Besluit maatschappelijke ondersteuning 2025 gemeente Koggenland
Hoofdstuk 2. De hoogte van het Persoonsgebonden budget
Artikel 2. Pgb-tarieven arrangementen Wmo – Professional
- 1.
Het Pgb voor diensten als bedoeld in artikel 2 wordt per 1 januari 2025 vastgesteld op basis van de volgende tarieven inclusief vakantietoeslag:
Kortdurend verblijf inclusief individuele begeleiding en/of dagbesteding
Kortdurend verblijf exclusief individuele begeleiding en/of dagbesteding
- 2.
- 3.
- 1.
Wanneer de voorziening via zorg in natura in huur wordt afgenomen door de gemeente
- a.
Het pgb voor de voorziening wordt vastgesteld op basis van de kostprijs van de voorziening die de cliënt zou hebben ontvangen als de zaak in natura zou zijn verstrekt en rekening houdende met een reële termijn van zeven jaar voor de technische afschrijving alsmede de onderhouds- en verzekeringskosten.
- b.
Wanneer de voorziening aangekocht zou worden door de gemeente wordt het pgb vastgesteld op basis van een offerte waaruit de aanschafkosten voor de goedkoopste adequate voorziening blijken, eventueel aangevuld met een bedrag voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende een periode van zeven (7) jaar.
- a.
- 2.
Hoofdstuk 3. Financiële tegemoetkomingen
Artikel 6. Financiële tegemoetkomingen
- 1.
- 2.
- 3.
- 4.
- 5.
Voor het bezoekbaar maken van een woning is de tegemoetkoming gebaseerd op de laagste kostprijs van de noodzakelijke aanpassingen die hiervoor zouden worden gehanteerd door een door de gemeente gecontracteerde aannemer rekening houdende met de keuze van de cliënt om al dan niet gebruik te maken van een erkende aannemer. De tegemoetkoming in de kosten is alleen mogelijk voor het aanpassen van de toegang tot de woonruimte, de toegang tot de woonkamer en de toegang en het gebruik van de toiletruimte.
- 6.
Artikel 8. Omvangen duur eigen bijdrage bij maatwerkvoorzieningen, niet zijnde diensten
- 1.
De verschuldigde eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening, niet zijnde diensten, wordt afgestemd op de kosten van de voorziening zoals hieronder uitgewerkt:
- a.
- b.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in bruikleen wordt verstrekt is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode van de voorziening per maand een eigen bijdrage verschuldigd, gebaseerd op de kostprijs van de voorziening, inclusief eventueel kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende de gebruiksperiode.
- c.
Voor een voorziening die door het college wordt gekocht en in eigendom wordt verstrekt, is belanghebbende gedurende de gebruiksperiode per maand een eigen bijdrage verschuldigd, die is gebaseerd op de totale kostprijs van de voorziening, inclusief eventueel kosten voor onderhoud, reparatie en verzekering gedurende de gebruiksperiode.
Artikel 9. Eigen bijdrage voor het collectieve vervoer
- 1.
Voor het collectief vraagafhankelijk vervoer geldt een ritbijdrage die geïnd wordt door de vervoerder. De ritbijdrage is een gereduceerd tarief en bestaat uit een opstaptarief en een tarief per kilometer. De hoogte van de ritbijdrage is vergelijkbaar met het tarief dat geldt in het openbaar vervoer. Per 1 januari 2025 is het opstaptarief € 1,10- en de bijdrage per kilometer € 0,15.
- 2.
- 3.
Burgemeester en wethouders van Koggenland,
19 februari 2025
24.0001619
ZK24002468
de locogemeentesecretaris,
T.C. Koenders
de burgemeester,
Monique M. Bonsen-Lemmers
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 2 en 4 de hoogte van het Persoonsgebonden budget
Door de ingang van het resultaat gestuurd werken 1 januari 2020 hebben zorgaanbieders een vast arrangementstarief in plaats van een uurtarief voor de geïndiceerde ondersteuning aan een cliënt.
Voor een individuele cliënt met pgb gaat dit niet op, deze kan alleen zijn eigen zorg inkopen.
Om die reden is in het Besluit opgenomen dat bij de toekenning van een pgb uitgegaan wordt van het benodigd aantal uren ondersteuning en kan het college borgen dat het pgb bedrag voor de cliënt toereikend is om de benodigde zorg zelf in te kopen. Echter blijft het arrangementstarief dat geldt als zorg in natura ingezet zou worden leidend.
De maximale pgb tarieven voor huishoudelijke ondersteuning, begeleiding en dagbesteding worden afgeleid van de arrangementstarieven voor zorg in natura. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de regionale PDC die door de Netwerkorganisatie wordt verzorgd.
Artikel 5 financiële tegemoetkomingen
De financiële tegemoetkoming is een vorm van een maatwerkvoorziening, de bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb), onder andere over bezwaar en beroep en subsidies zijn hierop van toepassing. Wel is vereist dat de cliënt zelf kiest voor een tegemoetkoming.
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan een cliënt die een aanvraag doet voor een maatwerkvoorziening en die tijdens het onderzoek naar de aanvraag de keuze krijgt om een tegemoetkoming te ontvangen voor de door hem gewenste voorziening.
De tegemoetkoming is niet kostendekkend maar geeft de cliënt wel het voordeel dat hij zelf een bedrag in handen krijgt waarmee hij meer eigen regie heeft bij de inkoop van de gewenste voorziening. Indien hij het geld niet aanwendt voor dit doel, kan op grond van de subsidietitel van de Awb worden gehandhaafd. Indien hij later wederom een aanvraag zou doen voor maatschappelijke ondersteuning, zonder dat er nieuwe feiten of omstandigheden in zijn situatie zijn, kan deze aanvraag worden afgewezen op grond van de Awb onder verwijzing naar de eerdere beschikking ter verstrekking van de tegemoetkoming.
Op grond van het eerste tot het vijfde lid kan het college bij besluit bepalen in welke gevallen een tegemoetkoming wordt verstrekt en wat de hoogte daarvan is. Door het vastleggen bij besluit is voor de burger op voorhand duidelijk op welke tegemoetkoming hij recht heeft.
De hoogte van de eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening is vastgelegd in de verordening. De bijdrage voor een maatwerkvoorziening is een maximaal vast bedrag per maand zoals opgenomen in het landelijke Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.
De cliënt betaalt de bijdrage per maand zolang hij gebruik maakt van de voorziening.