Gedoogbesluit woonunits op hondenuitlaatveld (t/m 31 december 2025)
Ten behoeve van de huisvestiging van Oekraïense ontheemden zijn op de gronden noordoostelijk
van De Weijver 2 in Hoogwoud tijdelijke woonunits geplaatst. Deze units bieden onderdak aan circa
26 Oekraïners. De gemeente Opmeer heeft het voornemen om op deze locatie een meer definitieve
en kwalitatief betere huisvestingsoplossing te realiseren, bestaande uit 26 woonunits voor circa 70
personen. De bouw hiervan start naar verwachting in de tweede helft van 2025 en de nieuwe
woningen zullen begin 2026 in gebruik worden genomen.
Om de locatie bouwrijp te kunnen maken en ruimte te creëren voor de nieuwe woonvoorzieningen,
is het noodzakelijk de huidige woonunits tijdelijk te verplaatsen. De gemeente heeft hiertoe het
hondenuitlaatveld tegenover De Weijver 2 als tijdelijke huisvestingslocatie aangewezen.
De bestaande woonunits zullen tijdelijk worden verplaatst naar voornoemd hondenuitlaatveld en
daar aanwezig zijn van 1 juni 2025 tot en met (uiterlijk) 31 december 2025. Gedurende deze
periode van (maximaal) zeven maanden blijven de woonunits in gebruik ten behoeve van de
opvang van de huidige bewoners, waarmee continuïteit voor deze bewoners wordt geborgd.
Ter plaatse van het hondenuitlaatveld tegenover De Weijver 2 is tijdelijke huisvestiging van
Oekraïense ontheemden niet toegestaan. De tijdelijke huisvesting past niet binnen de op grond van
het bestemmingsplan ‘Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek 2017’ (als onderdeel van het
tijdelijk deel van het ‘Omgevingsplan gemeente Opmeer’) geldende bestemming ‘Agrarisch –
Cultuurgrond’. Daarnaast is het gelet op de bouwregels binnen deze bestemming niet toegestaan
om de (tijdelijke) bebouwing op te richten. Het initiatief is dus strijdig met het bestemmingsplan.
Het bestemmingsplan voorziet niet in binnenplanse afwijkingsmogelijkheden ten behoeve van de
tijdelijke huisvesting. Het college kan aan het tijdelijk gebruik en bouwen alleen meewerken door
een omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteiten (BOPA) te verlenen. Om te
bepalen of op basis van een aanvraag omgevingsvergunning van de voorschriften van het
(tijdelijk deel van het) omgevingsplan kan worden afgeweken, dient overeenkomstig artikel 8.0a lid 2
van het Besluit kwaliteit leefomgeving te worden aangetoond dat sprake is van een evenwichtige
toedeling van functies aan locaties (ETFAL).
Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geldt als
uitgangspunt dat een bestuursorgaan in de regel gebruik moet maken van een bevoegdheid om
handhavend op te treden, ook wel aangeduid als de beginselplicht tot handhaving. Hiermee wordt
het algemeen belang gediend. Handhaving staat voorop. Bij de vraag of van handhavend optreden
mag worden afgezien, moet worden beoordeeld of handhavend optreden onevenredig is. Bij de
toets aan het evenredigheidsbeginsel geldt de maatstaf van de zogeheten Harderwijk-uitspraak
(ABRS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285). Dit betekent dat de bestuursrechter toetst of het
besluit geschikt en noodzakelijk is, en daarna of het besluit in de gegeven omstandigheden
evenwichtig is. Handhavend optreden is alleen onevenredig als er in het concrete geval
omstandigheden zijn waaraan een zodanig zwaar gewicht toekomt dat het algemeen belang dat
gediend is met handhaving daarvoor moet wijken. Dan is er een bijzonder geval waarin toch van
handhavend optreden moet worden afgezien. Een bijzonder geval kan zich bijvoorbeeld voordoen bij concreet zicht op legalisatie, maar ook andere omstandigheden van het concrete geval kunnen
leiden tot het oordeel dat er een bijzonder geval is (vergelijk bijvoorbeeld ABRS 5 maart 2025,
ECLI:NL:RVS:2025:678 en ABRS 5 maart 2025, ECLI:NL:RVS:2025:854).
Onder bijzondere omstandigheden kan worden afgezien van handhavend optreden, en kan de
strijdigheid met wet- en regelgeving tijdelijk worden gedoogd. Volgens de gangbare juridische
praktijk, die voortkomt uit de kabinetsnota ‘Grenzen aan gedogen’ (‘Gedogen in Nederland’,
Kamerstukken II, 1996-1997, 25 085, 1-2) is gedogen aanvaardbaar indien:
1. het gedogen beperkt is in omvang en/of tijd;
2. het gedogen expliciet bij een besluit gebeurt
3. sprake is van een zorgvuldige en kenbare belangenafweging;
4. duidelijke voorwaarden aan het gedogen worden gesteld;
5. regelmatig wordt bezien of de situatie zodanig is dat gedogen nog gerechtvaardigd is en of aan
de voorwaarden die aan het gedogen zijn gesteld, wordt voldaan.
Gedogen moet beperkt blijven tot overmachts-/noodsituaties en overgangssituaties.
In het onderhavige geval is sprake van een tijdelijke, met het bestemmingsplan strijdige, situatie.
De woonunits zullen vóór 1 januari 2026 van het hondenuitlaatveld worden verwijderd. Daarnaast
is op 20 mei omgevingsvergunning aangevraagd voor de tijdelijke verplaatsing en het gebruik ter
plaatse van het hondenuitlaatveld. Naar verwachting zal de omgevingsvergunning uiterlijk op 1
oktober 2025 worden verleend. Dit brengt mee dat de illegale situatie uiterlijk op 1 januari 2026
feitelijk moet en zal zijn beëindigd.
Voldaan wordt aan de bovengenoemde voorwaarden om gedogen aanvaardbaar te achten. Voor
wat betreft de belangenafweging en de voorwaarden wordt naar het hiernavolgende verwezen.
Ligt het daarnaast in de lijn der verwachting dat de situatie al eerder gelegaliseerd zal zijn. Langs
deze weg is dan ook sprake van concreet zicht op legalisatie.
Om te beginnen is er een zwaarwegend maatschappelijk belang om tijdelijke huisvesting voor
Oekraïners te realiseren (Vergelijk bijvoorbeeld ook Vzr. Rb. Oost-Brabant 7 februari 2025,
ECLI:NL:RBOBR:2025:632 en Vzr. Rb. Gelderland 26 maart 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1669). De
tijdelijke verplaatsing van de woonunits ter plaatse van de gronden noordoostelijk van De Weijver 2 in Hoogwoud naar het hondenuitlaatveld tegenover De Weijver 2 is noodzakelijk om de
eerstgenoemde locatie bouwrijp te kunnen maken en om daar ruimte te creëren voor de nieuwe
woonvoorzieningen, de circa 30 woonunits voor circa 70 personen. De verplaatsing is tijdelijk en
zal maximaal 7 maanden duren. Naar verwachting wordt het met het bestemmingsplan ‘Herziening
Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek 2017’ strijdig gebruik al eerder gelegaliseerd. De huidige locatie
is dringend aan kwalitatieve verbetering toe. Voor de tijdelijke verplaatsing is voor de beoogde
periode geen alternatief beschikbaar. Het college van burgemeester en wethouders van Opmeer is
van mening dat sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang dat noopt tot deze
tijdelijke gedoogsituatie. Dat belang weegt volgens het college in dit geval zwaarder dan het
belang van handhaving van de toepasselijke regels van het ter plaatse geldende bestemmingsplan.
Veiligheid van de tijdelijke locatie
Het college hecht eraan dat de tijdelijke locatie en de daar te plaatsen woonunits voldoen aan alle
eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), met name op het gebied van gezondheid,
constructieve veiligheid, brandveiligheid en overige veiligheidsaspecten
Het gebruik van het hondenuitlaatveld als tijdelijke huisvestingslocatie zal niet leiden tot een
toename van het aantal verkeersbewegingen, dan wel anderszins tot verkeersonveilige situaties
leiden. Het aantal verkeersbewegingen is en blijft minimaal.
De gemeente hecht aan het belang van een zorgvuldige communicatie over het tijdelijke gebruik
van de locatie voor Oekraïense ontheemden en de ontwikkelingen dienaangaande. In dat kader
heeft de gemeente de bewoners geïnformeerd over het besluit om de locatie als tijdelijke
huisvestingslocatie in gebruik te nemen. Verdere berichtgeving en informatieverstrekking vinden
plaats op de website van de gemeente: www.opmeer.nl.
Gezien het bovenstaande, besluit het college van burgemeester en wethouders van Opmeer om het
hondenuitlaatveld tegenover De Weijver 2, ofwel de gronden kadastraal bekend gemeente Opmeer,
sectie C, perceelnummer 3159 (zie bijlagen 1 en 2), als tijdelijke huisvestingslocatie te gedogen, in
strijd met het ter plaatse geldende omgevingsplan ‘Herziening Hoogwoud, Opmeer en Spanbroek
2017’, en te gedogen dat aldaar bouwwerken, aanhorigheden en voorzieningen worden opgericht.
Aan dit gedoogbesluit verbindt het college de hierna volgende voorwaarden:
1. Dit gedoogbesluit heeft betrekking op het hondenuitlaatveld tegenover De Weijver 2 in
Hoogwoud, kadastraal bekend gemeente Opmeer, sectie C, perceelnummer 3159.
2. De locatie wordt gebruikt als tijdelijke huisvestingslocatie. Dat betekent dat gedurende de duur
van dit gedoogbesluit Oekraïense ontheemden in tijdelijke woonunits op deze locatie zullen verblijven, in afwachting van het in gebruik nemen van de nieuwe woonunits op de gronden noordoostelijk van De Weijver 2 in Hoogwoud.
3. Voor de huisvestingslocatie worden voorzieningen ingericht. Deze mogen enkel aanwezig zijn
gedurende de looptijd van dit gedoogbesluit. Ten behoeve van de veiligheid van het gebruik
van de huisvestingslocatie zullen werkzaamheden plaatsvinden.
4. De huisvestingslocatie en de daarop aanwezige bouwwerken, aanhorigheden en overige
voorzieningen dienen uiterlijk ten tijde van de feitelijke ingebruikname te voldoen aan alle
eisen van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), met name op het gebied van
gezondheid, constructieve veiligheid, brandveiligheid en overige veiligheidsaspecten.
5. Dit gedoogbesluit geldt met ingang van 19 juni 2025 tot en met 31 december 2025, en vervalt
na het verstrijken van deze termijn van rechtswege.
6. Na het verstrijken van de looptijd van dit gedoogbesluit, wordt het strijdige gebruik van het
hondenuitlaatveld per direct gestaakt en worden de bouwwerken, aanhorigheden en overige
voorzieningen die daar zijn aangebracht, direct en permanent verwijderd.
7. Alle risico’s van het gebruik en de inrichting van de huisvestingslocatie liggen bij de gemeente
8. Het college behoudt zich alle rechten voor om dit gedoogbesluit op enig moment, indien de
omstandigheden naar zijn oordeel hierom vragen, in te trekken.
Dit gedoogbesluit treedt in werking op de dag van de bekendmaking.
Gedoogbeslissingen zijn, behoudens in zeer uitzonderlijke gevallen, geen besluiten in de zin van de
Algemene wet bestuursrecht omdat deze beslissingen niet op rechtsgevolg zijn gericht. Dat brengt
meer dat tegen een gedoogbeslissing geen bezwaar en beroep openstaat (vergelijk ABRS 13
september 2023, ECLI:NL:RVS:2023:3431, ABRS 6 april 2021, ECLI:NL:RVS:2021:704 en ABRS
24 april 2019, ECLI:NL:RVS:2019:1356). Desgewenst kan een verzoek om handhaving worden
ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van Opmeer. Tegen het besluit dat het
college daarop zal nemen, staan wel rechtsmiddelen open.
Hebt u vragen, dan kunt u contact opnemen met de gemeente Opmeer, telefoon 0226 – 36 3333