Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025
De raad van de gemeente Opmeer;
gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 29 oktober 2024,
gezien het voorstel van de oordeelsvormende raadsvergadering van 28 november 2024,
gelet op artikel 15.33 van de Wet milieubeheer;
de Verordening op de heffing en invordering van afvalstoffenheffing 2025.
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.
Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit
- 1.
- 2.
De afvalstoffenheffing bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik maken van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.
De belasting wordt geheven van degene die al dan niet krachtens eigendom, beperkt zakelijk recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel.
Artikel 9 Termijnen van betaling
- 1.
- 2.
In afwijking van het eerste lid geldt, zo lang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in ten hoogste negen gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt één maand na dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
- 3.
De verordening afvalstoffenheffing 2024, vastgesteld op de raadvergadering 14 december 2023, wordt ingetrokken met ingang van de in artikel 11, tweede lid, genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.