23 maart 2022 – Column Peter Ursem: Op de valreep
De coronapandemie is voorbij! Wij, de overlevenden, haben es geschafft! Alle voorzorgsmaatregelen kunnen worden opgeheven! De regering heeft het zelf gezegd en ze waren toch al niet al te vlot met hun maatregelen.
Echter, slechts luttele dagen voordat de beschermende maatregelen geen handhaving meer behoeften liep ik zelf een coronavirus op. Op zaterdagavond voelde ik me wat vermoeider dan ik verdiende en ik ervoer tekenen waarmee mijn lijf doorgaans aangeeft dat er een koorts opkomend was. Meteen getest. We hebben nog genoeg zelftesten over. Er tekenden zich twee streepjes af op het testbalkje. Daar vervielen mijn hoop en verwachting dat wij, de voorzichtige Ursemmetjes, de pandemische dans zouden ontlopen en zo ons volgehouden gelijk over de ernst van de aandoening tegenover twijfelaars konden waarmaken.
Vorige week bezocht ik – ambtshalve, want er moesten radioreportages worden verzorgd – de Hoornse nacht van de verkiezingen in Schouwburg Het Park. Goed druk en met oorverdovende muziek, zodat de stembanden ook tijdens casuele gesprekjes flink aan het werk moesten. Ik was de volgende morgen schor. Het zal toch niet zo zijn… begon een gedachte, maar ik stelde mezelf gerust. De incubatietijd van Covid neemt langere tijd in beslag. De stem knapte op en ik kon met een gerust hart het overleven vieren. Tot de zaterdagavond dus.
Mijn lief scoorde negatief en schoot direct in de mantelzorgmodus. We hielden afstand van elkaar en met pijn in het hart besloten we enkele dagen gescheiden te slapen, vijf nachten minimaal volgens de uitgebreide aanbevelingen van de GGD. De officiële test in de teststraat – ‘Blijft u in de auto en de pijlen volgen!’ werd me toegeroepen, toen ik mijn auto parkeerde en uitstapte – wees uit dat ik het wel degelijk had opgelopen. Afspraken werden afgezegd. De volgende prik van mijn hormoonkuur kon rustig een weekje worden uitgesteld.
Gisteren werd ik gebeld door een dame van de GGD, die alleen mensen boven de zeventig en geregistreerden met onderliggend lijden belde. Of ik ook onderliggend lijden had? Alleen een beetje kanker, gaf ik toe en ik stelde haar gerust over de behandeling. Zij gaf wat aanbevelingen mee en ik hoorde dat de grote nadruk op het houden aan de maatregelen flink aan kracht had ingeboet. Ze wenste me succes en gaf ons nog wat tips mee zodat mijn vrouw het oplopen van dit virus succesvol kon vermijden.
Vanmorgen werd ik in alle vroegte gewekt, doordat de dame, met wie ik al 46 jaar het bed deel met een beetje bombarie in het echtelijke bed kwam duiken. Ze gaf me weer een zoen en schoof zoals gebruikelijk bij het ochtendontwaken gezellig tegen me aan. Toen pas viel het kwartje. Zij heeft het nu ook! Het testbalkje met de beschuldigende twee streepjes werd me als bijna overbodig bewijs onder de ‘nog vaak’rige oogjes’ gehouden. Het werd een feit: de corona, die ons eerder enige dagen en nachten gescheiden hield, heeft ons weer verenigd. Ik gaf haar een inhaalzoen, want nu kon het weer.
We hebben het nu allebei. Terwijl ik weer behoorlijk aan het opknappen bent, moet zij stapje voor stapje toegeven dat het virus ook ander werk deed dan een tweede streepje te wekken. Af en toe is ze aan rust toe en ik moet bekennen dat ik dan graag even mee doe. De corona die ons trof is inderdaad van een milde soort. Familieleden, vrienden en kennissen die veel eerder het virus zomaar opliepen zijn er ernstiger aan toe geweest. Langdurige vermoeidheid, verlies van smaak en hevige benauwdheden overkwamen hen. Met hen vergeleken stelt onze gezamenlijke besmetting niet veel voor. Wij hebben een soort corona voor watjes, we doen voor spek en bonen mee.
Ik overweeg dan ook heel ernstig om me als het onderwerp zich voordoet niet te vertellen dat ik ook corona gehad heb. Over drie maanden, in plaats van de geplande volgende week, mogen we pas weer een tweede boosterprik. Als hij dan nog bestaat tenminste.