19 februari 2025 – Column Peter Ursem: Spelanalyse
Ooit maakte ik het mee dat een heel boos iemand een snotneus uit een vertrek verwijderde omdat die het vertikte om zich te gedragen. Hij maakte daarbij een schopbeweging, een natrap. Dat natrappen een term uit de voetbalwereld is kan ik best begrijpen. In die wereld kent men dit fenomeen. Ik weet echter weinig van voetbal. Ik ben er nog steeds niet in geslaagd om een fanatiek voetballiefhebber te worden en fan van een club, waarvan je licht onsportief gedrag van spelers goedhartig door de vingers wilt zien.
Natrappen wordt, zoals elk ander begrip dat thuis hoort in een specifiek wereldje, ook gebruikt in heel andere situaties. De wereld van de politiek is een goede omgeving om begrippen uit nagenoeg alle andere situaties een warm welkom te heten. Zelfs in ons mooie Westfriesland zijn sommige termen iets te vaak gebruikt. Publiekswissel wordt vooral in Hoorn iets te veelvuldig uitgevoerd. En kennen we in de verkiezingstijd niet in alle gemeenten voor kleinere fracties een angstgegner die het heeft voorzien op de achilleshiel?
Afgedroogd worden door fracties die via een een-tweetje van hun vleugelspelers treffers en aansluitingstreffers weten te scoren is menigmaal waargenomen. Om dan in blessuretijd terug te komen met een counter blijkt dan meestal een te grote opgave. Wanneer een voorzitter van raad of raadscommissie geen buitenspelval kan ontdekken en ook de spelers in de raadzaal zich alleen nog concentreren op hun slotoffensief, dan zouden de iets zwakkere spelers dik tevreden kunnen zijn met een gelijkspel.
Maar wat, wanneer het trappen en natrappen tegen de scheidsrechter is gericht?
Maar natrappen is iets wat een voorzitter als scheidsrechter direct moet affluiten. Maar wat, wanneer het trappen en natrappen tegen de scheidsrechter is gericht? Vaak is er geen VAR nodig om dat vast te stellen. Zuks doe je gewoon niet en toch, heel af en toe kan het in gemeenteraden voorkomen. Voer voor verslaggevers uiteraard, want dan valt er iets te schrijven waardoor zelfs de wat minder actieve lezertjes overwegen de krant open te slaan.
Wanneer ontstaat de neiging om na te trappen? Er gaat een opbouw van boze momenten aan vooraf. Er zijn gedurende de wedstrijd of zelfs meerdere wedstrijden irritaties, verontwaardiging of andere negatieve belevingen geweest. In een raadsvergadering kan het zijn dat er vals spel is geweest, waar nog niet afdoende voor gefloten is. Of er zijn dingen voorgevallen die pas later, na de wedstrijd ontdekt worden. Of markante spelers vertikken het verder om nog een paar potjes mee te doen. Het team waar zo’n politicus zich mokkend terugtrekt, zal wanneer de schuld daarvoor vooral bij tegenspelers ligt, graag genoegdoening willen hebben. In het gelijk gesteld worden, zodat het spel op een andere, correcter manier op de mat gezet kan worden.
er zijn politieke kopstukken aan te wijzen, die een gewone wedstrijd in een gemanipuleerd spelletje weten om te zetten
Zoiets moet je meteen afdoende aanpakken en niet pas of nog steeds nadat de gewraakte tegenspeler zich terugtrekt of via een transfer op andere velden in andere competities verder gaat spelen. Wanneer je dan je boosheid uitspeelt heet dat natrappen. Dat hoort dus niet, of dat wordt door velen juist gezien als onsportief of onterecht, zelfs wanneer het gelijk grotendeels bij de natrappers ligt. Misschien denk je dat dit onsportieve wraakzuchtige gedrag zich vooral manifesteert in de mondiale politiek. Natuur, er zijn politieke kopstukken aan te wijzen, die een gewone wedstrijd in een gemanipuleerd spelletje weten om te zetten.
Ook op landelijk, provinciaal of lokaal niveau kent men onsportieve acties. Wil je nu weten hoe dat nu helemaal in het echt in een lokale politieke omgeving vorm kan krijgen, verwijs ik je naar de gemeente Koggenland.