20 december 2023 – Column Peter Ursem: Vrolijke kerst!
Er is een zwerver overleden in het Streekbos. Dat is beslist geen doorsneebericht. Ik verwijt mezelf evenwel dat ik niet schrik. Ik ken de man niet en de mensen die dit gaan afhandelen kenden zijn identiteit ook niet. Wie kende hem wel toen hij nog bij leven af en toe zijn tentje in het bos opzocht? Hij is door diverse mensen, ook mensen met een functie in het Streekbos af en toe gezien. Men signaleerde hem. Verder lijkt bemoeienis met deze man er niet geweest te zijn.
Ik verwijt mezelf evenwel dat ik niet schrik.
Binnenkort weten instanties meer over hem, heeft hij een naam en misschien is dan bekend waarom hij dakloos was en of hij een zorgmijder was, die men met rust kon laten omdat niemand last had van hem. Zo kunnen mensen in ons land ook aan hun eind komen. Vandaag lezen we over hem in de krant en overmorgen zijn we hem weer vergeten. Wie zich afvraagt hoe dit in onze beschaving mogelijk is krijgt soms een uitleg die meteen ook een beschuldiging inhoudt. Anderen zullen je vertellen dat dakloosheid van alle tijden is.
Heel soms krijg je te horen dat dakloos worden iedereen kan overkomen. Tot nu toe denk ik dat het mij nooit zal overkomen, maar ik heb genoeg fantasie om een verhaal te bedenken over hoe een persoon als ik zonder dat hij er veel tegenin kon doen zijn huis en leven beetje bij beetje kwijtraakt. Een scheiding, een opgelopen onaflosbare schuld, een onontwarbare knoop in mijn hersenen of een verslaving, het zou zomaar allemaal nog kunnen. De overleden zwerver in het bos moet een deel van deze zaken in zijn bagage gehad hebben en kennelijk was het onmogelijk om die last van hem af te nemen.
Moeten we tegen hen zeggen: eigen schuld, dikke bult en je redt je kont maar zelf?
Wie is verantwoordelijk te houden voor het lot van deze man? Ik ben blij geen officiële functie te hebben i.v.m. opvang van daklozen of verwarde mensen. Op welk moment is het zo duidelijk dat tijd en geld om deze mensen goed op te vangen zozeer door politici, met ideeën dat iedereen verantwoordelijk is voor de eigen daden, zodanig zijn verdampt dat je je er maar beter bij kunt neerleggen, omdat er geen andere optie meer is? Natuurlijk weten we dat wie zich te lang te buiten gaat aan drank en drugs uiteindelijk niet meer in staat is om normaal in onze samenleving te functioneren. Moeten we tegen hen zeggen: eigen schuld, dikke bult en je redt je kont maar zelf?
Er zijn ook mensen op straat beland door andere rampen: ziekte, scheiding, afgewezen als asielzoeker, slachtoffer van een logaritme bij de belastingdienst. Horen die ook bij de melaatsen van onze samenleving? Er gaat duidelijk iets verkeerd in de maatschappij, maar mag je dat allemaal onze overheden verwijten? Volgens Margreet Keesman (SP Enkhuizen) zwerven er in onze regio zo’n 300 mensen rond. Landelijk zijn het er bijna honderd keer zoveel. Hoe lang kunnen deze mensen rond blijven zwerven totdat het bijna zinloos wordt hen weer zelfstandig te laten wonen?
We zijn nu in de kersttijd. In de meeste Westfriese woningen kun je kerstversiering aantreffen. Er worden al driftig lekkere hapjes ingeslagen om er toch maar zo gezellig mogelijk feest van te maken. Zouden daklozen ook zijn grootgebracht met kerstversiering en -sfeer en -smulwerk? Zal ik het lef hebben om tijdens de kerstmaaltijden tegen mijn tafelgenoten te zeggen: ’Goed dat er zoiets bestaat als het Leger de Heils, zodat de daklozen ook een mooie kerst hebben,’ om vervolgens nog een plakje kerststol van de broodschaal te vissen?
Ik kan mijzelf heel terecht wijs maken dat ik niet hun leed heb veroorzaakt.
Ik hoop dat je niet mij de vraag gaat stellen over wat ik zelf dit jaar ga doen om het daklozenprobleem voor een heel klein beetje minder groot te maken. Ik kan ook nog niet inschatten hoe groot mijn schuldgevoel moet worden voordat ik werkelijk iets ga doen. Ik ken de mensen niet die door welke oorzaak dan ook in barre winterse omstandigheden manieren zoeken om te kunnen overleven. Ik kan mijzelf heel terecht wijs maken dat ik niet hun leed heb veroorzaakt. Misschien moet ik enkele keren achter elkaar voor de spiegel gaan staan en mijn spiegelbeeld voorhouden dat mij niets, maar dan ook helemaal niets te verwijten valt. Wie weet wordt het bij mij thuis dan toch weer een heel vrolijke kerst.