Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;
Gelet op het bepaalde in artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening (ASV) gemeente Medemblik;
Overwegende dat het gewenst is activiteiten te stimuleren die bijdragen aan het behouden en versterken van gemeentelijke monumenten;
Overwegende dat de gemeenteraad budget beschikbaar heeft gesteld voor deze subsidieregeling;
Overwegende dat na vaststelling van deze subsidieregeling wordt onderzocht hoe verduurzaming aan de regeling kan worden toegevoegd;
Besluit vast te stellen de volgende nadere regels:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In aanvulling op de begripsomschrijvingen in de Algemene Subsidieverordening (ASV) wordt in deze nadere regels verstaan onder:
- •
Nadere regels: de ‘Nadere regels subsidieregeling gemeentelijke monumenten Medemblik’ zijn vastgestelde gemeentelijke regels met algemeen verbindende rechtsregels;
- •
Eigenaar: degene die in de kadastrale registers als eigenaar dan wel als erfpachter of opstalhouder van een monument is ingeschreven;
- •
Aanvrager: een natuurlijk persoon of rechtspersoon zonder winstoogmerk, die als eigenaar van een gemeentelijk monument, een subsidieaanvraag heeft ingediend op grond van deze nadere regels;
- •
Algemene Subsidieverordening (ASV): Algemene Subsidieverordening gemeente Medemblik;
- •
College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik;
- •
Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een boekjaar ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van deze nadere regels. Het subsidieplafond wordt vanaf 2026 jaarlijks vastgesteld door de raad (ASV);
- •
Onderhoudswerkzaamheden: sobere en doelmatige werkzaamheden, noodzakelijk om een monument in goede tot redelijke staat te houden, waarbij kleine herstelwerkzaamheden mogelijk zijn;
- •
Restauratiewerkzaamheden: grote herstelwerkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de instandhouding en het behoud van de monumentale waarden van een monument en die het onderhoud, als bedoeld hiervoor, te boven gaan;
- •
Monument: een door het college aangewezen gemeentelijk monument als bedoeld in de Verordening fysieke leefomgeving gemeente Medemblik 3e tranche of de opvolgers daarvan;
- •
Voorbereidende werkzaamheden: het opstellen van een restauratieplan, het opstellen van een onderhoudsplan, het verrichten van bouwhistorisch onderzoek of het verrichten van een haalbaarheidsonderzoek naar herbestemming, voor het in stand houden of verbeteren van de cultuurhistorische waarde van het monument.
Artikel 2. Doelgroep
Subsidie op grond van deze nadere regels wordt uitsluitend verstrekt aan natuurlijke personen of rechtspersonen zonder winstoogmerk, die eigenaar zijn van een monument, gelegen binnen de gemeente Medemblik.
Tekst loopt door onder deze advertentie
Advertentie
Artikel 3. Subsidieplafond
Voor het boekjaar 2025 bedraagt het subsidieplafond € 40.000,-. Vanaf 2026 neemt de gemeenteraad jaarlijks, bij het vaststellen van de gemeentebegroting, een besluit waarin wordt aangegeven welk bedrag voor dat begrotingsjaar beschikbaar is voor subsidies op grond van deze nadere regels.
Artikel 4. Activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen
Subsidie op grond van deze nadere regels kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten, zoals gedefinieerd in artikel 1, mits die naar het oordeel van het college in voldoende mate het belang van de monumentenzorg dienen en in overeenstemming zijn met het gemeentelijk beleid:
- 1.
- 2.
Restauratiewerkzaamheden;
- 3.
Voorbereidende werkzaamheden.
Artikel 5. Voorwaarden
Subsidie op grond van deze nadere regels kan worden verstrekt wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
- 1.
De activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zijn nog niet gestart op het moment dat de subsidieaanvraag door het college is ontvangen;
- 2.
In geval voor de werkzaamheden een omgevingsvergunning vereist is, dient deze voor de start van de activiteiten verkregen te zijn;
- 3.
De werkzaamheden worden afgerond binnen één jaar na de subsidieverlening;
- 4.
Het college kan in uitzonderlijke gevallen besluiten om af te wijken van de termijn zoals vermeld in lid 3 van dit artikel, mits de aanvrager hiervoor tijdig een schriftelijk en gemotiveerd verzoek indient.
Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen
De subsidie op grond van deze nadere regels wordt verstrekt voor de volgende kostensoorten die resteren na aftrek van bijdragen van derden en die naar het oordeel van het college billijk zijn voor de uitvoering van de onder artikel 4 genoemde activiteiten:
- 1.
De aanneemsom, zoals overeengekomen tussen de eigenaar en de aannemer;
- 2.
De risicoverrekening van loon- en prijsstijgingen;
- 3.
De kosten van een architect en van een constructeur, voor zover inschakeling hiervan noodzakelijk is;
- 4.
De verschuldigde BTW voor zover deze niet kan worden teruggevorderd door de aanvrager;
- 5.
De kosten van een inspectierapport van de recente bouwkundige staat. Dit volgens de richtlijnen van Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg, opgesteld door een, door het college aanvaardbaar geachte, onafhankelijke deskundige of deskundige instantie;
- 6.
De kosten voor het opstellen van een restauratie- of onderhoudsplan, bouwhistorisch onderzoek, haalbaarheidsonderzoek naar herbestemming, of archeologisch onderzoek, voor zover deze gericht zijn op het behoud of de verbetering van de cultuurhistorische waarde van het monument.
Artikel 7. Hoogte van de subsidie
- 1.
Het college kan per gemeentelijk monument maximaal één subsidie per jaar van maximaal €2.000,- verlenen op grond van deze nadere regels.
- 2.
De subsidie bedraagt 50% van de werkelijke kosten tot een maximum van € 2.000,- per jaar, voor subsidie die betrekking heeft op onderhouds- en restauratiewerkzaamheden.
- 3.
De subsidie bedraagt 75% van de werkelijke kosten tot een maximum van € 2.000,- per jaar, voor subsidie die betrekking heeft op voorbereidende werkzaamheden.
- 4.
Het college houdt bij de toekenning van subsidie op grond van deze nadere regels rekening met bijdragen die op grond van enige andere regeling zijn toekend ten behoeve van dezelfde activiteiten.
- 5.
Subsidieaanvragen met een bedrag van minder dan €250,- komen niet in aanmerking voor toekenning.
Artikel 8. Procedure voor het indienen en behandelen van een aanvraag
- 1.
In overeenstemming met artikel 5, eerste lid, van de Algemene Subsidieverordening (ASV) wordt de aanvraag schriftelijk of digitaal ingediend met behulp van het aanvraagformulier Subsidieregeling gemeentelijke monumenten, dat door de gemeente Medemblik voor deze subsidieregeling beschikbaar is gesteld.
- 2.
In afwijking van artikel 5, tweede en derde lid, van de Algemene Subsidieverordening (ASV), stuurt de aanvrager bij de subsidieaanvraag mee:
- a.
een omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden en, voor zover de subsidie betrekking heeft op onderhouds- of restauratiewerkzaamheden, duidelijke foto’s van de onderdelen van het gemeentelijke monument waarop de werkzaamheden zullen worden uitgevoerd;
- b.
een gespecificeerde offerte voor de uit te voeren activiteiten;
- c.
Indien van toepassing: een overzicht van ontvangen bijdragen van derden en/of subsidies die verkregen zijn voor dezelfde activiteiten.
- 3.
Subsidieaanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend, maar dienen uiterlijk op 31 november compleet te zijn ontvangen om als aanvraag voor dat kalenderjaar te gelden.
- 4.
De subsidieaanvraag wordt in behandeling genomen indien deze compleet is.
- 5.
Het college neemt zo spoedig mogelijk na ontvangst van de volledige aanvraag, maar uiterlijk binnen 8 weken een voorlopig besluit op de aanvraag.
- 6.
Het college verdeelt het beschikbare bedrag in volgorde van de datum van ontvangst van de complete aanvragen. Wanneer de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst de dag waarop de aanvraag compleet is gemaakt.
- 7.
Als met het toekennen van een aanvraag het subsidieplafond wordt bereikt, wordt aan die aanvraag maximaal het bedrag toegekend dat nog beschikbaar is zodat het subsidieplafond niet wordt overschreden.
- 8.
Als subsidieaanvragen een gelijke ontvangstdatum hebben en gezamenlijk het subsidieplafond overschrijden wordt per loting beslist. Als de subsidieaanvragen beide digitaal worden ingediend, is het tijdstip van ontvangst van de digitale aanvraag beslissend.
- 9.
Het college kan de aanvraag aanhouden tot het volgend jaar, indien het subsidieplafond voor het lopende jaar is bereikt. De aanvrager ontvangt hiervan zo spoedig mogelijk bericht.
- 10.
Aanvragen die op grond van lid 9 zijn aangehouden tot het volgende jaar, worden voor de toepassing van dit artikel geacht te zijn ingediend op 1 januari van dat jaar.
Artikel 9. Weigeringsgronden
- 1.
Een subsidie wordt in elk geval geweigerd, indien:
- a.
de kosten naar het oordeel van het college niet in redelijke verhouding staan tot het te verwachten resultaat;
- b.
In geval de voor het verrichten van de werkzaamheden noodzakelijke vergunningen niet zijn verleend.
- 2.
Een subsidie wordt geheel of gedeeltelijk geweigerd, indien het subsidieplafond is bereikt. Aanvrager kan in het volgende jaar opnieuw een aanvraag indienen voor subsidie.
Artikel 10. Gereed melding en vaststelling van de subsidie
- 1.
De aanvrager aan wie het college op grond van artikel 7 van deze verordening subsidie heeft verleend, moet binnen drie maanden na het gereedkomen van de werkzaamheden schriftelijk aangeven dat de werkzaamheden zijn afgerond.
- 2.
De gereed melding als bedoeld in het eerste lid wordt tevens aangemerkt als een aanvraag tot definitieve vaststelling van de verleende subsidie.
- 3.
Bij de gereed melding worden de volgende stukken overlegd:
- a.
een specificatie van de kosten en kopieën van alle nota’s en betalingsbewijzen die op de uitgevoerde werkzaamheden betrekking hebben;
- b.
voor zover de subsidie betrekking heeft op onderhouds- of restauratiewerkzaamheden, duidelijke foto’s van de onderdelen van het gemeentelijke monument waarop het resultaat van de uitgevoerde werkzaamheden zichtbaar is;
- c.
voor zover de subsidie betrekking heeft op voorbereidende werkzaamheden, een kopie van het (onderzoeks)rapport waarvoor de subsidie verleend is.
- 4.
Indien na afloop van de termijn als bedoeld in het eerste lid geen volledige aanvraag tot vaststelling van de subsidie is ingediend, kan het college de subsidie ambtshalve vaststellen.
- 5.
Binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot definitieve vaststelling, besluit het college omtrent de definitieve vaststelling van de subsidie.
- 6.
Vaststelling van het definitieve subsidiebedrag vindt pas plaats nadat:
- a.
de in de aanvraag opgenomen werkzaamheden conform het bepaalde in artikel 10 lid 1 schriftelijk zijn gereed gemeld, onder overlegging van de daarop betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 10 lid 3;
- b.
De schriftelijke gereed melding en daarop betrekking hebbende gegevens als bedoeld in artikel 10 lid 3 door het college zijn gecontroleerd en akkoord bevonden.
- 7.
Indien de werkelijke uitvoeringskosten lager zijn dan waarop de (voorlopige) beschikking is gebaseerd gaat het college bij de vaststelling van de definitieve subsidie uit van de werkelijk gemaakte kosten.
- 8.
Het definitieve subsidiebedrag wordt uitbetaald uiterlijk acht weken na de beslissing als bedoeld in lid 5. Uitbetaling vindt plaats op een door de aanvrager op te geven bankrekening.
Artikel 11. Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden in werking op 1 januari 2025.
Artikel 12. Hardheidsclausule
Het college kan in uitzonderlijke gevallen van deze nadere regels afwijken, als er omstandigheden zijn die daartoe aanleiding geven.
Artikel 13. Slotbepaling
- 1.
Deze regels worden aangehaald als de ‘Nadere regels subsidieregeling gemeentelijke monumenten Medemblik’.
- 2.
Deze nadere regels zijn aanvullend op de Algemene Subsidieverordening (ASV). Ingeval de Algemene Subsidieverordening (ASV) en deze nadere regels onderling afwijken op de aspecten die ingevolge de Algemene Subsidieverordening (ASV) nader mogen worden geregeld in een uitvoeringsregeling, zijn deze nadere regels bepalend.