23 november 2022 – Column: Peter Ursem: Trage harkers harken niet veel
Wanneer je leest dat de regio 150 tot 200 miljoen is misgelopen door eigen schuld, dan ga je je toch een paar dingen afvragen. Wanneer er voor heel Nederland een pot van zeveneneenhalf miljard klaar staat om te verdelen en je slaagt er als regio niet in om meer dan 53 miljoen daarvan naar je toe te harken, dan ben je geen beste harker. De regio was teveel verdeeld om op tijd de benodigde miljoenen te bemachtigen. Er had beter samengewerkt moeten worden tussen zestien gemeenten van Noord-Holland Noord.
Westfriesland heeft alles al prima voor elkaar
Hoorn heeft wel 40 miljoen kunnen scoren, maar zou die wel eens kwijt kunnen raken, wanneer niet gauw duidelijkheid komt over de plannen om er iets mee te doen. De overige zes gemeenten van oostelijk Westfriesland krijgen dus deze ronde geen cent uit de grote hoop die er kortgeleden nog was. Wanneer je zou mogen stellen dat er ook helemaal geen extra centen nodig waren omdat daar nu nog geen enkel bouwplan voor bedacht hoefde te worden, dan zou je er geen drukte over hoeven te maken. Westfriesland heeft alles al prima voor elkaar en hoeft dus niet de hand op te houden bij provincie of Rijk. Was dat maar zo!
Zo liggen de zaken dus absoluut niet. Er valt in elke gemeente van Westfriesland nog een hele hoop te doen. Veel werk waar eigenlijk het geld niet voor is. Het is hard nodig om de nieuwe woonwijken die in diverse stadia van ontwikkeling verkeren ook bereikbaar te maken. Wanneer er concretere plannen voor straten- en wegenbouw hadden gelegen, was daar misschoen wel 200 miljoen voor geweest. Nu even niet. Hoe komt dat? Waarom zijn de plannen niet ver genoeg door ontwikkeld?
Alleen de politiek in dit deel van de regio kan antwoorden geven op deze prangende vraag en waarschijnlijk zul je uitgebreide antwoorden kunnen verwachten over de hoogte van nog te nemen hobbels, over beren die over de wegontwerpen rondscharrelen, over andere partijen die de zaken ophouden met geneuzel over procedurele kwesties, over bewoners met achtertuinangsten. Hoogstwaarschijnlijk zul je niet de politicus te spreken krijgen die frank weet te verklaren: ‘Daar heb ik voor gezorgd en wees daar maar blij om, want wat er aan plannen lag was desastreus voor jou als bewoner aan een andere kant van de gemeente.’
De organisatie ‘Economisch Forum Holland boven Amsterdam’, bestaande uit verenigde ondernemersverenigingen in de zestien gemeenten die gezamenlijk een veel hoger binnenhaalbedrag voor ogen hadden noemt de gemeenten sloom. Ze faalden omdat ze er niet in slaagden binnen de nodige tijd iets van een gezamenlijkheid uit te stralen en wegenaanleg binnen de regio samen vorm te geven. Er is wel degelijk behoefte aan betere bereikbaarheid in Noord-Holland Noord, waar de Westfriese gemeenten een niet te verwaarlozen onderdeel van zijn.
Gaan de gemeenten nu, met enig schaamrood op de kaken wat voortvarender aan de slag?
Wat nu? Gaan de gemeenten nu, met enig schaamrood op de kaken wat voortvarender aan de slag? Betekent voortvarendheid dat je als bestuurder verder kunt kijken dan de eigen gemeentegrenzen? Betekent het dat de raadsleden van de ruim vijftig lokale partijtjes met iets meer enthousiasme aan hun achterbannen gaan uitleggen dat wat goed is voor buurgemeenten ook goed is voor de eigen gemeente? Zouden Westfriese gemeenten echt denken dat er binnenkort weer een nieuwe miljardenpot staat te wachten om daar alsnog uit te kunnen putten?
Ik heb niet de precieze achtergrond van het mislopen van misschien wel 200 miljoen duidelijk. Wel lijkt mij duidelijk dat Noord-Holland Noord en wellicht en helaas ook ons stukje regio zaken hebben laten liggen in de samenwerkingsnoodzaak. De urgentie niet zien is een politicus zwaar aan te rekenen. Elke Westfries raadslid moet zich nu afvragen in hoeverre hij of zij debet is aan het vertragen van de projecten. En wij als Westfriese burgers zouden die vraag best eens persoonlijk mogen stellen, wanneer we ze toevallig eens te spreken krijgen.