26 juli 2023 – Column Peter Ursem: Kampeerhufters
Op de camping waar wij onze caravan naar toe hebben gesleept, ligt de gemiddelde leeftijd van de bezoekers boven de zeventig. Mijn lief en ik hebben daaraan een positieve bijdrage geleverd. Het is een minicamping op een voormalig boerenerf. Lid van een organisatie van boerderijcampings. Het is een rustige camping, waar iedereen elkaar even groet bij het tegenkomen of passeren. Voor het bezoeken van het toiletgebouw en terug passeren we welgeteld zeven caravans, zodat het maximum aantal groetende knikjes, goedenmorgens of korte gesprekjes veertien is. Voor de gevallen waar we op de heenweg iemand gesproken hebben, wordt op de terugweg een grote welgemeend uitziende glimlach getoond.
Ik durf te bekennen dat dit ons uitstekend bevalt.
’s Avonds is het stil. In het reglement van de camping wordt dringend verzocht om elke geluidsoverlast na 23.00 uur te vermijden, maar rond die tijd is het al even een poosje stil op de camping en zie je bij een flink aantal voortenten alleen de in de grond gestoken oplaadbare lichtjes. Wij zijn nu al ruim anderhalve week op deze camping en geen avond was anders. Ik durf te bekennen dat dit ons uitstekend bevalt. Wij kiezen daarom bewust voor dit soort campings en een grote camping met veel animatiemogelijkheden zien wij als een gruwel.
Niet een gruwel vanwege alle mogelijke activiteiten, maar vanwege de bezoekers die deze activiteiten wel zoeken en daarvan zo druk worden, dat de avonden te kort duren om weer tot rust te komen. Wanneer je het regionale dagblad van Westfriesland leest – met een digitaal abonnement en meegesjouwde laptop blijf ik het lezen – dan kun je lezen dat het op diverse Westfriese campings een regelrecht drama kan zijn. Van de verschrikkingen op een camping bij Medemblik schrik ik. Een groep bezoekers trok het niet toen er laat op de avond gevraagd werd om stilte te gaan betrachten en heeft er een smeerboel en ravage achtergelaten waar de honden geen brood van lusten. De eigenaars van deze camping willen geen groepen meer toelaten en terecht!
Een deel van onze bevolking is verhufterd. Ik vrees dat je dit gewoon kunt stellen. Wanneer je een paar verhufteringgevoelige personen bij elkaar zet zonder strak toezicht, dan gebeuren er rare dingen. Voetbalhufters halen regelmatig het nieuws en zij kunnen achteraf smullen van de beelden die onze media daar iets te gretig van maken. Kampeerhufters is een andere categorie met dezelfde behoeftes. Maken zij al zelf beelden van hun huftergedragingen? Ik kan me voorstellen dat campingbeheerders zich afvragen of zij groepen waarvan het donkerbruine vermoeden bestaat dat het best wel eens een groepjes kampeerhufters zijn de toegang moeten weigeren. Of dit juridisch helemaal goed te praten is, weet ik niet.
Bewijs het tegendeel maar eens.
Even dacht ik dat het een goed idee zou kunnen zijn dat de kampeerbaas van alle leden van zo’n groep een borgsom willen hebben. Stel dat elk lid vijftig euro borg betaalt, dan zou schade wel kunnen uitblijven. Dat gaat natuurlijk niet werken, want dan zou aangetoond moeten worden wie van de groep welk onheil heeft veroorzaakt. Dit soort lui is niks te beroerd om de beschuldigende vinger te wijzen naar een vierjarig zoontje van een keurig kamperend gezinnetje. Bewijs het tegendeel maar eens.
In de krantenstukjes wordt gesproken over camerabewaking op het kampeerterrein. Ik vrees dat dit pas werkzaam is, wanneer er ook nachttoezichthouders rondlopen. Te zot voor woorden dat kampeerterreinen groepsterreurterreinen worden, die je bovendien nog moet beschermen tegen passanten die overdag langskomen omdat het zo gemakkelijk is binnen te komen.
Ik prijs me eerlijk gezegd gelukkig dat een boerencamping zo weinig aantrekkingskracht heeft voor groepen herrieschoppers. Misschien dat dit later wel voor hen gaat komen, wanneer ze wat meer individu zijn geworden en de zeventig gepasseerd.