Agressieprotocol voor politieke ambtsdragers van gemeente Opmeer
Dit protocol is bedoeld voor burgemeester, wethouders, raadsleden en fractiemedewerkers. In dit protocol spreken we, om deze groep aan te duiden, over politieke ambtsdragers.
Democratische waarden als vrijheid van meningsuiting moeten te allen tijden gewaarborgd blijven als voorwaarde voor het politiek functioneren. De gevolgen van grensoverschrijdend gedrag tegen raadsleden, collegeleden en fractiemedewerkers zijn ingrijpend voor de persoon in kwestie, maar is ook een aantasting tegen het collectief. Daarnaast wordt de democratie ondermijnd op het moment dat een raadslid of collegelid niet in vrijheid zijn/haar stem kan geven. Agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers is onacceptabel. Het is van belang om een eenduidig signaal af te geven naar de samenleving. Daarom is het van belang om afspraken te maken over wat wel en wat niet acceptabel is. Dit protocol benoemt de rollen van de betrokkenen en de stappen die in mogelijke gevallen worden gezet.
Het doel van dit protocol is drieledig:
- 1.
- 2.
- 3.
De gemeentelijke norm luidt als volgt: emotie van burgers mag, maar normoverschrijdend gedrag wordt niet geaccepteerd. Hierop wordt vanuit de gemeente altijd een passende reactie gegeven.
Onder emotioneel gedrag wordt verstaan dat een inwoner op een emotionele manier begrip vraagt voor zijn persoonlijke situatie, kritiek geeft op de regels of op het beleid van de gemeente, of boos is over een beslissing van de gemeente. Emotioneel gedrag is van korte duur en laat zich corrigeren. Voor dergelijk gedrag kan (enig) begrip worden getoond. Emotioneel gedrag zoals boosheid is niet meteen normoverschrijdend gedrag en is geen agressie.
Onder normoverschrijdend gedrag wordt verstaan: gedrag van de burger dat direct wordt gericht op de politieke ambtsdrager met (in het algemeen) als doel frustratie te uiten, onbehagen te veroorzaken, de orde te verstoren, pijn of schade (emotioneel/ materieel/fysiek) toe te brengen of een doel te bereiken (bijvoorbeeld taakuitoefening of besluitvorming beïnvloeden). Dit gedrag kan zowel fysiek als verbaal geuit worden. Normoverschrijdend gedrag heeft minder te maken met de intensiteit van het gedrag (hard roepen, wild bewegen) maar heeft alles te maken met de richting van het gedrag (Jij bent een …!). Ook aanhoudend emotioneel gedrag, aanhoudende boosheid of het aanhoudend uiten van beledigingen en gedrag dat – nadat de inwoner erop is aangesproken – niet verandert of juist verergert, kan normoverschrijdend gedrag zijn.
De gemeenteraad van Opmeer accepteert normoverschrijdend gedrag niet, ook als individuen het gedrag niet als vervelend ervaren. Dit uitgangspunt hanteren we gezamenlijk, zodat we kunnen toewerken naar een eenduidige reactie naar alle burgers. Op deze wijze kunnen politieke ambtsdragers kwalitatief goed, veilig en integer hun rol vervullen.
In onderstaand schema staat omschreven welk gedrag wel en welk gedrag niet wordt geaccepteerd. Ook is in het schema aangegeven welke voorvallen wel en niet gemeld dienen te worden en wanneer een reactie wordt gegeven aan de inwoner.
De basisafspraak is dat de individuele politieke ambtsdrager grensoverschrijdend gedrag vanwege zijn of haar functie altijd intern bespreekbaar maakt, meldt en vervolgens de vastgelegde handelswijze in dit protocol volgt.
De afspraken zijn erop gericht regie te voeren zodra er sprake is van grensoverschrijdend gedrag tegen politieke ambtsdragers, nazorg verlenen aan het slachtoffer en maatregelen nemen om herhaling te voorkomen.
Om de weerbaarheid van de ambtsdragers te versterken en de gezamenlijke norm te waarborgen dient er preventie uitgeoefend te worden. Tijdens openbare bijeenkomsten zoals een raadsvergadering wordt vooraf door de griffier en voorzitter van de raad bekeken wat het risico is op mogelijke incidenten. Op basis van deze inschatting worden gepaste maatregelen getroffen. De (adjunct) gemeentesecretaris wordt op de hoogte gesteld van de gemaakte keuzes door de griffier en burgemeester.
Eens in de twee jaar komen de politieke ambtsdragers bijeen om met elkaar in gesprek te gaan over dit thema. Tijdens deze bijeenkomst wordt over de gezamenlijke aanpak gesproken, er worden praktijksituaties behandeld, de gezamenlijke norm wordt scherp gesteld en onderlinge omgangsvormen herijkt.
5. De handelingsprocedure tijdens een incident; alarmering en bijstand inschakelen
- 1.
Als een gesprek plaatsvindt in het gemeentehuis en er sprake is van normoverschrijdend gedrag, wordt het gesprek beëindigd en verzoekt/sommeert de politieke ambtsdrager de inwoner het pand te verlaten. Weigert de inwoner, dan wordt tijdens kantoortijden gealarmeerd via de alarmknop. Binnen het gemeentehuis hebben een aantal vergaderruimtes deze alarmknop. Op deze manier wordt de beveiliging of het interne interventieteam ingeschakeld (BOT-team).
- 2.
Zijn deze voorzieningen er niet, of vindt het gesprek buiten kantoortijden of buiten het gemeentehuis plaats, dan belt de politieke ambtsdrager in geval van nood altijd 112 (geen nood 0900-8844) en geeft aan waar hij/zij zich bevindt en (indien mogelijk) wat de situatie is. De eigen veiligheid staat altijd voorop. Geef, tot het arriveren van de politie, de agressor zijn zin en laat dit uit houding en gedrag blijken. Blijf kalm en provoceer niet. De politieke ambtsdrager draagt (voor zover mogelijk) zorg voor alle informatie die kan leiden tot een snelle aanhouding van de verdachte.
2. Raadsvergadering of bijeenkomst
Het komt voor dat de vergadering van de gemeenteraad wordt verstoord. Bijvoorbeeld doordat personen uit het publiek zich gaan bemoeien met de vergadering, gaan schreeuwen tijdens de vergadering of gaan demonstreren tijdens de vergadering (o.a. een zitstaking). Het verstoren van een vergadering van de gemeenteraad is een strafbaar feit.
Indien de vergadering van de gemeenteraad wordt verstoord, kan de voorzitter als volgt handelen:
- 1.
Schors de vergadering. Benoem hierbij duidelijk de reden van de schorsing. Verzoek, indien nodig, de raadsleden de zaal te verlaten tot de verstoring is beëindigd. Dit kan bijvoorbeeld nodig zijn voor de veiligheid van de aanwezige raadsleden. De aanwezigen kunnen in de foyer wachten tot er meer duidelijkheid is. In zeer ernstige gevallen verzamelen de aanwezigen zich op de aangewezen nood-verzamelplek buiten het gemeentehuis op de parkeerplaats.
- 2.
- 3.
Indien de verstoring – eventueel na het opnieuw aanspreken van de verstoorder(s) – aanhoudt,
- a.
- b.
maakt de voorzitter (of iemand namens de voorzitter) direct hiervan melding bij de politie. Bij de melding geeft u aan dat de vergadering van de gemeenteraad wordt verstoord, dat u wenst dat de politie deze verstoring direct komt beëindigen en de verstoorder(s), al dan niet door middel van aanhouding, uit het pand verwijdert. De aanwezigen passen geen fysieke maatregelen toe om personen uit de ruimte of het gebouw te verwijderen, maar laten dit over aan de politie. Alleen bij fysieke agressie naar een deelnemer of bezoeker van een vergadering is het toegestaan fysieke maatregelen toe te passen om de persoon in kwestie te ontzetten en/of te beschermen.
- 4.
- 5.
6. Melden van grensoverschrijdend gedrag
Grensoverschrijdend gedrag wordt altijd gemeld en eerst intern besproken.
- •
- •
- •
Alle meldingen van raadsleden en fractiemedewerkers worden door de (plaatsvervangend) griffier geregistreerd en alle meldingen van wethouders en burgemeester wordt door de (adjunct) gemeentesecretaris geregistreerd. Geregeld worden de incidenten die hebben plaatsgevonden tijdens het driehoeksoverleg (griffier-gemeentesecretaris-burgemeester) met elkaar gedeeld. Meldingen zijn vertrouwelijk en niet toegankelijk en zichtbaar door onbevoegde personen.
Grensoverschrijdend gedrag kan strafbaar zijn. Het is van groot belang dat van mogelijk strafbaar gedrag zo snel mogelijk aangifte wordt gedaan. Aangifte vindt bij voorkeur plaats door de gemeente en in samenspraak tussen betrokkene(n) en de griffier, burgemeester en gemeentesecretaris. Bij deze aangifte wordt de privacy van het slachtoffer zo veel mogelijk beschermd. Eveneens afhankelijk van de aard van de kwestie kan worden besloten geen aangifte te doen, maar wel een melding bij de politie te maken.
Het registreren van incidenten geeft inzicht in de aard, de vorm en mogelijke toename of afname van incidenten binnen de gemeente Opmeer en is de basis voor de te nemen (preventieve) maatregelen. Het registreren van incidenten is ook belangrijk voor het (mogelijk later) aangifte doen bij de politie en voor het verhalen van mogelijke schade. Verder borgt dit de zorgvuldige stappen die genomen moeten worden. Enkele voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag die strafbaar kunnen zijn:
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
Bij online incidenten via sociale media (bijvoorbeeld X/Twitter, Instagram, Whatsapp, Facebook etc.) legt de politieke ambtsdrager het bericht en de eventuele bijbehorende gegevens (account van verzender, URL’s, datum en tijd van het bericht en eventuele andere gegevens) vast als bewijsmiddel. Vervolgens meldt de politiek ambtsdrager het incident bij de aangewezen persoon. Voor online normoverschrijdend gedrag geldt dat duidelijk wordt aangegeven dat de norm is overschreden, eventueel in overleg met de gemeente. Het normoverschrijdende gedrag wordt ook bij het platform van het betreffende medium gemeld.
Ook als een politiek ambtsdrager twijfelt of sprake is van normoverschrijdend gedrag, is het altijd mogelijk contact op te nemen met de gemeentesecretaris, de griffier en/of de burgemeester. Tijdens het contact wordt bepaald of vervolgstappen nodig zijn en zo ja, welke.
1. Maatregelen na het incident
Na het doen van een melding wordt besproken welke maatregel tegen de veroorzaker wordt genomen. De aangewezen ambtenaar Veiligheid geeft advies en ondersteuning. In zijn algemeenheid zijn de volgende maatregelen mogelijk:
- 1.
- 2.
(Tijdelijk) de dienstverlening beperken of (tijdelijk) de toegang ontzeggen tot de gemeentelijke gebouwen. Politieke ambtsdragers zijn altijd bevoegd een inwoner te verzoeken en/of op te dragen een gebouw te verlaten. De schriftelijke ontzegging voor een bepaalde tijd is een besluit van de burgemeester. Als hier geen gevolg aan wordt gegeven dan wordt de politie eveneens direct in kennis gesteld en is opnieuw sprake van een strafbaar feit waarvan aangifte zal worden gedaan.
- 3.
- 4.
- 5.
- 6.
De burgemeester informeert, waar dat passend is, het OM en politie en bespreekt incidenten in het overleg binnen de gemeentelijke driehoek (gemeentesecretaris-griffier-burgemeester). Bij het bepalen van de maatregel wordt meegenomen of er sprake is van een eerste of herhaald incident, zowel gericht tegen politieke ambtsdragers, als tegen ambtenaren van de gemeente.
Naast het regelen van praktische zaken is met name de emotionele ondersteuning van politieke ambtsdragers (en hun families) van groot belang voor het behoud van persoonlijk welzijn en voor adequaat functioneren in de toekomst. De impact van een incident kan groot zijn en daarom wordt altijd opvang en nazorg aangeboden. De (adjunct) gemeentesecretaris vangt de wethouders op, de (plaatsvervangend) griffier de raadsleden en fractiemedewerkers. De (adjunct) gemeentesecretaris respectievelijk de burgemeester en griffier organiseren de benodigde hulp. Zij kunnen te allen tijde deskundigen om hulp vragen.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor ondersteuning:
- 1.
Er kan gebruik gemaakt worden van het Ondersteuningsteam Netwerk Weerbaar Bestuur (OT NWB). Er kan contact opgenomen worden via het telefoonnummer 070-3738314. Dit team bestaat uit vertrouwenspersonen van de beroeps- en belangenverenigingen van burgemeesters, wethouders, raadsleden en statenleden en het ministerie van BZK.
- 2.
- 3.
- 4.
Bij intern verzorgde opvang en nazorg bieden we altijd de volgende gesprekken aan:
Eerste gesprek (binnen 24 uur):
Direct na een agressie-incident gaat het er om de veiligheid te herstellen en steun te bieden aan de betrokkene(n). Het eerste gesprek wordt gevoerd tussen de betrokkene en de gemeentesecretaris, griffier of burgemeester. Mochten er meerdere personen slachtoffer zijn van een incident, dan wordt er per persoon een individueel gesprek gevoerd. Het eerste gesprek heeft de volgende doelen: veiligheid waarborgen, emotionele ondersteuning en praktische hulp bieden, informatie geven over het verwerkingsproces en vervolgafspraken maken. Het is vooral belangrijk om betrokkene hun verhaal te laten vertellen en te onderzoeken waar hij of zij behoefte aan heeft. Wellicht moeten er (praktische) zaken worden geregeld (informeren thuisfront, aangifte doen, schade in kaart brengen etc.). De gemeentesecretaris, griffier of burgemeester schrijft op welke afspraken zijn gemaakt.
Tweede gesprek (binnen drie dagen na het incident):
Het tweede gesprek wordt gevoerd tussen de betrokkene en de gemeentesecretaris, griffier of burgemeester. Mochten er meerdere personen slachtoffer zijn van een incident, dan wordt er per persoon een individueel gesprek gevoerd. Het doel van dit gesprek is net als bij het eerste gesprek het bieden van steun (emotioneel en praktisch) en een luisterend oor. Daarnaast is het belangrijk dat samen met de betrokkene het verloop van de afgelopen dagen in kaart wordt gebracht en zodoende meer informatie wordt verkregen over het verwerkingsproces.
Derde gesprek (na 4 – 6 weken (of eerder voor zover nodig):
Het derde gesprek wordt gevoerd tussen de betrokkene en de gemeentesecretaris, griffier of burgemeester. Mochten meerdere personen slachtoffer zijn van een incident, dan wordt er per persoon een individueel gesprek gevoerd. Naast emotionele ondersteuning, gaat het tijdens het derde gesprek om de terugblik op de gebeurtenis en de periode daarna. Het is belangrijk om stil te staan bij eventuele veranderingen in de kijk op het ambt en het functioneren daarbinnen, het privéleven en de persoonlijke beleving. Bij mogelijke signalen op stagnatie van het verwerkingsproces is het zinvol om de betrokkene in ieder geval door te verwijzen naar professionele hulpverlening, waarbij de kosten, voor zover deze niet worden gedekt door de zorgverzekeraar, door de gemeente worden betaald.
De burgemeester is ten overstaan van de gemeenteraad (al dan niet vertrouwelijk) woordvoerder als het gaat om bedreiging van één of meer wethouders of raadsleden. De burgemeester kan zich desgewenst laten bijstaan door het OM. Als de burgemeester direct betrokken is, bijvoorbeeld als de burgemeester zelf wordt bedreigd, wordt in overleg met de burgemeester, de locoburgemeester en eventueel de commissaris van de Koning de handelwijze bepaald. Andere politieke ambtsdragers worden met instemming van het slachtoffer op de hoogte gebracht van een incident, tijdens een collegevergadering en/of presidiumvergadering. Vertrouwelijkheid wordt daarbij in acht genomen. In het geval van voortdurende dreiging is het van groot belang dat niemand uitspraken doet die leiden tot verhoging van de veiligheidsrisico’s.
Zodra een strafrechtelijk onderzoek is begonnen ligt de woordvoering bij het OM. Communicatie en contacten met de pers worden overgelaten aan het OM in samenspraak met de burgemeester en politie. De communicatieadviseur van de gemeente stemt een eventuele communicatieboodschap bij een ernstig incident altijd af met de afdeling voorlichting van het OM. Getroffen (politionele) maatregelen in de publieke ruimte worden nooit naar de pers gecommuniceerd. Afspraken over woordvoering worden altijd in acht genomen.