MEDEMBLIK – Op de bodem van de Finse Golf is een uitzonderlijk goed bewaard oorlogsschip uit het begin van de 18de eeuw teruggevonden. Het schip ligt 62 meter diep, door het koude en diepe water is de houten constructie van het schip vrijwel intact. Alle kanonnen staan zelfs nog op het dek. Vermoedelijk behoort het schip tot de Admiraliteit van West-Friesland en is het in 1708 gebouwd aan het Westereiland in Medemblik. Nooit eerder is een Nederlands oorlogsschip uit de Gouden Eeuw in zo’n goede staat teruggevonden.
De ontdekking
De Finse Maritieme Dienst vond het schip al zo’n tien jaar geleden bij werkzaamheden. Pas in 2014 doken maritiem archeologen en diepzeeduikers naar het wrak. Het bleek een oorlogsschip van 35 meter lang met drie masten, waarvan er nog één overeind staat. Het schip is vermoedelijk op een rots onderwater lek geslagen en rechtstandig gezonken.
https://www.facebook.com/museumships/videos/1134071489970265/
Uit de bouwwijze bleek dat het schip van rond 1700 moest dateren. Na de vondst leidde het Finse bureau SubZone een onderzoek in Zweedse en Russische archieven om de identiteit van het zogeheten ‘Kalbådagrund gunship’ vast te stellen. Toen duidelijk werd dat het geen Zweeds of Russisch schip betrof, werd de informatie met andere landen gedeeld.
De identificatie
De identificatie van het oorlogsschip kwam eind 2015 in een stroomversnelling toen de Medemblikker historicus Peter Swart een oude zeekaart vond waarop de locatie van een scheepsramp stond aangegeven. Op de zeekaart staat de tekst ‘hier is het Noord-Hollands oorlogschip op gebleven 1715’. Uit zijn onderzoek bleek dat in dat jaar slechts een oorlogsschip uit Noord-Holland niet meer naar huis terugkeerde. Gemeentelijk archeoloog Michiel Bartels heeft contact gezocht met archeologen in Finland of zij een scheepswrak op deze plaats kenden. Al binnen enkele dagen volgde een enthousiaste reactie: ‘Yes, we have found your ship!’.
De combinatie van de afmetingen, de bewapening, de locatie en de Hollandse scheepsbouwtraditie maakt het voor 95% zeker dat het hier om het fregat Huis te Warmelo gaat.
Frank Streng, burgemeester van Medemblik, is enthousiast over de vondst van dit Medemblikker oorlogsschip: “Dit is een unieke vondst. Het geeft de eeuwenlange maritieme identiteit van onze stad aan”.
Vervolgonderzoek
Het is de bedoeling dat deze zomer een duikteam van het Finse onderzoeksbureau SubZone opnieuw afdaalt naar het oorlogsschip. Het vervolgonderzoek richt zich op de definitieve identificatie van het schip. Dit kan door het nemen van houtmonsters voor jaarringonderzoek om te zien hoe oud het schip is, bestudering van allerlei details als de kanonnen en het maken van een 3D model van het hele wrak. Het meest wordt verwacht van de bestudering van de spiegel, de achterzijde van het schip. De spiegel is traditioneel voorzien van ornamenten en de scheepsnaam.
Het schip
Het teruggevonden oorlogsschip draagt waarschijnlijk de naam Huis te Warmelo, vernoemd naar een kasteel in de provincie Overijssel. Dit schip is in 1708 in opdracht van de admiraliteit gebouwd en uitgerust in Medemblik. Archiefstukken over de bouw zijn nog aanwezig. Dat geldt ook voor de bemanningslijst waarin de namen en herkomstplaatsen van de opvarenden staan.
Bemanning
Aan boord van het oorlogsschip Huis te Warmelo waren 200 opvarenden. De bemanning bestond voor een groot deel uit Medemblikkers. Ook waren er veel Alkmaarders aan boord (de kapitein kwam uit Alkmaar) en was een deel van de bemanning Fries.
Toen het schip, door een noodlottig samenspel van gevaarlijk vaarwater, duisternis en storm zonk, moest de bemanning zich redden. Uit correspondentie blijkt dat 70 man de scheepsramp overleefden. Volgens de Finse experts is de kans groot dat zich in en om het schip nog gestorven zeelieden bevinden.
Historische achtergrond
Begin 18de eeuw heerste de Grote Noordse Oorlog tussen het machtige Zweden en het opkomende Rusland. De Nederlanden onderhielden vriendschappelijke banden met de Russische tsaar, waardoor Nederlandse schepen door Zweden vogelvrij werden verklaard. In de zomer van 1715 werd een koopvaardijvloot, bestaande uit meer dan 300 schepen, geëscorteerd door 32 Nederlandse en Britse oorlogsschepen. Deze zorgden ervoor dat de koopvaarders veilig in bevriende havens zaken konden doen. De handel op de Oostzee, ook wel de ‘Moedernegotie’ genoemd, was de kurk waarop de Nederlandse economie dreef. Het belang was vele malen groter dan de handel van VOC en WIC.