1 juni 2022 – Column Peter Ursem: De brandspuit
Ik mag tot mijn grote geluk al vanaf het begin van deze eeuw een radioprogramma presenteren over cabaret. Om te beginnen bij Radio Hoorn en verder bij Weeff en toen deze omroep geen plek meer wilde inruimen voor een programma over cabaret vond ik onderdak bij Hoorn Radio v.h. Radio Bontekoe. In bijna alle afleveringen is er war ruimte gehouden voor Westfriese humor.
Eén van de nummers die de afgelopen twintig jaar een aantal malen is teruggekomen is het verhaal over De Brandspuit van Kees Stet. Kees Stet is de artiestennaam van Piet Kroon, die leefde van 1900 tot 1979. Schitterende verhalen bracht hij in het Westfries, die gelukkig op geluidsdragers zijn vastgelegd. Eén van die prachtige verhalen gaat over de brandspuit, die ingezet moest worden bij een grote uitslaande brand in Ierswoud, de boerderij dan Dirk Groot. Het dorp beschikte over een brandspuit en vier spuitgasten. De pelisie kwam aan bij het huis van Wullem Knoin, tikte op het raam en zei: Wullem, Wullem… brand hoor.’ Dit is het begin over het blussen van de brand op hun dooie gemak, waarbij eerst nog gezocht werd waar de brandspuit ook alweer stond. Bij de smid dus en die moest aan de knecht nog eerst vragen of de spuit al ‘jippejeerd’ was. De reparatie zou toch gauw zo’n dag of drie duren en de conclusie van de spuitgasten was toen dat de boerderij dan wel helemaal uitgebrand zou zijn. Dat was in de grote stad wel anders, volgens Kees Stet.
Een hilarisch verhaal over een situatie in een klein dorp dat waarschijnlijk heel anders was aan het begin van de vorige eeuw, maar de brandbluscapaciteiten zullen met enige zekerheid niet zo groot zijn geweest als tegenwoordig. Er is een bewustwording ontstaan over de noodzaak om vlot te kunnen uitrukken met goed materiaal en vakkundige spuitgasten. Ook hier in de kleinere woonkernen staan op diverse plaatsen brandweerauto’s en is er de beschikking over uiterst effectieve apparaten om diverse noodsituaties – ook die die niets met brand te maken hebben – adequaat en zeer op tijd te kunnen aanpakken.
De veiligheidsklok moet worden teruggedraaid.
Een veilig gevoel, wanneer je er af en toe bij stil staat. Er is voor het gebied waar wij leven een organisatie die al die veiligheid voor de burgers zo efficiënt mogelijk wil organiseren. Het is de Veiligheidsregio. Betaald door de overheid, die zoals wij regelmatig vermoeden, alles zo goed mogelijk voor elkaar wil hebben voor de burgerij. De huidige overheid heeft echter voor hun burgerzorg een budget waarmee ze moeten uitkomen en het is de landelijke, provinciale, regionale of gemeentelijke politiek die mag uitmaken hoeveel geld men over heeft om de veilige situatie zo te houden of zelfs te verbeteren. Een politicus zul je niet gauw horen verklaren: ‘De huidige veiligheid in onze regio is eigenlijk veel te goed. We gaan er wat van afbouwen, zodat er voor de burgers een beetje spanning kan blijven bestaan om het leven niet al te saai te doen worden.’
Natuurlijk zal een bezuinigende politicus er altijd bij zeggen, dat dit past in het plan om de hele boel juist te verbeteren door te reorganiseren. Waarschijnlijk is onze Veiligheidsregio met zo’n proces bezig. Er worden namelijk twee brandweerkazernes gesloten. Ursem en Berkhout mogen hun spullen inleveren. De betreffende brandweervrijwilligers die op veel gebieden grondig zijn bijgespijkerd zullen dan misschien niet meer of alleen via ingewikkelde procedures worden ingeschakeld. Ze kosten te veel en er zal bezuinigd moeten worden. De veiligheidsklok moet worden teruggedraaid.
Het is logisch dat de lokale politici, evenals de gemotiveerde spuitgasten fel tegen dit plan zijn. Nu bezuinigen betekent alleen maar dat men vindt dat de voorzieningen onnodig uitgebreid zijn. Er zijn landen in de wereld waar men nog lang niet zo ver zijn met veiligheidsvoorzieningen als in Nederland. Moeten we dus dan maar een paar stapjes terug doen?
Stel dat er zich weer een grote boerderijbrand voordoet in onze regio. Kan dat dan een aanleiding zijn om een nieuwe conference te laten bedenken voor een komisch avondje Westfries? De opvolger van Kees Stet kan alvast wat grappen bedenken over de zorg voor onze veiligheid, want een lachertje wordt het beslist.