29 mei 2016 – Column Sjaak Grosthuizen: De eerste vergadering
Elke keer wanneer ik een nieuwe groep kinderen kreeg was ik voorbereid op wat onvermijdelijk te gebeuren stond: het uitproberen van de leerkracht. De geroutineerde schoolmeester of –juf zit daar doorgaans niet echt mee. Het komt erop aan vanaf het allereerste moment te laten zien wie je bent en te kijken wie je in de groep hebt zitten. Elk jaar zijn ze daar: jongens en meisjes die de onweerstaanbare drang hebben om te ontdekken waar de grenzen zijn en te trachten voor zichzelf alvast zoveel mogelijk ruimte te claimen. Daar moet je van meet af aan adequaat op reageren. De leerkracht die dit te laat onderkent, of te lankmoedig meent dat alles vanzelf wel terecht zal komen, zal daarvan tot het einde van het jaar de wrange vruchten van plukken.
Dit proces speelt zich niet alleen maar af in klaslokalen. Ik vrees dat elke beginnende chef of afdelingshoofd met een variant van startaftasterijen te maken heeft. En natuurlijk is dit fenomeen ook te ontwaren in gemeenteraden waar nieuwe wethouders en burgemeesters zich zullen melden. Tijdens de eerste raadsvergadering die onze splinternieuwe burgemeester Jan Nieuwenburg mocht voorzitten was dit voor de scherpzinnige observator ook te zien.
onze 35 raadsleden hebben zich in meerderheid netjes gedragen
Ik moet direct toegeven: onze 35 raadsleden hebben zich in meerderheid netjes gedragen. Het is dan ook altijd slechts een klein groepje dat zich aftastend ruimte tracht te verschaffen tot steeds nieuwere en geraffineerdere onhebbelijkheidjes. Ik dien ook te zeggen dat onze burgervader manmoedig probeerde het hoofd boven water te houden en ik mag nu met enige geruststellende woorden verklaren dat hij niet is verzopen.
Natuurlijk, de Hoornse raadsmodus is een andere dan die van een grote stad als Haarlem. In elke gemeente zouden zelfs landelijk geldende dezelfde regeltjes voor ordentelijk gemeentevergaderen er binnen de kortste keren uit zien als iets uit totaal verschillende leerboekjes. Zijn er raadsleden aan te wijzen, die er stiekem op uit zijn geweest zelfs de voor Hoorn gevormde of misvormde regeltjes verder op te rekken naar kanten die henzelf het beste uitkomen? Ja, die zijn er, maar ik noem geen namen. Het is een spel, een wedstrijd zo je wilt, tussen voorzitter en raad. Zij dienen hier in gezamenlijkheid uit te komen en wie weet, levert het nog iets op.
Dus, wanneer ik bijvoorbeeld constateerde dat Roger Tonnaer de nieuwbakken voorzitter vroeg om een langere spreektijd dan gebruikelijk vanwege het grote belang van het onderwerp, dan mag best de conclusie gerechtvaardigd zijn dat hij dit niet deed opdat hij voortaan bij elk onderwerp dat in zijn ogen van het grootste belang is, extra spreektijd kan claimen. Roger heeft de vorige week nog uitbundig de loftrompet gestoken over de nieuwe burgervader en dat zal hij echt wel van harte gemeend hebben. Je mag er niet van uit gaan dat de selectiecommissie uit de raad in haar nopjes was omdat ze een kandidaat hadden gevonden waarmee ze de komende jaren alle kanten op kunnen rotzooien tijdens de raadsvergaderingen.
Jan heeft niet geprovoceerd.
Ook het feit dat de meeste B-onderwerpen, die normaliter alleen maar hamerstukken zijn, nog eens uitvoerig via amendementen en moties aan de orde konden komen, hoef je niet af te doen als ruimtezoekende storingsakkefietjes van stoute raadsleden. Wilde moties die deels weer worden teruggenomen, omdat wethouders zich al met de zaken bezighouden hoef je ook niet per sé zo te zien.
De af en toe aarzelende grip op de voorzittershamer hoeft niet te duiden op een onzekere houding. Al te ferme klappen op het klaarliggende plankje zouden zelfs kunnen worden opgevat als provocerend. Jan heeft niet geprovoceerd. Ik heb als geïnteresseerde in de lokale politiek en een beetje als oud-schoolmeester de afgelopen vergadering met grote belangstelling gevolgd. Ik heb een paar leuke dingen gezien, maar natuurlijk houd ik mij afzijdig. Ik beloof wel te zullen blijven kijken en me verbazen over het feit dat zoveel verschillende wereld zoveel op elkaar lijken.