerlei mogelijkheden de voors en tegens op een rijtje weten te zetten. Hoe kleiner de fractie, des te groter de stapel documenten per persoon.
Ik zal de gelukkigen die zegevieren in de verkiezingen beslist niet benijden.
Natuurlijk lopen er hier en daar dossiervreters rond met daarnaast een politiek kompas of bril met zelfgekozen kleur, die zowel voor als na de verkiezingen weten wat de partij te doen staat voor de komende vier jaar. Ik vrees echter dat er ook mensen bij zitten die een aantal malen zullen slikken wanneer ze hun mailbox openen en dan manmoedige, of (sorry dames!) vrouwmoedige pogingen doen om zich voor elke vergadering door de materie heen gewerkt te hebben en er dan ook nog een passende mening over kunnen formuleren.
In grote fracties zou de werkdruk wellicht iets kleiner kunnen zijn, doordat de dossiers verdeeld worden over meerdere hoofden. Er zijn ook partijen die kunnen rekenen op een forse fractieondersteuning. Ik meen desondanks dat het functioneren in de raad op de manier die de kiezer beloofd is door iets grotere fracties beter gewaarborgd zouden kunnen zijn. Let op de voorzichtige indekwerkwoorden in de vorige zin. Menige éénpitter zal willen uitroepen dat hij of zij t in zijn of haar eentje daartoe ook uitstekend kan volstaan.
Ik ben altijd wat terughoudender wanneer ik éénpitters stelling hoor nemen. Hoe zijn ze éénpitter geworden? Ik heb in Hoorn en ook in andere Westfriese gemeenten helaas te vaak gezien dat het mensen zijn, die met kwaaie koppen uit een bestaande fractie zijn gelopen, of opgewonden standjes zijn die een groot onrecht in de eigen straat wilden rechtzetten. Querulanten, met wie het niet altijd makkelijk samenwerken is. Ja, ik weet het, niet alle éénpitters vallen onder deze beschrijving. Wanneer ze zelfstandig een verkiezingsronde overleven, kan het zijn, dat ze van veel mensen in hun gemeente het vertrouwen krijgen door te gaan met het mooie werk.
Misschien kun je dobbelstenen rollen om het lot te laten bepalen.
Is het anderszins zo dat in grote fracties vaak ook de mindere goden uit de plaatselijke partij kunnen aanschuiven, omdat er toch genoeg mensen op de lijst moeten staan en niet iedereen in de partij zit te wachten op de hondenbaan als raadslid? Ze hebben niet al te grote inbreng in de standpuntinname, maar kunnen prima dienen als klapvee. Ik heb dit in de loop der tijd in meerdere fracties kunnen waarnemen. Brave lieden, die toch op hun manier een nuttige inbreng hebben in het stadsbestuur.
Wie nog een keuze moet maken, kan natuurlijk de samenvattingen van de verkiezingsbeloften per partij doorlezen, of eens naar een openbaar debat gaan. Je kunt ook een stemwijzer invullen, maar zo lang je de zittende en kandidaat raadsleden niet zelf heb zien functioneren, blijft het een gok. Misschien kun je dobbelstenen rollen om het lot te laten bepalen. Voor Hoorn, Enkhuizen, Stede Broec en Medemblik moet je dan twee dobbelstenen gebruiken. Het is dan een gokspelletje dat altijd wat opbrengt en je zou er zomaar vier jaar lang plezier aan kunnen beleven.