10 mei 2014 – Column Sjaak Grosthuizen: Grüss aus Grindelwald
Van een afstandje zie je het beter. Vanaf ons terras zien wij de Eiger Nordwand in volle glorie. Vanaf het stationnetje bij de Kleine Scheidegg zijn ook nog de Mönch en de Jungfrau goed te zien. Wanneer we vanuit de hoogte neerkijken op het dal zien we de groepen huizen en boerderijen waarvan de dorpsnamen op te zoeken zijn. We komen daar graag voor het uitzicht en nemen bij eik bezoek foto’s, films, folders en nog niet weggegooide kassabonnen van de Migros mee.
Vanuit het appartement aan de Dorfstrasse in Grindelwald leek opeens het uitzicht tot inzicht te leiden. Nou ja, voor echte inzichten moet je natuurlijk niet bij mij zijn. Noem het een vorm van pre-inzicht. De rust van het terras voerde tot vragen die opwelden en die met een beetje fantasie kunnen worden opgevat als analyseren. Waarom is Grindelwald zo ontzettend in trek bij toeristen uit alle windstreken?
In Zwitserland en misschien in het bijzonder in Grindelwald zagen wij toeristen uit Japan, misschien wel uit China en zeker uit India rondzwerven. De Japanners steeds vaker dan vroeger niet in groepen. Zij hoeven geen Frans, Duits of Engels te spreken om toch de toeristische boodschappen te doen. In alle winkels is naast Duits en Engels ook de Japanse taal gebruikt om te vertellen dat een Zwitsers mes een Zwitsers mes is. Ook de sightseeingfolders vermelden een Japanse tekst. Dit jaar ontwaarden wij zelfs een tweede tekst in Aziatische karakters. Hier en daar zien we al jaren Japans personeel in de winkels rondlopen.
Waarom gaan al die toeristen niet naar Nederland en speciaal naar Hoorn?
Waarom gaan al die Aziatische toeristen juist naar Zwitserland en naar Grindelwald? Misschien herkennen mevrouw Grosthuizen en ik deze reisdoeldrang. Waarom gaan wij graag naar Zwitserland en speciaal naar Grindelwald? Waarom gaan al die toeristen niet naar Nederland en speciaal naar Hoorn? Misschien moet ik het antwoord over deze drang zoeken in de vraag: waarom wonen mevrouw Grosthuizen en ik zo graag in Hoorn?
Ik vrees dat in Hoorn de belangstelling voor de mogelijkheden van het inspelen op de reislust van reizigers uit groeiende economieën nog onvoldoende gezocht en gezien worden. Met de nodige schrik om het hart vraag ik mij hier in Grindelwald af of de noodzaak om de stroom toeristen om te buigen naar Hoorn wel voldoende gevoeld wordt. Ja, er zijn wat initiatieven hier en daar, maar is dat genoeg? Waarom zie ik in Hoorn niet een ononderbroken stroom Japanners die nota bene in eigen land Hoornse bouwwerken en standbeelden kunnen bewonderen en de sluimerende vraag zouden kunnen voelen om dit en nog meer van dit fraaie beelden te gaan zien in de plaats waar dit in het echt ook te bewonderen staat?
Hebben wij in Hoorn eigenlijk al veel te veel onze VOC-erfenis verwaarloosd?
Zou dit punt in de moeizame en tijdrovende coaltiebesprekingen een plek hebben? Zijn er in Hoorn ambtenaren en hen aansturende politici die zich dagelijks van vroeg tot laat inspannen om belemmerende regelgeving om te buigen naar stimulans voor initiatieven? Zijn er in Hoorn mensen die een Aziatische taal machtig zijn er die groepen kunnen begeleiden op een magische ontdekkingstocht door onze fraaie binnenstad en havengebied? Weten we al wat toeristen graag willen beleven? Hebben wij in Hoorn eigenlijk al veel te veel onze VOC-erfenis verwaarloosd? Zijn er in Hoorn genoeg mensen die op dit gebied vragen stellen buiten de kroeg om?
Gaat dit onderwerp besproken worden in de coalitiebesprekingen en is dit een wisselgeldonderwerp, waardoor kroonjuweeltjes van een coalitiegenoot jammer maar helaas maar niet wordt ingeruild voor onderdelen van de zorgproblematiek, de restantjes tunnelvisie of besteding van parkeergeld?
Ik zit op prachtige afstand van Hoorn vergezichten in ruimte en tijd tot mij te nemen. Ik mijmer terwijl ik groepen globetrotters zie langstrekken. Misschien is het een goed idee de coalitieonderhandelaars even deze kant op te sturen. Wie weet wat zij zullen zien en inzien, terwijl de Zwitserse lokalo’s ze hartelijk begroeten met het oer-Zwitserse: Grüszich mit einand!