HOORN – In een recente raadsbrief heeft het college van Hoorn een terugkoppeling gegeven van de voortgang van het project Vernieuwing Westfries Museum. Dit naar aanleiding van een informatieve sessie gehouden op 18 maart 2024.
Tijdens de sessie in maart werden de eerste resultaten van de kostencalculaties gepresenteerd, waarbij opvallende verschillen tussen de inschrijvingen en de berekeningen van de bouwkostendeskundigen aan het licht kwamen. Deze verschillen omvatten risicoberekeningen en bouwplaatskosten die hoger uitvielen dan verwacht.
Planning sluiting
Het voortijdig sluiten van het museum, nog voor de aanbesteding wordt nu gezien als een ongewenste keuze. Het college geeft echter aan dat de planning voor de sluiting en de verhuizing van de museumcollectie, die al in januari 2023 in gang is gezet, een direct gevolg van de strikte deadlines verbonden aan een belangrijke subsidie van 2,1 miljoen. Dit heeft geleid tot de uithuizing van een omvangrijke collectie van 38.000 objecten naar een extern depot, een beweging die begin 2023 is voltooid.
Het college heeft benadrukt dat, hoewel de aanbesteding onder druk stond van zowel tijd als financiële middelen, de genomen beslissingen logisch waren gebaseerd op de informatie die op dat moment beschikbaar was. Verdere bouwkundige gebreken zijn na de uithuizing geïnventariseerd, wat de basis heeft gevormd voor de huidige aanbestedingsdocumenten.
Vervolg aanbesteding
Vooruitkijkend, is de analyse van de afwijkingen tussen inschrijving en begroting bijna afgerond. Op 21 mei zal het college de raad informeren over de bevindingen en de vervolgstappen voor de aanbesteding. Er wordt ook gewerkt aan een raadsvoorstel dat nog voor de zomer behandeld zal worden, met als doel richting te geven aan de volgende fases van de aanbesteding en budgetvaststelling.
Motie verzelfstandiging
Daarnaast heeft het college in een aparte raadsbrief ook gereageerd op een recent ingediende motie betreffende de mogelijke verzelfstandiging van het Westfries Museum. Het college benadrukt daarin dat het museum zich momenteel in een significante overgangsfase bevindt, wat het een ongeschikt moment maakt voor het onderzoeken van een nieuwe organisatiestructuur. De huidige directeur staat op het punt met pensioen te gaan en een nieuwe directeur zal spoedig worden aangeworven. Het college trekt daarvoor komend jaar een nieuwe directeur aan.
Het college erkent de noodzaak van het verkennen van verzelfstandiging, maar geeft aan dat ervaringen uit het verleden met soortgelijke verzelfstandigingen tonen dat dit niet altijd tot de verwachte kostenbesparingen leidt. Verzelfstandiging zou volgens hen moeten samengaan met een duidelijke inhoudelijke visie en niet enkel gefocust moeten zijn op financiële aspecten.
Uitstel
Verder is er momenteel noch de menskracht noch de financiële ruimte beschikbaar om de motie uit te voeren. Het college stelt voor de kwestie van verzelfstandiging opnieuw te beoordelen zodra het vernieuwde museum met zijn nieuwe organisatie volledig operationeel is. Ondertussen wordt volgens het college de laatste hand gelegd aan een nieuw ondernemingsplan voor het museum, dat een geactualiseerde exploitatieberekening zal bevatten. Dit plan is echter nog niet vastgesteld, omdat de plannen voor het museum opnieuw worden beoordeeld en de uiteindelijke vorm nog niet vaststaat.