Verordening op de rekenkamer Enkhuizen 2024
Hoofdstuk 2 Taak, samenstelling en bevoegdheden van de rekenkamer
Artikel 3 Bevoegdheid van de rekenkamer
De bevoegdheden van de rekenkamer worden ontleend aan Hoofdstuk XIa, van de Gemeentewet.
- 1.
De voorzitter van de rekenkamer voert ten minste één keer per jaar overleg met een vertegenwoordiging van de raad. In dit overleg wordt in ieder geval het jaarverslag over het voorgaande jaar en het jaarplan besproken. De rekenkamer meldt het ook als er zich zaken voordoen waarvan de raad kennis zou moeten nemen.
- 2.
- 3.
- 1.
- 2.
Een lid, niet zijnde de voorzitter, ontvangt met ingang van de dag van zijn beëdiging gedurende zijn lidmaatschap van de rekenkamer een vergoeding voor de werkzaamheden per maand die gebaseerd is op 10% van de vergoeding die raadsleden van de gemeente ontvangen conform artikel 3.1.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 3.
De voorzitter ontvangt met ingang van de dag van zijn beëdiging gedurende zijn lidmaatschap van de rekenkamer een vergoeding voor de werkzaamheden per maand die gebaseerd is op 13.333% van de vergoeding die raadsleden van de gemeente ontvangen conform artikel 3.1.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 4.
- 5.
- 6.
Onverminderd het bepaalde in lid 1, 2, 3, 4 en 5 bedraagt de bruto vergoeding 75 euro per uur voor onderzoekswerkzaamheden door de leden, als de rekenkamer besluit een onderzoek in eigen beheer uit te voeren. Als er dilemma’s zijn, stemt de griffier dit af met een vertegenwoordiging van de gemeenteraad.
- 7.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad de gemeente Enkhuizen,
gehouden op 2 juli 2024
de plv. griffier,
J.A. Ruimschoot-Egthuijsen
de voorzitter,
E.A. van Zuijlen
Toelichting Verordening op de rekenkamer Enkhuizen 2024
De Gemeentewet verplicht iedere gemeente tot het instellen van een rekenkamer. De gemeenteraad van Enkhuizen stelt met deze verordening een rekenkamer in.
Hoofdstuk IVa van de Gemeentewet regelt de instelling van een onafhankelijke rekenkamer. In paragraaf 1, artikel 81a-81k staan bepalingen over de instelling van de rekenkamer, de benoeming/ontslag en bezoldiging van de leden, het reglement van orde voor werkzaamheden (onderzoeksprotocol) en het reglement van orde voor vergaderingen, het budget en de ondersteuning van de rekenkamer.
Wettelijke bevoegdheden rekenkamer
In Hoofdstuk XIa zijn de bevoegdheden van de rekenkamer opgenomen. De rekenkamer onderzoekt de doelmatigheid, de doeltreffendheid en de rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid.
Het onderzoek van de rekenkamer richt zich in eerste instantie op het door de eigen gemeente gevoerde bestuur. Daarop volgend kan de rekenkamer inlichtingen vragen bij publiekrechtelijke of privaatrechtelijke personen. Wanneer de inlichtingen daar aanleiding toe geven kan de rekenkamer uiteindelijk beslissen om ook bij deze externe partijen onderzoek te doen. De inwerkingtreding van de wet versterking decentrale rekenkamers per 1 januari 2023 verruimt met name deze groep externe partijen.
Naast deze verordening is de gemeenteraad van Enkhuizen een convenant met de raden van Stede Broec en Drechterland aangegaan. Het convenant betreft de samenwerking van de rekenkamer van Stede Broec, Enkhuizen en Drechterland. In het convenant staan de nadere afspraken over de samenwerking.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Hoofdstuk 2 Taak, samenstelling en bevoegdheden van de
In het eerste lid stelt de raad een rekenkamer in. De voorkeur van de gemeenteraad is om de rekenkamer te laten bestaan uit drie leden. Dit om de onderzoeken, uitvoering en conclusies niet afhankelijk te laten zijn van één persoon.
Tegelijkertijd is het van belang dat de rekenkamer haar werkzaamheden door kan zetten als aan één of twee leden ontslag wordt verleend. De rekenkamer kan doorgaan met haar werkzaamheden als de rekenkamer tijdelijk uit minder dan drie leden bestaat. Wel wordt de werving voor nieuwe leden direct opgestart.
Artikel 3 Bevoegdheid van de rekenkamer
In dit artikel wordt verwezen naar de wettelijke bevoegdheden van de rekenkamer die zijn vastgelegd in de artikelen 182 tot en met 185a van de Gemeentewet.
Artikel 4 Benoeming en samenstelling rekenkamer
De leden van de rekenkamer worden door de gemeenteraad benoemd. Leden worden voor een periode van zes jaar benoemd, zoals vastgesteld in artikel 81c, lid 1 van de Gemeentewet. Een korte benoemingstijd kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen. Dit omdat de vraag – word ik wel herbenoemd – dan te snel weer kan worden gevoeld. Voordeel van deze termijn is ook dat over benoeming en herbenoeming in het gewone geval steeds door twee verschillend samengestelde gemeenteraden wordt beslist. In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede. De wet staat een onbeperkt aantal herbenoemingen toe. Om tunnelvisie in de rekenkamer te voorkomen, is in de verordening opgenomen dat een lid eenmaal herbenoemd mag worden. De maximale zittingsduur is daarmee 12 jaar.
Artikel 5 Werkzaamheden voorzitter
De voorzitter draagt verantwoordelijkheid voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de vergaderingen en het doorlopen van de jaarcyclus. De voorzitter is primair de woordvoerder van de rekenkamer naar buiten toe en heeft een actieve rol in het onderhouden van contact met de gemeenteraad, college, ambtelijke organisatie en externen. Verder stuurt de voorzitter de secretaris aan in haar werkzaamheden en voert functioneringsgesprekken met de secretaris. Dit wordt in het reglement van orde verder uitgewerkt. De voorzitter is verantwoordelijk voor het beheer van het rekenkamerbudget. Hiermee worden betalingen vanuit het rekenkamerbudget alleen gedaan na goedkeuring van de voorzitter.
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de leden van de rekenkamer in een raadsvergadering, in handen van de voorzitter van de raad, de eed (verklaring en belofte) af conform artikel 81g van de Gemeentewet.
Mogelijke taken voor de klankbordgroep zijn de werving van leden van de rekenkamer en overleg over de voortgang en het functioneren van de rekenkamer. De klankbordgroep mag daarbij niet treden in de onafhankelijkheid van de rekenkamer en is daarom niet betrokken bij de besluitvorming van de rekenkamer over het starten van een onderzoek, de uitvoering van onderzoeken en of de vaststelling van de rapporten, aanbevelingen en conclusies. Ook hebben de leden van de klankbordgroep geen inzage in de documenten en inlichtingen die de rekenkamer in het kader van een specifiek onderzoek heeft vergaard.
De Rekenkamer stelt zijn eigen reglement van orde (of onderzoeksprotocol) op. In dit reglement van orde zijn onder andere opgenomen de werkzaamheden van de rekenkamer, hoe de rekenkamer vergadert, communicatie van de rekenkamer naar de raad en een onderzoeksopzet van de rekenkamer.
De Gemeentewet bepaalt dat de rekenkamer onafhankelijk onderzoek doet en daarbij zelf de keuze voor onderzoek bepaalt. De raad kan de rekenkamer verzoeken bepaalde onderzoeken te doen. Achterliggende gedachte is dat de raad in zijn werkzaamheden kan stuiten op een onderwerp dat onderzoek door de rekenkamer vergt. De raad kan ideeën voor onderzoek aandragen. Het is wel de rekenkamer zelf die beslist of zij een dergelijk verzoek honoreert. De rekenkamer geeft gemotiveerd aan in hoeverre aan een verzoek wordt voldaan. De rekenkamer kan bijvoorbeeld aangeven waarom een idee al dan niet op de groslijst met potentiële onderzoeksonderwerpen van de rekenkamer wordt geplaatst. Deze groslijst vormt de basis voor het opstellen van het jaarplan.
Als op verzoek van de gemeenteraad extra onderzoek wordt verricht, zijn de daaraan verbonden kosten geheel voor rekening van de gemeenteraad. Deze kosten vallen dus niet ten laste van het budget van de rekenkamer. Hier gaat het om extra onderzoek, buiten het jaarplan, die de rekenkamer doet op verzoek van de raad. De rekenkamer stelt in het eerste kwartaal een jaarplan op. Als gedurende het jaar een verzoek voor extra onderzoek wordt gehonoreerd, wordt dit onderzoek bekostigd door de gemeenteraad.
Bij de start van een onderzoek van de rekenkamer wijst de gemeentesecretaris een ambtelijk contactpersoon aan. Dit gebeurt na het overleg in de driehoek met de gemeentesecretaris, griffier en burgemeester. Deze person fungeert tijdens het onderzoek als aanspreekpunt van de ambtelijke organisatie.
Om een goede communicatie tussen de rekenkamer en de raad te bevorderen wordt ten minste jaarlijks overleg gevoerd tussen de voorzitter van de rekenkamer en een vertegenwoordiging van de gemeenteraad. De vertegenwoordiging bestaat in eerste instantie uit het presidium. Een goede verstandhouding tussen de gemeenteraad en rekenkamer bevordert de positie van de rekenkamer als controle-instrument van de raad. De in dit artikel vermelde punten komen uitgebreider aan bod in het reglement van orde van de rekenkamer.
De gemeenteraad stelt voor de rekenkamer een jaarbudget beschikbaar. Dit budget
wordt voor 2024 vastgesteld op 1 euro per inwoner. Voor de indexatie van deze
jaarlijkse bijdrage wordt aangesloten bij de indexatie van de vergoeding die raadsleden van
de gemeente ontvangen conform artikel 3.1.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale
De besteding van dat bedrag wordt in handen van de rekenkamer gebracht. De uitgaven voor de rekenkamer worden ten laste van dit budget gebracht.
Als de gemeenteraad zelf verzoekt een extra onderzoek te verrichten, vallen deze kosten niet ten laste van het rekenkamerbudget. Over de besteding van het budget moet de rekenkamer zich verantwoorden aan de raad. De rekenkamer legt verantwoording af door een financiële paragraaf toe te voegen aan het jaarverslag.
Het budget kan in overleg met de gemeenteraad worden verhoogd. Een vertegenwoordiging van de gemeenteraad of de voorzitter van de rekenkamer kan een voorstel doen het budget te verhogen als blijkt dat het budget niet (meer) passend is om de wettelijke taken van de rekenkamer op een goede manier uit te voeren.
De rekenkamer bouwt geen reserves op van de bijdrage die zij ontvangt van de gemeenteraad. Niet besteed budget kan wel worden overgeheveld via de reguliere P&C-cyclus.
De leden van de rekenkamer ontvangen een vergoeding voor hun werkzaamheden. De hoogte van de vergoeding is niet te ontlenen aan enige rechtsregel. Om niet bij iedere gewenste wijziging in de vergoeding deze verordening te moeten wijzigen, wordt in deze verordening gewerkt met een procentuele koppeling aan de door raadsleden te ontvangen vergoeding conform het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Gelet op de tijdsinvestering die van een lid van de rekenkamer verwacht mag worden, lijkt een percentage van 10% van de raadsvergoeding een passende vergoeding. Van de voorzitter wordt een grotere inspanning verwacht. Vandaar dat voor de voorzitter een percentage van 13.333% van de raadsvergoeding passend wordt geacht.
Naast de maandelijkse vergoeding kunnen de rekenkamerleden reiskosten declareren. De reiskosten komen ten laste van het budget van de rekenkamer.
De rekenkamerleden ontvangen een vergoeding voor het uitvoeren van de reguliere werkzaamheden als rekenkamerlid. Binnen de reguliere werkzaamheden valt ook het onderhouden van contact met externen en het begeleiden van (externe) onderzoekers. Als de rekenkamer besluit een onderzoek in eigen beheer uit te voeren, ontvangen de leden een bruto uurvergoeding van 75 euro. Voor de indexatie van de bruto uurvergoeding wordt aangesloten bij de indexatie van de vergoeding die raadsleden van de gemeente ontvangen conform artikel 3.1.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Als de rekenkamer besluit een onderzoek in eigen beheer uit te voeren, geeft zij in de onderzoeksopzet aan wat het budget is voor het onderzoek. Het budget kan gedeeld worden door het uurtarief om te bepalen wat het maximaal aantal uur is dat de leden aan het onderzoek kunnen besteden. Als er dilemma’s zijn, bespreekt de griffier dit met een vertegenwoordiging van de gemeenteraad.
Hoofdstuk 5 Ambtelijke ondersteuning
Bij een rekenkamer moet er zijn voorzien in voldoende ambtelijke ondersteuning. Die ondersteuning moet uitdrukkelijk niet binnen de ambtelijke hiërarchie van de gemeente vallen, met uitzondering van ambtenaren van de griffie. Dit om de onafhankelijke positie van de rekenkamer te waarborgen. Er zal een ambtelijk secretaris worden aangewezen om de rekenkamer te ondersteunen.
De ambtelijk secretaris helpt de rekenkamer in het doorlopen van de jaarcyclus. De ambtelijk secretaris ondersteunt hierbij onder andere bij het schrijven van het jaarverslag, jaarplan en onderzoeksopzetten.
Op basis van artikel 81j van de Gemeentewet is de secretaris voor haar werkzaamheden uitsluitend verantwoording schuldig aan de rekenkamer.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de datum van publicatie van de verordening.
Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening op de rekenkamer Enkhuizen 2024”.