29 maart 2023 – Column Peter Ursem: Schoolstrijd anno 2023
In Enkhuizen en Stede Broec lijkt een historisch fenomeen nog springlevend te zijn: de schoolstrijd. De schoolstrijd is officieel nog niet afgeblazen. Vreedzame co-existentie was er wel en die periode lijkt al heel wat jaren te sudderen of bewust beleefd. In de vorige twee eeuwen was er wel degelijk felle strijd. Openbaar of bijzonder onderwijs hebben strijd geleverd om leerlingen binnen te halen en/of geld om het onderwijs vorm te geven.
Ik ben in 1970 daadwerkelijk aan het werk gegaan in het onderwijs. Ik kreeg mijn opleiding aan de kweekschool in Den Helder. ‘Dat stevig op drie zuilen voor het leven is gevest’ zongen wij in het schoollied. De drie zuilen waren kort samengevat in protestant-christelijk, Rooms-katholiek of niks. Alle leerlingen bezochten verplicht godsdienstles bij een dominee of een pater. Wie geen geloof beleed ging naar een vrijzinnige dominee. Alle overige lessen bezochten we geheel onverzuild. Als kwekeling bezocht je wel een school van je eigen zuil, maar als hospitant in het hoofdaktejaar werd je daarin vrij gelaten. Je vrienden en vriendinnen kwamen uit alle zuilen en dat voelde als gewoon.
Je vrienden en vriendinnen kwamen uit alle zuilen en dat voelde als gewoon.
Ik bezocht wekelijks de les van Pater Schaafsma. Later volgde ik zelfs een cursus die gegeven werd door een vicaris van het bisdom Haarlem, waardoor ik een echt godsdienstdiploma bemachtigde. Ik was gediplomeerd katholiek en begon mijn onderwijs carrière dan ook op een katholieke school. Iemand vanuit een andere zuil werd daar gewoon niet aangenomen. Alleen bij het openbaar onderwijs kon iedereen terecht. Ik merkte al snel dat mijn eigen theologische opvattingen niet helemaal strookten met die van de zuil waar ik werkte. Na drie jaar maakte ik de overstap naar een openbare school in Hoorn. Sindsdien ben ik een overtuigd voorstander van openbaar onderwijs.
In de zeventiger jaren van de vorige eeuw was op veel plaatsen nog duidelijk onderscheid aan te wijzen tussen openbaar en bijzonder onderwijs. Langzamerhand ervoer ook ik dat de verschillen in onderwijsaanbod steeds moeilijker te zien waren. In Hoorn werden bijna alle christelijke varianten gebundeld in het oecumenisch onderwijs. Algemene regionale onderwijsorganen waren ‘gevest’ op meerdere zuilen. Ik mocht een aantal jaren het openbaar onderwijs in Westfriesland vertegenwoordigen in de Adviesraad van de OBD (Onderwijs Begeleidings Dienst) en later als bestuurslid. Er was voor het openbaar onderwijs een samenbindend orgaan opgericht door Arie van Zoonen: COO (Contactcentrum voor Openbaar Onderwijs) die de openbare zuil vertegenwoordigde waar maar nodig was in de Westfriese onderwijswereld. Later werd dat een stichting en ik mocht de laatste voorzitter ervan zijn.
Leerlingenaantal werd belangrijker dan geloof.
Was er enige decennia later nog sprake van schoolstrijd? Wel degelijk. Even heeft in stedelijke gebieden waar voor steeds meer leerlingen vanuit een niet-Europese nationaliteit scholen bezocht dienden te worden een houding meegespeeld bij de scholen voor bijzonder onderwijs dat deze kinderen niet daar terecht konden omdat ze een ander geloof beleden. Ook was er een strijd om het behalen van een voldoende hoog leerlingenaantal. Zeker in het voortgezet onderwijs was dat een sterke impuls in de periode dat scholen nieuwe aanwas vanuit het basisonderwijs moesten zien te verwezenlijken. Leerlingenaantal werd belangrijker dan geloof.
De besturen zijn kennelijk te ver voor de kar uitgelopen.
Samengaan van scholen van verschillende denominatie is lange tijd niet vanzelfsprekend geweest. Meestal werd dit wel mogelijk om onderwijs in een bepaald gebied mogelijk te houden. Er werd weinig vanzelfsprekend samengegaan. Samengaan op bestuurlijk niveau was vaak de moeilijkste stap. In Westfriesland lijken de besturen van RSG Enkhuizen en Martinuscollege in Stede Broec een samengaan te zien als profijtelijk voor het oostelijke deel van Westfriesland. De docenten en ouders, verenigd in de medezeggenschapsraad van de RSG zien de noodzaak van het samengaan niet in. Het lijkt erop dat de krimp van het aantal leerlingen bij het Martinuscollege de belangrijkste drijfveer is. Hoe het samengaan precies gaat uitpakken voor ouders, leerlingen en docenten is nog niet duidelijk genoeg.
Het jaar 2023 lijkt in Westfriesland nog te vroeg om de verschillen tussen openbaar en bijzonder onderwijs dat tweehonderd jaar lang in het teken stond van wij tegenover zij volledig op te heffen. Duidelijker en uitgebreider informatie verstrekken is belangrijk. De besturen zijn kennelijk te ver voor de kar uitgelopen. Ik hoop, zelfs als oud-voorvechter van het openbaar onderwijs, dat het opheffen van de oude en nieuwe zuilen in de onderwijstempel op niet al te lange termijn een nationaal feit kan zijn. Dan komt een van de belangrijkste jaartallen in de geschiedenisboeken te staan.