26 juni 2024 – Column Peter Ursem: Pokkenteringherrie
Meestal ’s middags hoor ik, ook met gesloten deuren, het zachte ronken van de motor van de buurman. ‘Buurman is thuis,’ zegt soms ook mijn lief (ik wilde eerste gewoon schrijven: mijn vrouw, maar er zijn dagen dat ik besef haar daarmee ernstig tekort doen). Ze zegt dat met een zekere geruststelling en ik ben ook blij dat hij ongeschonden de weg van zijn werk naar huis heeft kunnen afleggen.
Soms maken wij een wandelingetje richting Scharwoude. Wanneer dat op een zondag gebeurt, horen wij regelmatig het geronk van een stoet motorrijders die over de dijk richting Hoorn tuffen. De afstand tussen waar wij op dat moment lopen en de dijk met motorrijders is minimaal tien minuten lopen. Het gebeurt af en toe dat wij elkaar enigszins verstoord aankijken en hoofdschuddend de verstoring van de rust ondergaan.
Wanneer wij in onze tuin zitten is het verkeersgedruis van de A7 goed te horen. Ook daarvandaan horen we soms motoren voorbij razen met een hoog jankend geluid. We schatten aan de hand van het geluid en de snelheid van wegsterven ervan het aantal kilometers per uur daar gejakkerd wordt. Ergens hoop je dat de rijvaardigheid van de motorrijder gelijke tred houdt met zijn snelheid, want met die snelheid wordt elk ongelukje fataal.
Er zijn motorgeluiden die ik ervaar als pokkenteringherrie en als onopvallend geluid. Er zijn heel veel motorrijders die verslaafd lijken aan het ontploffingsgeraas die hun machines kunnen voortbrengen. Er zijn ook motorrijders die deze afkeer met mij delen. Het is de groep toerrijders die mooi zomerweer als een uitnodiging zien om er met de motor op uit te trekken en dat zelfs in clubverband doen. Je begrijpt dat ik hiermee niet de clubs bedoel van vol getatoeëerde fastfoodproppers met op de rug van hun ‘cuts’ de clubcolour, die in vaste rangorde op hun plofplofplofmotoren intimidatierondjes rijden.
Je zult maar langs een mooie Westfriese dijk wonen en nu moeten aanvaarden dat onze Europese rechtsregels motorrijders volledige toegang gunnen voor tochtjes over of langs die dijk. De Zuiderdijk bijvoorbeeld. De Motorclub MAG mag weer over die dijk tuffen. MAG is de club van beschaafde motorrijders die beweren ook vol afgrijzen te kijken naar motorrijders die van motorengeluiden houden, maar die wel triomfantelijk een stukje route rijden, waarvan ze weten dat bij bewoners een hoop ergernis bestaat over motorrijders.
Ik woon precies tussen een dijk en de A7. Een flinke hoeveelheid huizen scheiden me van de dijk, waardoor ik het geluid van enthousiaste dijkrijders niet of nauwelijks hoor. Het geeft mij de mogelijkheid om mijn schouders op te halen over verkeersherrie op dijken. Ik voer ook geen actie tegen motorherrie op de snelweg. De meeste keren dat ik het geluid van een motor hoor denk ik: ha, buurman komt thuis. En slechts heel af en toe denk ik dan dat ik bof dat ik thuis bijna altijd verschoond blijf van pokkenteringherrie.